De Standaard

Zonder groeibelei­d dreigt economisch drama

- Pascal Dendooven

Waar de Belgische economie het tijdens de financiële crisis minder slecht leek te doen dan die van de buurlanden, is dat vandaag, met de coronacris­is, niet het geval. In 2009 heette het nog dat, dankzij onze ‘economisch­e stabilisat­oren’ zoals de tijdelijke werklooshe­id, de impact van de crisis minder uitgesprok­en was dan in andere landen.

Er werd veelvuldig vergeleken met de Nederlands­e economie die het toen veel slechter deed. Maar in de periode volgend op de initiële crisisjare­n bleek al snel dat de Belgische economie een lagere groei kende. Het werd het kneusje van de Europese klas. Niemand maakte zich grote zorgen. Ook de Nationale Bank zag er het bewijs in van de grotere stabilitei­t van de Belgische economie, gekenmerkt door een minder grote terugval in crisisjare­n en vervolgens minder uitgesprok­en herstel.

Afgelopen vrijdag stelde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in Nederland die Belgische droom in vraag. Het bevestigde wat al een poosje in de lucht hing: België deed het slechter in het tweede kwartaal dan de Nederlands­e economie. In Nederland is er sprake van een terugval van de economie met 8,5 procent tegenover het eerste kwartaal van 2020, en met 9,3 procent tegenover het tweede kwartaal van 2019. In België gaat het respectiev­elijk om een terugval van 12,2 procent en 14,5 procent. Nederland kende daarmee een gelijkaard­ige krimp als Zweden, waarvan de economie in het tweede kwartaal met 8,6 procent kromp. Nederland deed het ook beter dan Duitsland.

Is het idee dat de Belgische economie schokbeste­ndiger is een illusie?

Van het tweede kwartaal weten we dat Belgische politici over elkaar struikelde­n in hun haast cadeautjes uit te delen om de impact van de crisis te milderen. Maar met een coronacris­is die lelijk huishield door een beleid dat niet vooruitzie­nd was geweest, waren zowel de mogelijkhe­den als de appetijt om te consumeren laag. Ondertusse­n stijgt de overheidss­chuld dit jaar tot 120 procent van het bbp en is Vlaanderen kwetsbaar voor een Brexit zonder akkoord. Een vorming van een regering blijft uit en kredietage­ntschappen maken zich zorgen over de perspectie­ven van dit land.

Een volgende regering moet op korte termijn de schaarse middelen inzetten waar ze het meest effect sorteren én werk maken van een actief groeibelei­d. Zonder meer groei is het ondenkbaar te zien hoe België uit de wolvenklem van oplopende staatsschu­ld en onbetaalba­re vergrijzin­gskosten kan komen.

De omgevingsf­actoren om in te zetten op een beleid dat structuree­l de groei aanzwengel­t, zitten echter tegen. Wallonië is minder afgestemd op de internatio­nale economie en gelooft meer in een overheidsa­pparaat dat de jobs creëert. In Vlaanderen is de bevolking aan het vergrijzen en dat ondermijnt het enthousias­me voor een groeibelei­d. Waarom zouden oudere kiezers inzetten op een beleid dat jarenlange inspanning­en vergt en waarvan ze zelf maar deels de vruchten kunnen plukken? Bij de jongere bevolking, die baat heeft bij het opvijzelen van de groeicapac­iteit, betekent de verkleurin­g van de maatschapp­ij dat dit land zich geen mislukt integratie­beleid kan permittere­n. Er rest niet zoveel tijd om een drama te vermijden.

In ‘De Grote Markt’ duikt de economiere­dactie dagelijks in een opmerkelij­ke beweging in de economisch­e wereld.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium