‘En toen stortte het plafond in’
Dit jaar vieren Carla Arocha en Stéphane Schraenen hun kristallen huwelijk als kunstenaarsduo: al vijftien jaar werken ze samen. ‘Tot nu toe hebben we nog geen fouten gemaakt.’
Plaats van afspraak is hun atelier op het Antwerpse Eilandje. ‘In normale tijden zitten we hier vier, vijf dagen per week’, zegt Stéphane Schraenen. ‘Maar met de coronacrisis zijn we hier niet zo veel geweest.’ Lange tijd hadden ze zelfs geen atelier. ‘Een laptop en een tafel, meer hadden we niet nodig. We werkten op café, in restaurants, hotelkamers, in de trein.’
Carla Arocha (59) werd geboren in Caracas, Venezuela en ging biologie studeren in Chicago. ‘Mijn plan was dokter worden om mijn kunstpraktijk te financieren’, zegt ze lachend. Hoewel ze haar studie afmaakte en zelfs een jaar in een ziekenhuis werkte, werd ze al snel voltijds kunstenaar.
In 1995 ontmoette ze op een diner in de Renaissance Society in Chicago een Belgische schilder: een zekere Luc Tuymans zou er zijn eerste solo maken. Het was liefde op het eerste gezicht en Arocha verhuisde naar Antwerpen, waar ze intussen twintig jaar woont. En waar ze Stéphane Schraenen leerde kennen. Hij was gestopt met zijn studies aan de Academie uit onvrede met de manier waarop er onderwezen werd. ‘Het leek me interessanter om in de leer te gaan, zoals vroeger’, zegt hij. Dus begon hij studioproductie te doen voor een aantal kunstenaars, zoals Guillaume Bijl en Joëlle Tuerlinkckx, en werkte hij voor het NICC, een belangenvereniging voor kunstenaars. In het NICC moest hij op een dag een werk opstellen van Carla Arocha. Het klikte.
Tuimelkruid
Een paar jaar geleden openden Carla Arocha, Stéphane Schraenen en Luc Tuymans de kunstruimte CASSTL – genoemd naar hun initialen. Het is een vrijplaats waar tentoonstellingen, performances, optredens en lezingen kunnen plaatsvinden. En het atelier van Arocha & Schraenen.
Het is de properste kunstenaarsstudio die ik ooit heb gezien. Hier ontstaat een werk niet uit experimenteren met materiaal, maar uit ideeën en gesprekken. Schraenen: ‘Het is niet zo dat we een werk maken, en nog een en nog een, om ze dan samen te brengen in een expo. Bij ons gebeurt het omgekeerd. Als we worden uitgenodigd, gaan we naar de ruimte kijken, en dan praten we erover. Daar komt het werk uit voort, een beetje zoals tuimelkruid.’
Wat ze in hun atelier wél maken zijn simulaties en gedetailleerde technische tekeningen. ‘We maken altijd een fool proof manual’, zegt Schraenen, ‘zoals een Ikeahandleiding, maar dan gedetailleerder. Zo kunnen ook anderen het werk installeren.’
‘Er is eigenlijk nog maar één keer iets misgelopen’, zegt Arocha. ‘Maar dat lag niet aan het werk, maar aan de ruimte. We hingen in een expo in Londen een immens stuk op en het plafond stortte in. Twee dagen voor de opening.’ Schraenen: ‘Toen hebben we ’s nachts ander werk laten transporteren vanuit Antwerpen.’
Lgbtq
Momenteel toont het M HKA werk van Arocha & Schraenen in de de lgbtq-groepstentoonstelling Together. Peep pink, Peep blue en Peep purple is een triptiek van monochrome rechthoekige prints met een bescheiden cirkeltje als peephole. En in Een blik achter de muur, een tentoonstelling in de Blikfabriek die net is afgelopen, was van het duo het werk 1.5 te zien. ‘150 kleine ronde spiegeltjes vormden op de muur en de vloer een vierkant van 150 vierkante meter’, zegt Schraenen. ‘Tussen de spiegeltje zat telkens anderhalve meter, om de veilige afstand aan te geven.’
Een jaar geleden doken Arocha & Schraenen in hun archief. Het was tijd om orde te scheppen in de chaos. ‘We werken aan een monografisch boek met al het werk dat we ooit gemaakt hebben’, zegt Arocha. ‘Niet alleen in de vijftien jaar waarin we samenwerkten, maar ook uit de periode daarvoor.’
Schraenen: ‘De eerste vijf maanden van het archiefwerk voelden voor mij echt verstikkend omdat onze medewerkers voortdurend over ons praatten in de verleden tijd. Het voelde alsof we geesten waren.’ ‘Het was ook heel fijn om terug te kijken’, zegt Arocha. ‘Niet dat ik ooit twijfelde aan wat we deden, maar door alles samen te zien, merkte ik: tot nu toe hebben we nog geen fouten gemaakt.’
‘Op dit moment ligt onze productie een beetje stil’, zegt Arocha. ‘De plek waar we ons plexiglas laten maken, produceert nu niets anders meer dan dingen tegen covid. Bovendien hebben we momenteel geen galerie: onze galeries in Berlijn en Miami moesten sluiten wegens financiële problemen. Het is voor ons niet het jaar om te verkopen of om een galerie te vinden. Dus focussen we op het werk. De toekomst is onzeker, maar: necessity is the mother of inventions.’
Dit is het properste atelier dat ik ooit heb gezien. Hier ontstaat een werk niet uit experimenteren met materiaal, maar uit ideeën en gesprekken
Elke maandag laat een creatieveling zien waar zij of hij alles bedenkt. En licht al een tip van de sluier op over toekomstig werk.