Ik rij voor Uber, dus ik ben een werknemer
De chauffeurs van de taxi-apps Uber en Lyft zijn werknemers en geen zelfstandigen. Zo luidt het vonnis van een rechter in San Francisco, in de Amerikaanse staat Californië. De Californische overheid had de twee bedrijven aangeklaagd wegens overtredingen op de arbeidswetgeving. Uber en Lyft hebben tien dagen de tijd om beroep aan te tekenen tegen het vonnis. Ze hebben al aangekondigd dat zeker te zullen doen.
Definitief is de zaak dus nog niet beslecht, maar de uitspraak van rechter Ethan Schulman is sowieso een flinke klap voor de twee taxi-apps – en bij uitbreiding voor de gehele ‘gig economy’, waarin online deelplatformen de diensten aan hun klanten laten uitvoeren door ‘zelfstandige medewerkers’, die in onderaanneming werken en per opdracht betaald worden. Ook de maaltijdkoerierdienst Deliveroo doet dat.
Maar in de staat Californië is sinds begin dit jaar een wet van kracht waardoor iedereen die actief is binnen de ‘normale bedrijfsvoering van een bedrijf’ het statuut van werknemer moet krijgen. En die wet is door Uber en zijn Amerikaanse concurrent Lyft overtreden, oordeelde de rechter.
Als het taxiplatform de rechtszaak verliest, wordt zijn hele zakenmodel onderuitgehaald
Uber kan het zich simpelweg niet veroorloven om deze rechtszaak te verliezen. Het zou een precedent scheppen en het hele zakenmodel van het taxiplatform onderuithalen. Het bedrijf zou plots ontelbare miljoenen dollars moeten ophoesten om zijn ‘medewerkers’ te betalen voor overuren en om hen een ziektekostenverzekering te geven. Tenzij de klanten van Uber plots 30 tot 50 procent meer willen betalen voor een taxirit, is dat financieel onhaalbaar.
Het vonnis kon bovendien op geen slechter moment komen. De coronacrisis heeft de inkomsten die Uber uit de taxidiensten haalt, in de voorbije maanden met twee derde doen zakken. De lockdown in veel Amerikaanse en Europese steden heeft de vraag naar taxitransport gekelderd. Gelukkig gingen de inkomsten uit de maaltijdbezorging (Uber Eats) wel omhoog, met dank aan de vele thuiswerkers. De divisie maaltijdbezorging is nu zelfs groter dan de taxiafdeling, waar het bij Uber allemaal mee begon.
Dit soort rechtszaken is geen Amerikaans verschijnsel. Vorig jaar oordeelde een Nederlandse rechtbank dat de fietskoeriers van maaltijdbezorger Deliveroo geen zzp’ers (zelfstandigen) zijn, maar een arbeidscontract moeten krijgen. En in januari van dit jaar is voor de Brusselse arbeidsrechtbank een gelijkaardige zaak opgestart. Alvast de Brusselse arbeidsauditeur is ervan overtuigd dat de koeriers van Deliveroo schijnzelfstandigen zijn.
Die zaak is nog lang niet beslecht. Tot oktober 2021 (!) kunnen de partijen (bedrijf en vakbond) conclusies uitwisselen. Pas daarna worden de data voor de pleidooien vastgelegd. Ondertussen werkt Deliveroo gewoon voort met zelfstandigen.
Bijkomend probleem voor de Belgische Deliveroo-koeriers: de wet op het onbelast bijverdienen (tot 6.340 euro) is door het Grondwettelijk Hof vernietigd, met ingang van 1 januari 2021. Deze potentieel derde weg – ergens tussen zelfstandige en werknemer in – is dus binnen enkele maanden niet meer toegankelijk.