O tempora, o mores
Twaalf afleveringen, in première gegaan op de BBC in 1976 – in Vlaanderen en Nederland in 1977.
I, Claudius werd in onze contreien uitgezonden in de zomer. Dat weet ik, omdat we toen een boot hadden in Nederland. We keken er op een piepklein tv’tje dat we zelden gebruikten omdat er ’s avonds altijd geborreld werd met vrienden van andere boten. Voor I, Claudius gingen we echter met zijn drieën apart zitten. ‘Tante Loes’ was een lerares, en ze had de BBC-reeks aanbevolen aan mijn moeder, want haar leergierige jongste ging toch Latijn leren?
Dat bleek een strak plan: een topserie over het Romeinse keizerrijk, gebaseerd op twee romans die ook al de status van klassiek hadden verworven (Robert Graves schreef ze in 1934-35), en vertolkt door klasseacteurs die in Groot-Brittannië aan de bomen groeien. Er werd al eens een troonopvolger vergiftigd of de kop afgehakt en een keizer (Caligula) die zijn eigen zus (Drusilla) bezwangerde, dat was ook een beetje risqué, maar tot daar. Toen was er die aflevering waarin de waanzinnige Caligula, die zich tot god had uitgeroepen, begon te vrezen dat zijn ongeboren zoon hem zou onttronen. Tante Loes en mijn moeder wisten even niet waar te kijken (ik wel) toen Caligula zijn poedelnaakte zus rechtopstaand aan het hemelbed vastbond, en zijn zwaard bovenhaalde. De scène waarin hij haar buik opensneed is op de BBC één keer uitgezonden, maar dan gecensureerd en ‘verloren gegaan’ in de archieven.
Die kregen we dus niet te zien. Wel de reacties in het paleis op de ijselijke lange doodskreet van Drusilla, en de reactie van Claudius toen hij bij de deur op de keizer botste, zijn baard druipend van het bloed: hij had de foetus opgegeten. Dat hakte er wel in. Hoedje af voor mijn moeder, die zo blij was met een zoon die in cultuur geïnteresseerd was, dat ze me toch de hele serie liet uitkijken.
Gelukkig maar, anders had ik gemist hoe de door een spraakgebrek geplaagde en half kreupele Claudius uiteindelijk bij wijze van grap op de troon werd geplaatst – maar zich
De afleveringen over de narcistische gek Caligula zijn ronduit profetisch: alsof je naar een biografie over Donald Trump kijkt
ontpopte tot een voortreffelijk keizer.
Ik was erg benieuwd of de meest bejubelde Britse tv-reeks aller tijden bij revisie nog standhoudt. Vrij goed, zo blijkt, al zijn de eerste afleveringen een lange zit. Het contrast met de Amerikaanse sandalenfilms uit de fifties en sixties (Ben-Hur, Quo vadis, Fall of the Roman Empire) is groot. I, Claudius is Brits en dus veel intelligenter geschreven en beter geacteerd dan die Hollywoodspektakels, maar de hele reeks moest wel voor een habbekrats gedraaid worden. Je ziet en hoort de protagonisten dus eindeloos praten over de toestand in de straten van Rome en over de veroveringen in Germania en Britannia, maar je krijgt er niets van te zien. Een scène in de keizerlijke loge tijdens de gladiatorengevechten met gejoel van het publiek, maar niet één shot van het spektakel, komt potsierlijk over.
Wat blijft is het sappige verhaal van die decadente eerste keizers, de vertolkingen van een schmierende, jonge John Hurt met blonde pruik (Caligula) en de onovertroffen Derek Jacobi als Claudius. En het is verdorie allemaal historisch nog vrij accuraat ook.
De afleveringen over de narcistische gek Caligula zijn ronduit profetisch: alsof je naar een biografie over Donald Trump kijkt. Op die ene scène na dan: dát heeft de Amerikaanse president nog niet gedaan.
Dagelijks herbekijken/beluisteren/ lezen we een film, serie, plaat boek en beoordelen we of die na al die jaren overeind blijven.