Hoe zal het nieuwe schooljaar eruitzien?
1 september is niet meer veraf. Morgen worden belangrijke knopen doorgehakt over hoe het schooljaar er zal uitzien.
1 Gaan de scholen nu open of niet?
De scholen gaan sowieso open, alleen moet er nog worden bepaald op welke manier. Er bestaat namelijk een draaiboek met scenario’s voor het schooljaar 2020-2021, dat het onderwijsveld, Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) en de experten van de GEES eind juni zijn overeengekomen. In principe wordt dat plan niet aangepast.
Er zijn in totaal vier mogelijke fases. Fase groen gaat van start als er een vaccin of groepsimmuniteit is. De kans dat dit komend schooljaar al het geval is, blijft klein. In fase geel is er een beperkte overdracht van besmettingen, waardoor verhoogde waakzaamheid nodig is. In fase oranje is er een systematische overdracht van besmettingen in de samenleving, met alleenstaande of geïsoleerde cluster-uitbraken. In fase rood zijn er wijdverspreide besmettingen in de samenleving en zijn er nieuwe uitbraken en clusters.
2 Hoe zien de mogelijke scenario’s eruit?
Ongeacht de epidemiologische situatie blijft het kleuter- en lager onderwijs altijd open, vijf dagen op vijf met alle leerlingen aanwezig. Er zijn wel verschillen tussen de fasen. Het gaat dan bijvoorbeeld over de aanwezigheid van derden op school, de organisatie van de lunchpauze of de mogelijkheid tot buitenschoolse uitstappen (die worden opgeschort vanaf fase oranje).
Het secundair onderwijs kan in code groen volledig open. In code geel kunnen leerlingen vier dagen per week naar school (woensdag is de geprefereerde dag om thuis te blijven). Kwetsbare leerlingen kunnen in élke fase op school worden uitgenodigd. Vanaf code oranje mogen leerlingen maar de helft van de tijd naar school en mag maar 50 procent van de leerlingen op school zijn. Dat geldt ook voor code rood.
Concreet: een leerling kan bijvoorbeeld in week A naar school met de helft van de klas en in week B volgt de leerling thuis afstandsonderwijs. Er zijn nog verschillen tussen de fases, gelijkaardig met het basisonderwijs: vanaf code oranje moeten leerlingen bijvoorbeeld pauzes nemen in een bubbel.
3 Wie beslist in welke fase we zitten en in welke fase gaan we op 1 september van start?
In juni klonk het nog dat de Veiligheidsraad over het pandemieniveau zou beslissen, maar volgens de woordvoerder van onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) kunnen de gemeenschappen dit autonoom beslissen. De beslissing ligt dus bij de Vlaamse onderwijsverstrekkers, de vakbonden, de minister van Onderwijs en de experten van de GEES. Zij beslissen normaal morgen over de startfase. Het is nog te vroeg voor een voorafname. Weyts hoopte in juni nog om in code geel te kunnen starten. Gezien de verslechterde epidemiologische toestand is die kans wel kleiner geworden.
Koen Van Kerkhoven van onderwijsvakbond COC liet eerder deze week in Het Nieuwsblad zijn licht schijnen over de heropstart: ‘Vooraleer we kunnen denken aan code geel, moet de curve opnieuw beginnen te dalen. En dat is vooralsnog niet het geval, hoe jammer we dat ook vinden.’
4 Kan er nog aan de scenario’s worden gesleuteld?
De woordvoerder van Weyts laat weten dat het niet de bedoeling is dat de scenario’s nog worden aangepast. Epidemioloog Pierre van Damme (UAntwerpen) pleitte er eerder deze week voor om mondmaskers te verplichten in het secundair. In de huidige scenario’s is dat bij code rood alleen nodig als de afstand van anderhalve meter niet kan worden gegarandeerd. En een open brief van onderwijsexperts, pediaters en de Kinderrechtencommissaris (Belgian Pediatric Covid-19 Task Force) vraagt dan weer een volledig heropening van de scholen, ook voor het secundair onderwijs. Maar zulke aanpassingen zitten er dus niet meteen in. ‘Om de gemoedsrust van scholen, leerlingen en ouders te bewaren, zullen we ons houden aan de vastgelegde scenario’s’, klinkt het op het kabinet van minister Weyts. ‘Als we de deur openzetten naar gesleutel aan die draaiboeken, ben je weer een heel jaar aan het discussiëren. Dat is niet werkbaar’, zegt de woordvoerder.
5 Wat gebeurt er als een leerling besmet is?
Wie ziek is, gaat sowieso niet naar school en laat zich testen. Wie ziek wordt op school, wordt uit de klas gehaald en in quarantaine geplaatst in een apart lokaal (dat nadien ontsmet moet worden). Ouders van leerlingen die ziek worden op school, worden meteen gecontacteerd om hen af te halen. De leerling laat zich testen bij de huisarts of in een triagecentrum.
De CLB’s zullen helpen om de contacten van de vermoedelijk besmette leerling in kaart te brengen. Het CLB maakt een risicoanalyse die afhankelijk is van veel factoren. Was er een direct contact tussen de leerlingen, zoals een vechtpartij, kus of knuffel? Wie zit waar in de klas? Wordt er materiaal gedeeld in de klas? Op basis van die info worden hoog- of laagrisicocontacten opgesteld.
In principe mogen laagrisicocontacten naar school, mits de gekende hygiënemaatregelen strikt nageleefd worden. De hoogrisicocontacten zijn een ander verhaal. Als er in afwachting van de testresultaten echt een sterk vermoeden is van covid-19, dan wordt aanbevolen om de hoogrisicocontacten in thuisisolatie te plaatsen. Als het om een bevestigd geval gaat, gaan de hoogrisicocontacten in quarantaine en worden ze getest.
Uit dit scenario blijkt dat er dus wel variatie zal zitten op hoe scholen reageren op een (vermoedelijke) besmetting.
Als een ouder positief test, moeten de kinderen veertien dagen thuis in quarantaine.
Ouders van leerlingen die ziek worden op school, worden meteen gecontacteerd om hen af te halen. De leerling laat zich testen bij de huisarts of in een triagecentrum