Nieuwe padelterreinen moeten alweer verdwijnen
De twee padelterreinen die tennisclub SDI begin deze zomer heeft aangelegd op de parking van het Recreatiecentrum in Itterbeek, moeten tegen 1 september alweer afgebroken worden.
De reden voor de gedwongen snelle afbraak is het ontbreken van een bouwvergunning en beschadiging van het openbaar domein bij de opbouw. De club geeft toe een fout te hebben gemaakt, maar vraagt het gemeentebestuur om begrip.
‘We beseffen dat er een overtreding gebeurde’, klinkt het bij SDI. ‘Maar we hadden wel de goedkeuring voor het tijdelijke gebruik van een deel van de parking. Het asfalt bleek echter in zo’n slechte staat dat de aannemer in de ondergrond moest slijpen. Dat had niet mogen gebeuren.’
Ondanks de donkere wolken boven het project is het initiatief van SDI een immens succes. ‘De club keek door de coronacrisis aan tegen een verlies van enkele tienduizenden euro’s’, klinkt het. ‘De alternatieve inkomsten van de padelvelden geven SDI intussen wel wat meer bestaanszekerheid na zware tijden.’
Het gemeentebestuur tilt zwaar aan de bouwovertreding. De club begrijpt dat, maar vraagt toch om redelijkheid en verwijst daarvoor onder meer naar het Masterplan dat de site rondom de club binnen dit en enkele jaren helemaal moet transformeren.
‘Er is ons gezegd dat daarover tegen november al meer duidelijkheid zou komen. Waarom dus niet even afwachten en ons deze grote afbraakkosten voorlopig besparen?’
Een petitie voor het voorlopige behoud van de velden werd al bijna 400 keer ondertekend.
Volgens schepen van Sport Anneleen Van den Houte (N-VA) kan het gemeentebestuur niet anders dan de afbraak eisen.
‘Er werd toelating gegeven voor een tijdelijke constructie’, verduidelijkt Van den Houte. ‘Dit toelaten zou een gevaarlijk precedent scheppen. Het kan inwoners het idee geven dat ze zomaar een tuinhuis kunnen bouwen op het voetpad. Dit kunnen we niet zo laten.’
Volgens Van den Houte is er genoeg begrip geweest. ‘Al twee maanden zien we dit door de vingers’, zegt ze. ‘De club blijft wel een belangrijke gesprekspartner als het over de sitetoekomst gaat.’