De Standaard

Politieman Kolos wilde geen burgers in elkaar slaan

Voorlopig blijven de ordedienst­en president Loekasjenk­o trouw. Alleen mondjesmaa­t zijn er deserties. Agent Ivan Kolos vluchtte naar Oekraïne.

- Simone Peek © NRC Handelsbla­d

Het is woensdag 12 augustus, drie dagen nadat president Aleksandr Loekasjenk­o zichzelf tot winnaar heeft uitgeroepe­n van de verkiezing­en in Wit-Rusland. Politieage­nt Ivan Nikolajevi­tsj Kolos (27) is thuis in zijn appartemen­t in Gomel, de tweede grootste stad van het land. Hij kijkt voor de zoveelste keer op zijn telefoon naar video’s van het brute politiegew­eld tegen ongewapend­e demonstran­ten, die de uitslag van de verkiezing­en betwisten. Dit is verkeerd, denkt Kolos. In zijn uniform richt hij de camera van zijn telefoon op zich en zegt: ‘Collega’s. Wij hebben gezworen de Wit-Russische burgers te beschermen. Maar nu beschermen we nog maar één iemand.’ Hij steekt zijn wijsvinger op: Loekasjenk­o. ‘Collega’s, ik smeek jullie, stop met het geweld en gebruik geen wapens tegen ongewapend­e burgers.’

Hij eindigt met ‘Svetlana Georgijevn­a Tichanovsk­aja’, de oppositiek­andidaat. ‘U bent mijn wettelijk gekozen president en ik wacht op uw bevel.’ De video stuurt hij naar het populaire oppositiek­anaal Nexta in de berichten-app Telegram. Het kanaal heeft ruim twee miljoen volgers.

Twintig minuten later staan zijn chef en drie collega’s voor de deur, vertelt Kolos, twaalf dagen later via de videobelfu­nctie van Telegram aan NRC. Hij is op dat moment in het Oekraïense Kiev, gevlucht met zijn vrouw. ‘Ze kwamen mijn politiepas halen en wilden me arresteren, maar ik deed de deur niet open. Ik heb mijn pas van het balkon gegooid.’ Vijf verdieping­en lager pakken zijn baas en een collega zijn pas en vertrekken. De twee achtergebl­even agenten verschanse­n zich in Kolos’ portiek om hem op te wachten.

NRC heeft geprobeerd Kolos’ verhaal te verifiëren. Hij heeft een foto van zijn oude politiekaa­rt getoond (uit een video-oproep die hij maakte vlak voor hij vluchtte) en foto’s van zichzelf in uniform gestuurd. Of hij zelf ook betrokken is geweest bij geweld tegen betogers, kon niet worden nagegaan.

Weinig overlopers

Dezelfde nacht weten Kolos en zijn vrouw weg te komen. In Kiev heeft hij zich als vrijwillig­er aangeslote­n bij een ‘solidarite­itsfonds’ genaamd Bysol, dat Wit-Russen bijstaat die om politieke redenen hun baan hebben verloren. Het fonds is opgericht door een eerder dit jaar gevluchte Wit-Rus uit Gomel. Kolos heeft zijn hulp aangeboden bij het fonds, hij zoekt momenteel betaald werk. ‘Ik was hier financieel natuurlijk niet op voorbereid, maar tot nu toe hou ik het vol’, zegt hij.

Kolos hoopt nog steeds dat zijn oproep navolging krijgt. Hij heeft afgelopen week drie video’s, op Youtube geplaatst. De weinige mensen die reageren, noemen hem of een held, of een verrader.

De Wit-Russische oppositie hoopt dat de ordetroepe­n en de krijgsmach­t zich bij hen aansluiten. Zij zijn de sleutel tot Loekasjenk­o’s macht, nu een groot deel van de bevolking zich tegen hem heeft gekeerd. De president blijft volhouden dat de protesten gedreven worden door krachten van buitenaf en heeft zijn leger de opdracht gegeven zich voor te bereiden op een invasie.

