Zijn onze coronamaatregelen te streng?
In Nederland mag je nog feesten met honderd mensen en hoeft het mondkapje maar zelden op. Terwijl onze noorderburen nu meer besmettingen hebben dan toen België de schroeven aandraaide. Is ons land te streng?
Twee weken geleden werd in ons land een resem nieuwe maatregelen van kracht. De sociale bubbel verkleinde tot vijf personen per gezin, evenementen en huwelijksfeesten werden ingeperkt, een avondklok ingevoerd en mondmaskers op meer plaatsen verplicht.
Nederland heeft vandaag meer besmettingen dan ons land bij de invoering van die strengere maatregelen. Maar onze noorderburen mogen wel nog thuis feesten met honderd man. Het mondkapje hoeft slechts op enkele plekken, zoals het openbaar vervoer. En strengere sociale beperkingen komen er voorlopig niet. Is België te streng, of is Nederland te laks?
‘Ik denk dat alle landen in Europa de corona-epidemie heel serieus nemen’, zegt Menno de Jong, professor virologie (Amsterdam UMC) en lid van het Outbreak Management Team (OMT). Dat is het Nederlandse equivalent van de GEES-expertengroep. ‘Geen enkel land is laks. Maar er is qua respons helaas geen gouden standaard, en dus zal elk land eigen keuzes maken.’
Kansspel
Het virus is in België en Nederland uiteraard hetzelfde, en het wetenschappelijke uitgangspunt ook. ‘De basis voor infectieziekten: je moet in contact komen met een minimale hoeveelheid virus. Het is een kansspel: hoe meer langdurige nauwe contacten, hoe groter de kans op een besmetting’, zegt Christian Hoebe, professor sociale geneeskunde (Maastricht University) en eveneens OMT-lid. ‘Elk beleid probeert die kans kleiner te maken: dat doe je door afstand, tijd of het aantal contacten te beïnvloeden.’
Waar België hard inzet op het beperken van de sociale contacten, kiest Nederland voor afstand houden. ‘Met je gezin mag je nauwe contacten hebben, maar daarbuiten moet je afstand houden’, zegt Hoebe. Dus ook als je met honderd mensen afspreekt, moet je anderhalve meter afstand houden. Maar dat gebeurt vaak niet, waardoor het Nederlandse beleid in de praktijk toch veel soepeler is. maakt de Nederlandse regering, in tegenstelling tot de Belgische twee weken geleden, weinig aanstalten om de maatregelen nu al veel strenger te maken. ‘In de praktijk ligt de drempel bij ons dus hoger’, zegt De Jong. ‘We houden uiteraard de vinger aan de pols. Maar infecties alleen zeggen niet alles. Ook de leeftijdsopbouw speelt een rol. Als veel jongvolwassenen besmet zijn, is het risico minder groot, al moet je wel opletten dat het niet oversijpelt naar andere groepen. Waar de grens ligt om te voorkomen dat de ziekenhuizen weer vollopen, is lastig te bepalen.’
Intelligente lockdown
Het verschil in aanpak vloeit mogelijk voort uit hoe Nederland de eerste golf is doorgekomen. ‘Tijdens de intelligente lockdown heeft Nederland ook veel overgelaten aan de eigen verantwoordelijkheid van de burgers’, zegt Hoebe. ‘En toen hebben we het best ver gebracht.’
Ook dat pad moet Nederland nu opnieuw bewandelen, vinden de experts. ‘Mensen hielden zich goed aan de afstandsmaatregelen. Dat is de voorbije weken verloren gegaan’, zegt De Jong. ‘We hopen dat mensen nu opnieuw gaan nadenken. Gebeurt dat niet, dan ligt een terugkeer naar de maatregelen van tijdens de lockdown in het verschiet. Dat is voor eenieder een schrikbeeld.’
Zo ziet ook zijn OMT-collega Hoebe het. ‘We moeten het weer serieuzer nemen. De vrijblijvendheid moet ervan af.’
In België nam de politiek die tussenstap – vertrouwen op de verantwoordelijk van de burgers – niet. ‘Een mogelijke verklaring is dat er in Nederland meer vertrouwen is in de overheid. Als de Nederlandse overheid een maatregel beslist in crisistijden, volgt de burger dat vaak op, denk ik. Dat is in België misschien minder het geval’, zegt De Jong. Bijgevolg hebben ook de politici minder vertrouwen in de eigen burgers.
Hoe strenger, hoe korter
De experts waarschuwen ook dat te snel te streng ingrijpen geen goed beleid is. ‘Wat België doet met zijn sterke sociale beperkingen, is vanuit epidemiologisch standpunt verstandig. Toch als deze crisis drie tot zes maanden zou duren’, zegt John Paget, epidemioloog bij onderzoeksinstituut Nivel. ‘Maar als de verwachting is dat het één tot twee jaar zal duren, dan moet je maatschappelijke en economische afwegingen zwaarder later doorwegen.’
