Tweede golf mindert vaart, maar is nog niet uitgeraasd
Het aantal besmettingen blijft ook vandaag nog verder stijgen. Maar de groei neemt wel sterk af.
België heeft de tweede golf een beetje onder controle, blijkt uit verschillende indicatoren. De stad Antwerpen, een van de broeihaarden, tekent een daling van het aantal besmettingen op. Dat geldt ook voor de provincie Antwerpen. ‘Dat zou kunnen betekenen dat de piek daar achter ons ligt’, zegt Steven Van Gucht, hoofd virale ziekten bij Sciensano.
In het hele land steeg het aantal dagelijks vastgestelde besmettingen naar gemiddeld 580. Dat zijn er nog steeds 16 procent meer dan een week eerder, maar het is wel het laagste groeiritme in meer dan drie weken. Tien dagen geleden noteerde Sciensano een groeiritme van 107 procent. ‘Over het hele grondgebied is de exponentiële groei gestopt’, stelt Van Gucht.
Het reproductiegetal, dat aangeeft hoeveel anderen een besmette aansteekt, is gezakt naar 1,10 berekende UHasselt. Eind juli zat dat cijfer nog boven 1,5.
Ook de cijfers op provinciaal niveau laten toe om hoopvol te zijn. In de meeste provincies is weliswaar nog een aanzienlijke stijging, maar telkens is het minder dan een week eerder. Dat blijkt ook uit de provinciale reproductiegetallen (zie infografiek).
De enige uitzondering is WestVlaanderen, waar een uitbraak in vleesverwerkend bedrijf Westvlees met nu al 74 besmettingen, roet in het eten gooit. Maar ook met die stijging is het aantal gevallen in de kustprovincie nog lager dan in de rest van het land.
‘We zitten op een kantelmoment’, zegt Van Gucht. ‘Ook in Brussel neemt de verspreiding in kracht af, en dat is een goed teken. Al wachten we het best nog een paar dagen af.’
Ondanks de gunstige evolutie blijft het aantal besmettingen op een hoog niveau. Volgens de GEES-experts geldt de hoogste waakzaamheid – ‘code rood’ – vanaf 5 dagelijkse besmettingen per 100.000 inwoners. Drie provincies en Brussel zitten daarboven. Voor alle andere provincies geldt ‘code oranje’.
Sciensano hanteert drempelwaarden van 15, 30 en 50 nieuwe gevallen per 100.000 inwoners in de voorbije veertien dagen. In de provincie Antwerpen bedraagt dat cijfer nu 150 gevallen per 100.000 inwoners. Voor de rest van het land overschrijden we vandaag de drempel van 50 nieuwe gevallen.
Uitdijende olievlek Ondanks de betere cijfers is Geert Molenberghs, professor biostatistiek (KU Leuven, UHasselt), er niet gerust op. Hij wijst erop dat het nog altijd fout kan lopen.
‘Brussel blijft een zorgenkind’, zegt Molenberghs. ‘Daar had men maatregelen zoals in Antwerpen moeten nemen.’ En ook de provincies Oost-Vlaanderen en VlaamsBrabant lopen gevaar. Zij worden immers getroffen door de uitdijende olievlekken van Antwerpen en Brussel (zie pagina 7).
‘Het Waasland ligt weliswaar in Oost-Vlaanderen, maar is op Antwerpen gericht, ook wat het vervoer betreft’, zegt Molenberghs. Lokeren is met bijna honderd nieuwe gevallen in één week relatief zwaar getroffen.
Ook de provincies Waals-Brabant en Vlaams-Brabant zien het aantal besmettingen stijgen in de slipstream van Brussel, merkt Molenberghs op.
In Limburg, waar het aantal besmettingen daalt, en West-Vlaanderen ziet Molenberghs voorlopig minder problemen.
Weinig opnames
In alle provincies blijft het aantal ziekenhuisopnames beperkt, en onder de drempelwaardes die de GEES voorstelde. Als er in de ziekenhuizen nog voldoende marge is, zijn we dan niet te streng? ‘We weten heel goed wat het virus kan aanrichten’, zegt Van Gucht. ‘Ik ben het helemaal eens met het doel om de zorg in ziekenhuizen te vrijwaren. Precies daarom is het belangrijk om snel in te grijpen. Als de ziekenhuizen beginnen vol te stromen, komt er een ijsberg op ons af die bijna niet meer te ontwijken is.’
Zo denkt ook Molenberghs erover. ‘Dat er weinig opnames zijn, komt doordat het aantal besmettingen tussen generaties beperkt blijft. Maar hoe meer gevallen er zijn, hoe moeilijker dat wordt. Vergeet niet dat de oudere populatie nog altijd heel kwetsbaar is.’
‘Brussel blijft een zorgenkind. Daar had men maatregels zoals in Antwerpen moeten nemen’
Geert Molenberghs
Professor biostatistiek