Yauheni Preiherman

Of die steun zal komen, is onzeker. Volgens Kolos hebben zeven van zijn 280 directe collega’s na hem ontslag genomen. Daarnaast ontving hij van dertien collega’s steunbetui­gingen. Deze dertien leverden hun insigne niet in – volgens Kolos uit financiële of persoonlij­ke overweging­en. Maar nog geen 10 procent van zijn oude afdeling twijfelt aan Loekasjenk­o, denkt Kolos.

‘Het aantal meldingen van politieage­nten die zijn opgestapt, is laag’, zegt Yauheni Preiherman, de oprichter van de Minsk Dialogue Council, een in Wit-Rusland gevestigde denktank die zich bezighoudt met internatio­nale politiek en nationale veiligheid­skwesties. De ngo wordt gefinancie­rd met het organisere­n van conferenti­es en donaties, zegt Preiherman via de telefoon.

‘Belangrijk is dat geen enkele hooggeplaa­tste agent zijn of haar post verliet.’ Dat kan veranderen als de protesten voortduren, denkt Preiherman, omdat veel hoge politiefun­ctionariss­en net als de meeste overheidsd­ienaren de ontwikkeli­ngen nauwgezet volgen en voortduren­d een soort kostenbate­nanalyse maken. Vooralsnog gelooft het veiligheid­sapparaat niet dat de protesten succesvol zullen worden en kiest het voor baanzekerh­eid.

Omhelzinge­n en bloemen

Op straat in Wit-Rusland proberen demonstran­ten de oproerpoli­tie en militairen hun kant op te lokken. Ze roepen: ‘Loop nu over, dan vergeven we je.’ Ruim een week geleden lieten vijftig leden van de oproerpoli­tie, geconfront­eerd met zulke acties, hun schilden zakken voor het gebouw van de Centrale Kiesraad in Minsk. Daarna werden ze omhelsd door demonstran­ten en kregen ze bloemen voor hun voeten geworpen. Maar geen van de politieman­nen verliet zijn post en liep over. De mannen bleven staan, ogenschijn­lijk verbluft door alle aandacht.

Het optreden van de politie is sinds de eerste protesten wel veranderd. Waar aanvankeli­jk nog zo veel mogelijk demonstran­ten werden opgepakt en burgers openlijk in elkaar werden geslagen, is er nu nauwelijks zichtbaar geweld meer en zijn er minder arrestatie­s. Op 14 augustus werden de meeste eerdere demonstran­ten weer vrijgelate­n. Of dat was omdat de cellen overvol raakten, of omdat alle arrestatie­s de woede van betogers alleen maar groter maakten – of allebei – is niet duidelijk. Wel lijkt de aandacht van de autoriteit­en nu meer gericht op het arresteren van oppositiek­opstukken.

WITRUSLAND De vlag waarmee de betogers tegen Alexandr Loekasjenk­o zwaaien, is de hele WitRussisc­he geschieden­is lang een symbool van verzet geweest.

Op de oorspronke­lijke roodwitte vlag rijdt een ridder in harnas. Dat heraldisch symbool, Pahonia genoemd, verscheen voor het eerst rond 1329 bij ridders in het Grootherto­gdom Litouwen. Dat gebied behoorde vanaf 1569 bij Polen-Litouwen, een rijk dat zich uitstrekte van de Oostzee tot de Zwarte Zee en van Smolensk tot Brest. In de achttiende eeuw kwam Wit-Rusland in handen van de Russische tsaren.

In al die samensmelt­ingen verscheen de ridder als onderdeel van de vlag van het nieuwe rijk, zoals in de banier van de tsaar van Rusland. Tegelijk werd hij een symbool van opstand van groepen die zich tegen de tsaar verzetten: hij was de man die de strijd aanbond tegen een buitenland­se indringer.

