Van Aert slaat nu ook toe in Dauphiné
Een rit met 3.500 hoogtemeters, een peloton met de beste klimmers van de wereld, maar op het einde wint alweer Wout van Aert (25). Wat hij gisteren deed in de Dauphiné is straf, zelfs na de Strade Bianche en Milaan-Sanremo.
Wout van Aert had er gisteren zijn plezier in: de journalisten moesten de laatste vijfhonderd meter van het parcours te voet afleggen om tot bij hem te geraken en dat kroop bij een aantal perslieden aardig in de kleren, vooral ter hoogte van de oksels. ‘Steil, hè?’, merkte de man van het moment droogjes op.
Het was in het onooglijke dorpje Saint-Christo-en-Jarez een aankomst die je associeerde met Julian Alaphilippe of zelfs echte klimmers als Primoz Roglic of Egan Bernal. Die laatste eindigde gisteren niet toevallig derde. In de laatste kilometers volgden twee colletjes van vierde categorie elkaar op: eerst de Côte de Leymieux (2 kilometer aan 5.5 procent), daarna de Col de La Gachet (3,3 kilometer aan 4,6 procent). Na een rit met in totaal meer dan 3.500 hoogtemeters – een slordige 500 meer dan in Strade Bianche – leek dat zelfs voor een Van Aert in supervorm van het goede te veel. Jumbo-Visma controleerde samen met Deceuninck – Quick-Step de hele race, maar dat leek vooral bedoeld om de klimmers Dumoulin en Roglic optimaal af te zetten.
Fout gedacht natuurlijk, want bij Jumbo-Visma was Van Aert aleigenlijk tijd al plan A. Vooraf was dat zo besproken in de teammeeting en onderweg, toen het peloton op dertig kilometer van het einde al een eerste keer aan de aankomst passeerde, voelde Van Aert dat de klim binnen zijn bereik lag. Diep in de finale had Robert Gesink via de teamradio nog een laatste keer gecheckt hoe het precies zat. Van Aert antwoordde onmiddellijk: ‘Ik zat vlak achter je, ik voel me goed.’
Wout van Aert
In de sprint maakte hij het makkelijk af. ‘In een vlakke sprint ga je op tweehonderd meter’, legde Van Aert uit. ‘Omdat het zo steil was, heb ik gewacht tot de laatste honderdvijftig meter. Met die hele ploeg voor mij was er op het einde niks moeilijks meer aan.’
Bij Jumbo-Visma vond iedereen het allemaal alleen maar logisch om vol de kaart Van Aert te spelen. Na de klimstages in Tenerife en Tignes weten ze dat hij alleen in het echte hooggebergte moet afhaken. ‘De percentages van vandaag (gisteren, red.) zouden geen probleem zijn voor Wout’, zegt coach Marc Lamberts. ‘Dat wist ik vooraf. Ik vroeg me alleen af of de ploeg echt voor hem zou durven te kiezen.’
Dat Van Aert zo makkelijk bergop gaat, heeft veel te maken met zijn gewicht. Hoeveel hij precies kwijt is, vertelt hij liever niet, maar er is heel specifiek gewerkt om spiermassa te verliezen in zijn bovenlichaam. De dagelijkse calorieinname is de voorbije maanden met 200-300 kilocalorieën teruggebracht. ‘Je hebt geen brede schouders nodig om hard te kunnen fietsen’, zegt Van Aert daarover.
Nieuwe Sagan
De overwinning van Van Aert doet denken aan die van Peter Sagan in Fermo in de Tirreno-Adriatico van 2017. Die klopte toen ook alleen maar klimmers in een aankomst steil bergop. Sagan haalt dat niveau lang niet meer. Gisteren moest hij een eind voor de finish al de rol lossen. Met Van Aert staat meteen een nieuwe dominante renner op voor de klassiekers. De overwinning in de Dauphiné maakt duidelijk dat Van Aert zich daarbij lang niet moet beperken tot de kasseien. Luik en Lombardije zijn nog langer, met nog meer hoogtemeters onderweg, maar niets wat Van Aert niet aankan. Coach Marc Lambert beaamt: ‘Of het gaat gebeuren, zal nog moeten blijken. Maar Wout heeft het in zich om ooit alle monumenten te winnen.’
Officieel gaat Wout van Aert straks als superknecht naar de Tour, louter in steun van de kopmannen Roglic, Dumoulin en Kruijswijk. Maar zoals Jumbo-manager Richard Plugge al voorzichtig aangaf: Van Aert zal toch ook wat persoonlijke bewegingsruimte hebben.
‘In België lijken veel mensen ongerust te zijn omdat ik geen kansen zou krijgen’, aldus Van Aert. ‘Daar hoeft niemand bang voor te zijn. Als er zich nu in een rondje van vijf dagen al een kans aandient, zal dat in de Tour ook wel het geval zijn.’
Jumbo-ploegleider Arthur van Dongen schetst het zo: ‘Als Wout in een vlakke etappe onderweg onze kopmannen heeft bijgestaan en die komen veilig in de laatste drie kilometer én Wout voelt zich goed genoeg om te sprinten: nou, dan zullen wij niet degene zijn die hem gaan tegenhouden. Maar wel in die volgorde, natuurlijk.’
In de vier resterende bergritten in de Dauphiné zal Van Aert zich de rest van de week wel beperken tot knechten. Zoals ploegmaat Robert Gesink het verwoordt: ‘Hij wordt nu de waterdrager met de beste vorm van het peloton.’
Opgave Van Moer en Hermans na val
Brent Van Moer (Lotto-Soudal) en Quinten Hermans (Circus-WantyGobert) kwamen gisteren ten val in de afdaling van de Côte de Courreau. Ze moesten allebei de race staken, maar hun blessures zouden meevallen. Hermans had een grote zwelling aan de rechter voorarm en vreesde voor een breuk, maar in het ziekenhuis werden alleen kneuzingen vastgesteld. Van Moer komt ervan af met een kneuzing aan de rechter schouder een diepe vleeswonde aan de rechterknie. Hij vertrok gisteren vanuit Lyon met de TGV naar België en gaat
‘In een vlakke sprint ga je op tweehonderd meter. Omdat het zo steil was, heb ik gewacht tot de laatste honderdvijftig meter’ JumboVisma