Opgespoord is nog niet getest
CONTACTONDERZOEK Wie in contact kwam met een coronapatiënt en gebeld wordt door een callcenter, kan zich niet altijd laten testen.
‘De werking van het contactonderzoek is verbeterd’, zei Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V). 88 procent van de patiënten wordt nu opgespoord en krijgt het bevel om in quarantaine te gaan of te blijven. Maar het zoeken van hun contacten loopt nog steeds niet van een leien dakje. Slechts 62 procent van alle coronapatiënten gaf vorige week minstens één contact op aan de contactonderzoekers.
Er duikt ook een ander probleem op: minder dan 50 procent van de contacten die de opspoorders wél konden registreren, krijgt een code om zich te laten testen bij de huisarts, een triagecentrum of (in Antwerpen) het testdorp. ‘Alleen de hoogrisicocontacten van patiënten krijgen zo’n code’, zegt Joris Moonens, woordvoerder van het Agentschap Zorg en Gezondheid. ‘De laagrisicocontacten krijgen het advies om voorzichtig te zijn. Hen een code geven is geen prioriteit.’
Een laagrisicocontact mag dus in principe geen test laten afnemen, tenzij hij of zij symptomen heeft. Pas na vijftien minuten knuffelen met een besmette persoon, vormt iemand een hoog risico.
De vraag is waarom laagrisicocontacten niet meteen zo’n code krijgen. ‘Je mag sowieso een test laten afnemen als je symptomen hebt, ook zonder code van de contactonderzoekers’, zegt dokter Paul Pardon, voorzitter van de Risk Management Group. ‘Laagrisicocontacten kunnen dus het heft in eigen handen nemen.’
‘Tot ik partijvoorzitter werd, stond er geen enkele foto van mezelf op Instagram, alleen gedichten of landschappen’
CD&V-voorzitter Joachim Coens moest serieus bijbenen op het vlak van de sociale media (in ‘Het Nieuwsblad’).