‘In Roemenië ontdekte ik wat bidden kan betekenen’
Bid
‘Ik wilde als kind in de lagere school absoluut godsdienst volgen, omdat ik ook wilde wat die mensen in de kerk konden. De aanblik van mensen die op hun knieën zaten, de ogen gesloten, de handen in elkaar gekruist, in een soort van magische conversatie met een – dacht ik toen – transparante geest. Ik werd en word nog steeds ontzettend aangetrokken door mensen in complete devotie.’
‘Ik was blij als ik mee mocht naar begrafenissen, trouwfeesten of doopfeesten. Ik kon gelovigen bestuderen en imiteren. Ik deed ze vaak na, ’s avonds aan mijn bed. Ik wilde ervaren wat zij voelden, hoorden, zagen. Misschien ontstond daar ook een zekere liefde voor drama en acteren? Als ik maar genoeg probeerde en geloofde, zou ik ook die magische ervaring met hen kunnen delen.’
‘Al heel snel stopte het zoeken naar één mogelijke god. Ik ben atheïst, maar gefascineerd door de predicaten “geloof” en “bidden”. De nieuwsgierigheid en de vraag naar wat “geloven” allemaal kan betekenen en verwezenlijken blijft me inspireren.’
‘Ik trok me enkele jaren geleden terug in een streng orthodox klooster, in het Roemeense Sâmbăta de Sus, om er de paters en hun levensstijl te bestuderen. Ik was er bijzonder gelukkig. Mijn dagen bracht ik door in de mis, de keuken, het bos, de bibliotheek en op de binnenkoer, want ik mocht het klooster niet verlaten vanwege de beren. Ik kreeg een paar vrienden onder de paters en ervoer er de kracht van hun gezang, van hun geloof en hun levenswijze.’
‘Veel meer nog ontdekte ik er wat bidden voor mij zou kunnen betekenen. Het impliceert alles wat mijn leven verbindt en verdiept: water en zwemmen, de rug van een paard, dansen tussen de bomen, slapen, ontmoeten, vrijen, eten, een sigaret roken, koffiedrinken, dansen enzovoort. Bidden is voor mij een moment waarin connectie ontstaat, met onszelf of met de ander. Het is niet abstract of onverklaarbaar, maar tastbaar en concreet. Het gebeurt. Daar zit de magie.’
Werk
‘Na de medische ingreep bleek mijn werkethiek te wankelen, en een verdwijnpunt te naderen. Mijn leven en werk draaiden uit op een blanco blad. Dus ben ik, in de zomer van 2019, beginnen te denken en te werken aan mijn “herontwikkeling” als kunstenaar. Dat heeft de vorm aangenomen van een onderzoek naar de relatie tussen lichaam en geest, met de grilligheid van mijn fysieke conditie als onbestendig epicentrum. Ik probeer de juiste vragen te stellen, en dan vooral deze: wat wil ik vanaf nu echt communiceren met het publiek? Ik zie het als een moreel vraagstuk, en daarbij laat ik me leiden door Martha Nussbaums boek De
breekbaarheid van het goede, een filosofisch werk over de motivatie en de oorzaken van het handelen. Het is het uitgangspunt van een reeks gesprekken met een tiental heel verschillende personen.’
‘Zing, vecht, huil, bid, lach, werk
en bewonder’: het zijn de zeven levensmotto’s van Ramses Shaffy in een lied dat ook vandaag nog inspireert. http://stichtingramsesshaffy.nl
© Stichting Ramses Shaffy Fonds