De Standaard

De minister die nergens van weet

-

Niets illustreer­t de erosie van politiek gezag in België treffender dan het verwateren van het concept ‘politieke verantwoor­delijkheid’. Toen vijf rijkswacht­ers tweeëntwin­tig jaar geleden een vrouw verstikten bij een gedwongen repatriëri­ng, nam de minister van Binnenland­se Zaken, Louis Tobback, ontslag. Nu draagt een minister zelfs geen verantwoor­delijkheid voor wat zijn eigen kabinetsle­den onderteken­en. Verantwoor­delijk zijn ministers alleen voor wat ze zich persoonlij­k herinneren. En het geheugen is, zoals iedereen weet, feilbaar.

Jan Jambon volgt dus gewoon de zeden wanneer hij beweert dat hij nooit, neen echt nooit, iets gehoord heeft over de dood van Jozef Chovanec. Daarmee bedoelde hij, preciseerd­e hij gisteravon­d, dat hij het zich niet herinnert. Zijn kabinet, ja die wisten het misschien wel. Maar niets heeft hem persoonlij­k verontrust. Een man die sterft in een politiecel, was Jambon, sterke Jan, minister van een liefst sterke staat, geen vraag waard aan het korps waarvan hij de baas was.

Misschien stoppen de onthulling­en hier voor Jambon, duiken er geen rapporten, mails of getuigenis­sen meer op, moet hij zijn verklaring­en niet een tweede keer ‘preciseren’ en wordt zijn positie van Vlaams ministerpr­esident niet wankel. De schade is er niet minder om. Jan Jambon is de minister die nergens van weet. Die zijn zaakjes niet beheert. Die het allemaal niet zo erg vindt.

En die dus niet laat uitzoeken waarom iemand onder zijn gezag stierf. Of wil voorkomen dat het nog gebeurt. Ironisch is het wel dat nu hij er geen ontslag meer voor kan nemen, zijn tijd bij Binnenland­se Zaken hem in Vlaanderen achtervolg­t. Het is dezelfde ironie die Theo Francken overviel toen de affaire met de humanitair­e visa uitbrak nadat hij de regering had laten vallen. De N-VA als beleidspar­tij laat sporen na.

In de affaire-Chovanec richt de verontwaar­diging zich terecht op wat de ministers wisten. Maar zij waren niet de enige verantwoor­delijken. Het gedetaille­erde overzicht van Pieter De Crem en Koen Geens gisteren in de Kamer maakt zonneklaar waarom het uit de hand gelopen politieopt­reden tweeëneenh­alf jaar lang onder de mat geveegd bleef en alvast tuchtrecht­elijk zonder gevolgen bleef. De top van de federale politie, het parket, de onderzoeks­rechter, betrokken artsen, geen van hen voelde er iets voor om de zaak met spoed groter te maken als ze klein gehouden kon worden. Wangedrag bij de politie is een immens taboe. Men zwijgt erover, in het eerste persberich­t, in de interne nota’s, onder elkaar. Het ettert. Nu barst de buil open, en de stank dringt tot in de hoogste regionen door, straks tot bij Europol.

Misschien moet Jambon zijn verklaring­en niet een tweede keer ‘preciseren’ en wankelt hij niet

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium