58 historici nemen ‘Congocommissie’ onder vuur
In een open brief uiten tientallen gerenommeerde geschiedkundigen hun ongenoegen over de start van de parlementaire ‘Congocommissie’.
Ruim één week geleden ging de bijzondere Kamercommissie die zich zal buigen over het koloniale verleden van België definitief van start. Toen werd het multidisciplinaire team van tien experts aangeduid dat de zeventien parlementsleden moet bijstaan. Het gaat om vijf historici, maar ook om enkele verzoeningsexperts en een vertegenwoordiger van de Congolese diaspora. Ze moeten ‘klaarheid’ scheppen over de koloniale geschiedenis van ons land en zo de ‘verzoening’ vergemakkelijken.
In een open brief nemen meer dan vijftig historici – onder wie Herman Van Goethem, Idesbald Goddeeris en Nico Wouters – de start van de commissie nu onder vuur. Ze vinden dat de commissie een gevaarlijk pad inslaat door haar geschiedkundige opdracht te vermengen met haar verzoenende rol. Volgens de historici doet de commissie dat via de samenstelling van de expertengroep. Ze schrijven dat de experts beter waren voorgedragen door een aantal onafhankelijke instellingen en niet door politici. De briefschrijvers zijn ook van mening dat er veel beter nagedacht had moeten worden over de specifieke vragen die de commissie beantwoord wil zien.
‘Onwetenschappelijk’
‘Dit is haastwerk’, zegt Van Goethem, behalve rector van de Universiteit Antwerpen ook historicus. ‘Men had eerst een grondig debat moeten voeren over de werkwijze van de commissie. Dat is niet gebeurd. Daardoor dreigt het, ondanks alle goede bedoelingen, mis te lopen. Doordat je het historische luik onvoldoende scheidt van de actuele maatschappelijke discussies, dreig je de val van de ideologie in te wandelen.’
Ook Goddeeris, hoogleraar Koloniale Geschiedenis aan de KU Leuven, is niet enthousiast. ‘Men dreigt op onwetenschappelijke basis een officiële geschiedenis van het kolonialisme te schrijven’, zegt hij. ‘Er schort iets aan de opdracht van de commissie en aan de keuze van de experten. Het staat haast vast dat deze onderneming zal crashen.’
Commissievoorzitter Wouter De Vriendt (Groen) spreekt de kritiek tegen. ‘Het klopt niet dat het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika is uitgesloten van onze werkzaamheden, zoals de historici schrijven’, zegt De Vriendt. ‘Een van de experts is verbonden aan het KMMA. Het is ook niet correct dat er geen enkele Congolese historicus betrokken is. En het is al zeker niet de bedoeling om het historische werk te vermengen met het hedendaagse racismedebat. Het historische luik komt eerst en zal gesuperviseerd worden door de vijf historici in de expertengroep. De opmerkingen van de briefschrijvers zijn waardevol, maar ze sporen met onze aanpak.’