Totalitaire ramp
De Chinese kunstenaar Ai Weiwei levert een ontluisterende documentaire af over de Chinese aanpak van covid-19.
Toen eind december 2019 dokter Li Wenliang alarmerende berichten uitstuurde vanuit Wuhan over een dodelijk sars-virus, werd hij bedreigd door de politie. Een half jaar later zitten we aan bijna 24 miljoen besmette personen over de hele wereld en meer dan 813.000 doden.
Vanuit zijn ballingschap in Europa regisseerde de Chinese kunstenaar Ai Weiwei een documentaire die een ontluisterend beeld geeft van de Chinese aanpak van het virus. Hij blijft ver van een simplistische verklaring of het aanwijzen van schuldigen. Maar de film toont overtuigend aan dat een totalitaire surveillancestaat wel de juiste middelen heeft om zijn bevolking koest te houden, maar niet om diezelfde bevolking ook te behoeden voor een dodelijk virus. Daar zit een belangrijke les in voor de Europese democratieën, die zich al te kwetsbaar hebben opgesteld tegenover een onbetrouwbare partner.
Volgens de begeleidende tekst op Vimeo zijn de beelden aangeleverd door ‘gewone Chinezen’, maar er zitten ook straffe dronebeelden bij van stilstaande treinen aan het gigantische station van Wuhan en van lege snelwegen. De dystopie was echt.
Laat er geen twijfel over bestaan: de mensen die meewerkten aan deze film stelden een daad van moed, in een staat waarin de minste vorm van rebellie grof wordt aangepakt. Ai Weiwei zelf moest het land ontvluchten vanwege zijn activisme.
Een dokter toont hoe het eraan toeging in het geïmproviseerde ziekenhuis van Wuhan. De camera filmt een tv-scherm met bewakingsbeelden, waarop te zien is hoe hij zijn beschermingspak moet uittrekken in een meticuleus georkestreerd ritueel. Vanuit een luidsprekertje corrigeert een vrouwenstem hem wanneer hij iets fout dreigt te doen. De dokter als een kleuter.
Druk, druk, druk
Dit is de totalitaire surveillancestaat ten voeten uit. Geen enkele moeite is te veel om de eigen bevolking, inclusief artsen, te bespioneren en bij de les te houden. Zo druk heeft dat gigantische overheidsapparaat het daarmee, dat het ondertussen vergeet dat het ook voor die mensen moet zorgen.
De razendsnelle bouw van Wuhans extra ziekenhuis – in tien dagen! – wekte in februari wereldwijd bewondering op. Een deel van de keerzijde zie je in deze film, die toont hoe een van de bouwvakkers na afloop zijn intrek moest nemen in een ondergrondse garage. Hij is dakloos. Naar huis kan hij niet, want niemand mag Wuhan nog uit. Compleet aan zijn lot overgelaten belt hij vanuit zijn auto van de ene naar de andere overheidsdienst om een reisvisum te bekomen. Hij wordt van het kastje naar de muur gestuurd.
Schrijnend is het verhaal van een man die zijn vader verloor aan corona omdat de Chinese staat lang volhield dat het virus onschadelijk was en niet van mens op mens overdraagbaar was. Hij reist naar Wuhan om er de assen van zijn vader op te halen en botst daarbij op grote tegenstand. Uiteindelijk krijgt hij 30 procent korting op het graf aangeboden, als compensatie. Een ambtenaar giet aan de lopende band linnen zakjes met assen uit in urnen, voor het oog van de nabestaanden. De mens, het individu, is uitgewist.
Kwetsbaar systeem
Ook in België was en is de aanpak niet zonder blunders, problemen en foute inschattingen. Sommige daarvan, zoals de warrige communicatie, zijn mogelijk eigen aan de democratie, in al zijn onvolmaaktheid. Deze film toont nog eens glashelder waarom de vrije, democratische samenleving, met al zijn beperkingen, het minst slechte systeem is. En dat de totalitaire staat in China minder onkwetsbaar is dan hij, bijvoorbeeld onlangs nog in Hongkong, graag doet geloven. ‘Stromend water kan een boot dragen,’ zegt de rouwende zoon, ‘maar ook doen kapseizen.’ Onrecht is een voedingsbodem.
Een ambtenaar giet aan de lopende band linnen zakjes met assen uit in urnen, voor het oog van de nabestaande