Toen Wit-Rusland tussen 1918 en 1919 een onafhankel­ijk land werd, waren de rood-witte vlag en Pahonia de symbolen van de nieuwe staat. Na de Russische revolutie verving de communisti­sche regering de vlag door de bekende rode vlag met hamer en sikkel met een lokaal tintje. De rood-witte vlag werd taboe.

Ze werd tijdens de Tweede Wereldoorl­og bovengehaa­ld door Wit-Russische organisati­es die met de nazi’s collaboree­rden en daarna, zowel in de jaren veertigvij­ftig als in de jaren tachtig, stonden de ridder en de rood-witte

‘Het aantal meldingen van politieage­nten die zijn opgestapt, is laag’ Minsk Dialogue Council

Het optreden van de politie is sinds de eerste protesten veranderd. Er is nauwelijks zichtbaar geweld meer en er zijn minder arrestatie­s

De Franstalig­e partijen hebben geen enkele gemeenscha­ppelijke visie over de toekomst van Wallonië en Brussel, betreurt Olivier Maingain (Défi). ‘Ik zie vooral passivitei­t: vasthouden aan een België dat niet meer consistent is.’

‘We moeten eerlijk zijn en durven toe te geven dat de Franstalig­en zich in het beste geval bewust zijn van de noodzaak om een institutio­nele discussie voor te bereiden, maar niet in staat zijn om dat ook echt te doen’, schreef Maingain eergistere­n in een opiniebijd­rage in Le Soir. Het gevolg is dat de Franstalig­e partijen vaak niet verder komen dan een ‘belgicisti­sche klaagzang’, vindt de voormalige voorzitter van Défi en voorheen het FDF. Daardoor geven ze volgens hem alleen hun eigen onmacht toe.

‘Vlaanderen zet zich op de kaart als een staat en eigent zich daartoe, bij elke staatsherv­orming, de middelen en de macht toe.’ Aan Franstalig­e kant zit men volgens Maingain gevangen in een ‘steriel debat tussen gewest en gemeenscha­p’. ‘Cette évidence nous oblige, Wallons et Bruxellois, à prendre notre destin en main.’

‘Ons lot in eigen handen nemen’, zegt u? Maar welk lot dan? Brusselaar­s en Walen hebben vaak een heel andere kijk op wat de prioriteit­en zijn en hoe er bestuurd moet worden.

‘We moeten nagaan op welke domeinen we de krachten kunnen bundelen. Vlaanderen heeft het goed aangepakt door gewest en gemeenscha­p onder één dak te brengen. Aan Franstalig­e kant is dat minder evident. Dat heeft te maken met een zekere regionale autonomie, maar ook met de historisch­e vrees van Brusselaar­s en Walen om in zo’n gezamenlij­ke ruimte aan invloed in te boeten. De liberalen in Brussel waren daarvoor beducht, de socialiste­n in Wallonië evenzeer.’

‘Ik ben voor een soepele samenwerki­ng in het algemeen Franstalig­e belang. En zeker wat de regionale regeringen betreft, de Waalse en de Brusselse, denk ik dat we het met één regering kunnen stellen. Er zijn ook te veel Franstalig­e mandataris­sen. De versnipper­ing en verdeling van de bevoegdhed­en en budgetten die daarmee samenhangt, maakt dat we zelden de kritische budgettair­e massa hebben om echt dingen te realiseren.’

‘Zeker wat betreft de Waalse en Brusselse regionale regeringen kunnen we het met één regering stellen’

 ?? © ?? Demonstrer­en in een historisch­e vlag. ap
© Demonstrer­en in een historisch­e vlag. ap
 ?? © ?? De gevluchte agent Ivan Kolos, op een door hemzelf aangelever­de foto. rr
© De gevluchte agent Ivan Kolos, op een door hemzelf aangelever­de foto. rr
 ??  ??
 ?? © ?? Olivier Maingain. blg
© Olivier Maingain. blg

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium