Slaan synthetische antistoffen de brug naar een vaccin?
Zonder vaccin geen exit uit de coronacrisis. In afwachting kunnen we ons behelpen door antistoffen tegen de ziekte farmaceutisch na te maken. Aan de tijdelijke bescherming die deze stoffen kunnen bieden, hangt een stevig prijskaartje.
Terwijl vaccinbedrijven deals afsluiten met overheden zonder dat ze de werking van hun vaccins al hebben bewezen, verkennen concurrerende farmabedrijven een sluipweg. Liever dan te wachten op vaccins, die ons lichaam ertoe moeten aanzetten antistoffen te bouwen tegen het sarsCoV-2-virus dat covid-19 veroorzaakt, proberen zij dergelijke moleculen in het lab op grote schaal na te maken. De inzet: instantbescherming bieden tegen het virus – zij het dan van voorbijgaande aard.
Een injectie of een infuus met synthetische antistoffen kost algauw een paar duizend euro
Xavier Saelens is een van de wetenschappers die aan de weg timmeren. Bij het Centrum voor Medische Biotechnologie van UGent en VIB ontwerpt hij met zijn collega Nico Callewaert op maat gemaakte antistoffen tegen het krooneiwit van het coronavirus – het eiwit waarmee het virus menselijke cellen binnendringt. ExeVir Bio, de start-up die een van deze antistoffen ontwikkelt, verwacht dat tests bij patiënten nog dit jaar van start gaan en dat een eventueel medicijn in de loop van 2021 op de markt kan komen. Grote farmabedrijven als Eli Lilly en Roche/Regeneron zitten zelfs al in de laatste testfase bij mensen en hopen nog dit jaar synthetische antistoffen op de markt te brengen. De hoop is daarmee virusbesmetting te kunnen voorkomen (zij het slechts tijdelijk, zie inzet) en de ziekte onder controle te houden bij patiënten die wel besmet raken.
Gelijktijdig met vaccins
De timing luistert nauw. In de loop van 2021: dat is ongeveer het moment waarop ook vaccins tegen covid-19 op de markt worden verwacht, merkt Geert Meyfroidt op, intensieve zorgarts bij UZ Leuven. ‘Mogelijk zijn de preparaten tegen de tijd dat ze getest en ontwikkeld zijn al outdated’.
Xavier Saelens is daarvan niet zo zeker. ‘Er zijn meerdere vaccins in de maak’, zegt hij. ‘Van geen enkel weten we al of het zal beschermen tegen infectie met het nieuwe coronavirus. En stél dat er een vaccin op de markt komt, dan zal niet de hele wereldbevolking meteen gevaccineerd kunnen worden. In afwachting kunnen synthetische antistoffen een rol spelen.’
Bovendien, zegt Saelens, duurt het na vaccinatie een paar weken voor de antistoffenproductie op gang komt. ‘Als je bij een uitbraak in een rusthuis meteen begint te vaccineren, zijn mensen pas na een paar weken beschermd. Met synthetische antistoffen, die hun efficiëntie overigens ook nog moeten bewijzen bij de mens, zijn ze dat meteen.’
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie worden momenteel ruim dertig verschillende synthetische antistoffen uitgetest bij mensen, zowel ter preventie als ter behandeling van covid-19. De aanpak verschilt van een behandeling met donorplasma van herstelde patiënten. In dat laatste zit een mengsel van diverse antistoffen, terwijl een synthetische antistof ‘monoklonaal’ is, dat wil zeggen: te herleiden tot slechts één, zorgvuldig uitgezocht, type. In beide gevallen is het effect van een behandeling tijdelijk: synthetische antistoffen noch donorplasma bieden de langdurige bescherming van een vaccin.
Pieter Depuydt, longarts en intensieve-zorgarts in het UZ Gent,
‘Als je bij een uitbraak in een rusthuis meteen begint te vaccineren, zijn mensen pas na een paar weken beschermd. Met synthetische antistoffen zijn ze dat meteen'
Wetenschapper UGent en VIB
Xavier Saelens noemt de ontwikkeling van monoklonale antilichamen ‘theoretisch logisch en aantrekkelijk’. Maar hij plaatst bij de aanpak nog wel wat kanttekeningen. ‘Zo moet bewezen worden dat de antistoffen de ziekte niet onverhoeds verergeren.’ Depuydt doelt op een verontrustend en slecht begrepen fenomeen waarbij antistoffen het een virus in zeer uitzonderlijke gevallen gemakkelijker maken om menselijke cellen binnen te dringen, in plaats van moeilijker. Hoewel er voorlopig geen aanwijzingen zijn dat dit bij het sars-CoV-2-virus het geval is, moet het ten gronde worden uitgezocht voor deze therapie op de markt kan komen, aldus Depuydt.
Als synthetische antistoffen behalve veilig ook effectief zouden blijken, moet nog de horde van de productie worden genomen. Net zoals in het geval van vaccinproductie zijn capaciteitsproblemen te verwachten, schat Xavier Saelens van VIB. ‘Vaccins zijn technisch makkelijker op grote schaal te produceren dan antistoffen, die behoorlijk complexe moleculen zijn. De capaciteit om ze op grote schaal produceren is niet oneindig.’
En dan is er nog het prijskaartje, merkt Pieter Depuydt (UZ Gent) op. Want synthetische antistoffen, die al routinematig worden gebruikt in de strijd tegen ziekten als kanker en reuma, zijn peperduur. Een injectie of een infuus ermee (antistoffen zijn te fragiel om als pil te worden geslikt) kost algauw een paar duizend euro – niet vanzelfsprekend voor rijke westerse landen, laat staan voor armere landen in het zuiden.
Als het coronavirus ons lichaam binnendringt, produceert ons afweersysteem antistoffen (ook antilichamen of immunoglobulinen genoemd). Dat zijn op maat gemaakte eiwitten die het virus heel precies en sterk remmen. Een vaccin doet hetzelfde als het virus: het zet ons afweersysteem ertoe aan antistoffen te produceren, door het valselijk te doen geloven dat er een infectie aan de gang is. Beide soorten antistoffen – uitgelokt door ziekte en uitgelokt door een vaccin – bieden in principe een hele tijd (soms jaren tot levenslang) bescherming tegen herinfectie.
Synthetische antistoffen worden niet door ons lichaam aangemaakt, maar geproduceerd door biologische reactoren in farmaceutische bedrijven. Ook zij bieden bescherming tegen infectie, zij het lang niet zo duurzaam als natuurlijke antistoffen – na enkele weken tot maanden ‘vervalt’ hun werking. (hvde)
Wat zijn antistoffen en hoe komen we eraan?