Het landschap onder een stolp
Gideon Kiefer infiltreert in het hart van de Latemse School. Zijn landschappen en stillevens dialogeren én botsen met de idylle.
¨¨¨¨è
Als toemaatje bij de Biënnale van de schilderkunst krijgt Gideon Kiefer een solopresentatie in Sint-MartensLatem. De voormalige illustrator, die transformeerde tot virtuoos tekenaar en recentelijk ook tot schilder, neusde samen met zijn galerieteam in de verzameling van het Museum Gevaert-Minne. Hij voegde er eigen werk aan toe.
Het vroegere woonhuis van de schilder, dromer en pacifist Edgard Gevaert is een bijzondere plek. Ooit huisde er een artistieke commune. Het museum dat er zich nestelde, vertelt het verhaal van het Leiedorp Latem en zijn schilderstraditie. Je volgt er een parcours van kleine kamers, waar het opletten geblazen is om het corona-eenrichtingsverkeer te respecteren. Met zorg is hier de gemeentelijke collectie bijeengebracht, met het kruim van het Vlaams expressionisme en zijn voorlopers.
De wereld van Gideon Kiefer (1970) is die van de droom, de dreiging en het onderbewuste. Herkenbare, maar ongrijpbare taferelen situeert hij in een donkere toekomst, de surrealistische vervreemding roept hij op met een meesterlijke beheersing van de figuratieve beeldtaal.
Gruweltafereel
Voor zijn passage in Latem, onder de titel The room is lit by electric light, zocht hij naar subtiele allusies en vormelijke knipogen. Beeldverwantschappen zijn er in overvloed, want hij laat bijna veertig werken dialogeren met de collectie.
Naast De molen te Latem bij maanlicht, een landschap met zachte tonen van natuurdromer Albijn Van den Abeele, duikt een droomscène van Kiefer op waarin een geometrische figuur de maan vervangt. De kale winterbomen bij Valerius De Saedeleer vinden een echo in kunstmatige, uitgeholde boomstammen die dienst doen bij een experiment met radiotransmissie. Geabstraheerde witte hoevegebouwen bij Frits Van den Berghe: bij Kiefer worden het lichtgevende bakens in een Paysage fautif. En een Stilleven met ganzen, waarin Albert Saverys de overvloed van de natuur etaleert, vertaalt hij in een gruweltafereel met drie opgeprikte vogelkoppen.
Bij Kiefer is er geen plaats meer voor landelijke idylle of de lieflijkheid van een rivieroever. Tot twee keer toe plaatst hij een landschap onder een benauwende stolp. En zelfs al beweert een titel There is no modernism in my village, dan toont de ingekleurde tekening het tegen
De wereld van Gideon Kiefer is die van de droom, de dreiging en het onderbewuste
Bij Kiefer is er geen plaats meer voor landelijke idylle of de lieflijkheid van een rivieroever
deel. Akelige transparante kubussen laat Kiefer uittorenen boven de dorpsstraat. Voor de bonkige, gegroefde Papeter van Gustave Van de Woestyne mogen we misschien sympathie tonen. Maar zijn Kiefercompagnon die zichzelf doodt ‘op de langzame manier’ doet ons eerder huiveren.
In de voormalige schaapsstal, met enkel nieuw werk, krijgt je de synthese voorgeschoteld. De ontwrichte wereld van Kiefer, met haar oneindige ruimtelijkheid en claustrofobische bunkers, paradoxale droombeelden en experimenten van wetenschappers in doktersjassen: ze flirt met vertrouwde thema’s, maar allesbehalve met dromerige poëzie of stemmige landelijkheid.