Simone De Beauvoir was ook een beetje lifecoach
LITERATUUR Simone de Beauvoir kreeg van massa’s lezers intieme brieven waarin ze haar om advies vroegen over liefdes-, seks- en levenskwesties. Een Amerikaanse onderzoekster las mee.
Het was geen gewone fanmail, ontdekte de Amerikaanse onderzoekster Judith Coffin, toen ze zo’n 20.000 brieven aan schrijfster Simone de Beauvoir bestudeerde. Brieven van vrouwen, maar ook van mannen. Intieme brieven waren het, waarin ze de schrijfster om advies vroegen over hun seksleven, hun huwelijk, affaires, abortussen. Vaak ging het om diepe, persoonlijke zielenroerselen. In 1962 schreef een 36-jarige Britse vrouw haar: ‘Ik ben een zogenaamde perverte, een lesbische. Mijn vriendin en ik houden al jaren van elkaar.
Kan u me de naam van een dokter geven die me kan opereren om van mij een man te maken?’ In 1952 vertrouwde een 39-jarige Franse onderwijzeres haar toe: ‘Ik heb nooit liefde of erotiek gekend. Ik ben niet bepaald mooi, maar mijn lichaam is aantrekkelijk genoeg. Niemand heeft me ooit doen sidderen van verlangen’. Lang voor de legalisering van abortus schreef een vrouw in 1967 dat ze niet anders meer kon dan huilen na een illegale operatie op een ‘vuile’ tafel.
Coffin, een professor geschiedenis aan de universiteit van Texas, ontdekte de brieven bij toeval toen ze in de Bibliothèque Nationale de France in Parijs opzoekingen deed over De Beauvoirs boek De tweede sekse. ‘Ik was niet voorbereid op wat ik vond’, zegt ze. ‘Al die projecties, identificaties, teleurstellingen en passie.’
Omdat het zulke persoonlijke en dus herkenbare verhalen zijn, waakt de onderzoekster strikt over de anonimiteit van de briefschrijvers. Zelf herkende ze toevallig in één briefschrijver de vader van een goede vriend. Hij had in 1964 een brief van tien pagina’s geschreven over zijn ‘mislukte liefdesleven’. Hij schreef over zijn veel jongere minnares en zijn jaloezie toen zij hem bedroog. Hij alludeerde ook op De Beauvoirs eigen open liefdesrelatie met Sartre.
Via die vriend kreeg Coffin het antwoord van De Beauvoir te lezen. Ze schreef: ‘Ik was erg geboeid door uw brief. Maar – met alle sympathie – ik vind dat u fout bezig bent. Niets in uw verhaal vertoont enige gelijkenis met mijn pact met Sartre. Om te beginnen waren we allebei even oud, net de twintig voorbij, terwijl u twintig jaar ouder bent dan uw minnares.’
De Beauvoirs relatie met Sartre inspireerde wel meer lezers. Iemand schreef: ‘U bent een rolmodel voor ons allemaal. Die liefde zonder kleingeestigheid, zonder jaloezie.’ Er waren ook flink wat briefschrijvers die te lijden hadden onder partnergeweld, waar in die periode zelden over gepraat werd. Een vrouw schreef: ‘Ik ben helemaal niet gelukkig met mijn man. Hij is erg lichtgeraakt en gewelddadig.’
Arbeiders tot dokters
De briefschrijvers kwamen uit alle sociale klassen, van arbeiders tot dokters. Ze schreven haar vanaf de naoorlogse jaren tot de opkomst van het feminisme en de homoseksuele bevrijding. Ook na haar dood, in 1986, blijven ze haar schrijven, met briefjes die ze achterlaten op haar graf in Parijs.