Hoebe onderstreept hoe belangrijk die balans is. ‘De maatregelen moeten altijd proportioneel zijn. Met een enorme bom is de mug zeker dood, maar een handslag volstaat ook. Het vertrouwen van de burger komt in het geding als je te makkelijk te strenge maatregelen neemt.’
Daarom bekijkt de gedragsunit van het RIVM, de Nederlandse tegenhanger van Sciensano, ook de psychologische impact van de maatregelen. ‘Hoe strenger de maatregelen, hoe korter die vol te houden zijn’, zegt De Jong.
Dat wil niet zeggen dat de experts de huidige maatregelen in België per se overdreven vinden. Al zouden ze die maatregelen niet meteen in Nederland bepleiten. ‘Een vaste bubbel van vijf mensen is heel erg beperkend’, zegt Hoebe. ‘Maar ik zou niet zo ver gaan om te zeggen dat het disproportioneel is. Je ziet in heel Europa dat er een schaal is. In Zweden is het te los. In Nederland moet er ook een tandje bij. En België is misschien te streng. Maar het zijn de politici die de balans moeten maken.’
Hoebe wil dat Nederland vooral de huidige maatregelen versterkt. ‘Denk maar aan de snelheid en de kwaliteit van het contactonderzoek, het sneller testen en opsporen en het afdwingen van de quarantaine. Dat is nu belangrijker om de epidemie te controleren dan meer maatregelen te nemen waar heel veel mensen last van hebben.’
Ook provinciegouverneur Cathy Berx had midden juli het plan om zelf een contactonderzoek op te zetten om de uitbraken in Antwerpen in te dijken. Maar uiteindelijk veranderde ze het geweer van schouder met een rist beperkende maatregelen. De Nederlandse experts sluiten niet uit dat ook Nederland alsnog op de rem zal moeten staan. ‘Bij verdubbeling na verdubbeling van het aantal infecties, komt er misschien wel een beperking van het maximumaantal bij een bijeenkomst’, zegt Hoebe.
Evidentie
Het Nederlandse bron- en contactonderzoek is beter uitgebouwd dan in België, al bleek deze week dat het uit zijn voegen kraakt omdat sommige mensen veel – ‘soms wel honderd’ – nauwe contacten hebben.
Dat onderzoek stelt Nederland in staat om te leren waar besmettingen ontstaan. Dat blijkt vooral in de privésfeer te zitten: het gezin, andere familieleden en ‘feestjes, borrels, vrienden’. ‘Dat Nederland over dergelijke data beschikt, en België niet, verklaart mogelijk ook het beleidsverschil’, zegt Paget.
Zo ziet ook De Jong het. ‘Wij verBovendien
‘In Nederland is er meer vertrouwen in de overheid. Als ze een maatregel neemt in crisistijden, volgt de burger dat vaak op. Dat is in België misschien minder zo’
Menno de Jong Professor virologie
zamelen meer data. Het beleid is daardoor meer gedreven door evidentie. In België wordt eerder het voorzorgsprincipe gehanteerd: baat het niet, dan schaadt het niet.’
Dat komt het sterkst tot uiting in de discussie over mondkapjes. ‘Als de meeste besmettingen in de privésfeer zitten,’ zegt De Jong, ‘dan heeft een mondmaskerverplichting geen effect.’
Bovendien is het bewijs dat zelfgemaakte of niet-chirurgische maskers werken, heel dun. Het RIVM haalde een Noorse studie aan waaruit blijkt dat 75.000 mensen een masker een hele week moeten dragen om één besmetting te vermijden. Maar de auteur van de studie verklaarde zelf dat zijn onderzoek nog niet af is.
‘Het risico bestaat ook dat het mondmasker wordt gezien ter vervanging van andere maatregelen waarvan we meer overtuigd zijn’, zegt De Jong. ‘In zones in Nederland waar een mondmaskerverplichting geldt, zien winkeliers dat mensen dichterbij komen. Tel daarbij dat een kapje vaak verkeerd gedragen wordt, dan wegen de eventuele voordelen niet op tegen de nadelen.’
Kansen verkijken
‘De maatregelen moeten altijd proportioneel zijn. Met een enorme bom is de mug zeker dood, maar een handslag volstaat ook’ Christian Hoebe Professor sociale geneeskunde
Zou België er dan goed aan doen om de algemene mondmaskerdracht af te zwakken? ‘Het is een keuze. Ik woon en werk in Nederland. Ik heb geen adviezen te geven aan de Belgische overheid.’
Paget heeft wel een advies. ‘Uitzoeken waar clusters ontstaan, is heel belangrijk. Dat moeten jullie echt gaan doen.’ Moet België strengere maatregelen nemen omdat het bron- en contactonderzoek minder goed werkt? Dat snijdt geen hout, vindt Hoebe. ‘Het bron- en contactonderzoek, dat is toch een kwestie van organiseren? Neem mensen aan, en leid ze op. Zo niet verkijk je kansen.’