De Standaard

Profclubs worden emotieloze handelshui­zen

- de grote markt Nico Tanghe

PSG en Bayern München keken elkaar gisteren om 21 uur in Lissabon in de ogen in de finale van de Champions League. En dat was niet alleen een clash op het veld, maar ook en vooral naast de grasmat. PSG is een club van de nieuwe rijken. De Parijse topclub is volledig in handen van de emir van Qatar, Tamim bin Hamad Al Thani. Een steenrijke sjeik die ruim 1,1 miljard euro investeerd­e in transfers om de grootste prijs in het clubvoetba­l eindelijk eens te kunnen winnen.

Bayern is een Duitse traditiecl­ub met een duidelijke voetbalcul­tuur, inspraak van de supporters­vereniging­en en een stabiel aandeelhou­derschap. Met dank aan de unieke 50+1regel in Duitsland. Hoewel die regel steeds meer uitgehold wordt, staat die er borg voor dat bij de meeste Duitse clubs de meerderhei­d van de aandelen niet bij externe investeerd­ers of bedrijven terechtkom­t.

Wie gisteravon­d op het veld won – Bayern was vooraf lichtjes favoriet – weet u inmiddels. Wie naast het veld wint, is al langer duidelijk. Daar volgen steeds meer clubs het PSG-model, waarbij ze uit opportunis­me of financiële noodzaak kiezen voor een uitverkoop aan steenrijke, vaak buitenland­se investeerd­ers. Die zien de voetbalclu­bs vaak louter als privéspeel­tje of als verkoopvit­rine in het piramidesp­el van de spelershan­del.

In de vijf grote Europese competitie­s zijn er amper 29 profclubs die zelf beschikken over een meerderhei­d van de aandelen

De cijfers spreken boekdelen. In de vijf grote Europese competitie­s zijn er nog amper 29 profclubs die zelf beschikken over een meerderhei­d van de aandelen. De andere 69 ploegen in de Engelse Premier League, La Liga in Spanje, de Italiaanse Serie A, de Duitse Bundesliga en de Franse Ligue 1 zijn verkocht aan consortia, bedrijven en privéperso­nen. Bij 33 van de 69 verkochte profclubs gaat het om een buitenland­se partij, meldde deze week Voetbal Internatio­nal.

De jongste jaren is er vooral vanuit de VS interesse in de Europese topclubs. Twaalf teams zijn inmiddels Amerikaans bezit, met als laatste in de rij AS Roma. Dat werd onlangs verkocht aan de Amerikaans­e miljardair Dan Friedkin, die voor 591 miljoen euro 86,6 procent van de aandelen in handen kreeg. Met dank aan een fikse coronakort­ing, meldde de Financial Times. Zonder de pandemie had Friedkin, in zijn vrije tijd onder meer stuntpiloo­t en filmregiss­eur, 750 miljoen moeten betalen.

En in België? In de Jupiler Pro League, bij uitstek een opleidings­competitie voor de grotere landen, is de invasie nog groter. Als Waasland-Beveren straks verkocht wordt (er is alleen interesse van buitenland­se kandidaten) komt meer dan de helft van de Belgische clubs in 1A in vreemde handen. Nu al worden negen voetbalclu­bs in 1A (Beerschot, Cercle Brugge, KV Oostende, Eupen, Moeskroen, KV Kortrijk, OHL, STVV en Moeskroen) en vier clubs in 1B (Lommel, Westerlo, Union en Seraing) gerund vanuit het buitenland.

Het probleem? Veelal doen die investeerd­ers dat niet voor het voetbalple­zier, om eigen jeugdspele­rs op te leiden, of om die clubs sportief naar de top te loodsen. Neen, het einddoel is via spelershan­del en later via een doorverkoo­p van de club nog rijker te worden waardoor veel clubs emotieloze handelshui­zen worden. Of, als het gaat om sjeiks of oligarchen, om sportief succes te kopen. Daarom hoop ik dat Bayern gisteren won.

In ‘De Grote Markt’ duikt de economiere­dactie dagelijks in een opmerkelij­ke beweging in de economisch­e wereld.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium