‘Misschien staan we over een week alweer thuis’
Met een omstandig coronaprotocol hoopt organisatiebureau ASO de Tour tot in Parijs te krijgen. De Belgische ploegartsen Jens De Decker (Lotto-Soudal) en Philip Jansen (Deceuninck – Quick-Step) schatten de slaagkansen in.
Het uitgangspunt van ASO is een virusvrije wedstrijdbubbel creëren die tot in Parijs hermetisch afgesloten blijft. Zijn de regels honderd procent sluitend?
De Decker: ‘Nee, dat kan ook niet. Iedereen heeft de verplaatsing naar Nice moeten maken. Tussen de laatste coronatest en de start van de Tour zitten drie dagen. Er is de incubatieperiode van het virus. Tests kunnen valsnegatief zijn.’
Jansen: ‘Wij trekken van hotel naar hotel. Hoe hebben vorige gasten zich gedragen? Deurklinken, liftknoppen, het eten dat de plaatselijke keuken voor de stafleden bereidt: allemaal potentiële risico’s.’
De renners moeten twee keer per dag een symptomenlijst invullen. Die score bepaalt of ze al dan niet een nieuwe coronatest moeten ondergaan. Zullen zij het riskeren om ongewone vermoeidheid of pijn te signaleren en het vervolg van hun Tour op het spel te zetten?
De Decker: ‘Ik kan me niet voorstellen dat een renner tegen mij iets verzwijgt. Ook de renners willen zo veilig mogelijk koersen en de gezondheid van hun collega’s niet in gevaar brengen.’
Jansen: ‘Ik heb een uitstekende band met de renners. Ik ben honderd procent zeker dat niemand zal liegen.’
Is de Tour niet zo uitputtend dat die scores op den duur standaard hoog zullen liggen en dus voortdurend tot nieuwe tests zullen verplichten?
De Decker: ‘Als arts zijn we opgeleid om alle factoren in acht te nemen en een totaalbeeld te schetsen. Het is een kwestie van infectieuze symptomen te onderscheiden van logisch verklaarbare vermoeidheid of pijn. We moeten dat dagelijks doen in onze praktijk, dat zal niet anders zijn in de Tourbubbel.’
Jansen: ‘Ik ga er ook vanuit dat er ruimte zal zijn voor nuance wanneer je die scores bespreekt met de covid-cel van ASO.’
Wie positief test, moet naar huis, samen met al wie 48 uur vooraf nauw contact met die persoon heeft gehad. Renners vermengen zich in koers en hebben nauw contact met elkaar bij het ontbijt en avondmaal.
De Decker: ‘We doen er alles aan om contacten met een hoog risico te vermijden. Aan tafel laten we stoelen tussen, er zijn ook geen buffetformules. Op de bus laten we alleen de renners, de sportdirecteurs en de dokter toe.’
Jansen: ‘Bij het eten werken wij met kleine tafels met een vaste verdeling: iedere renner zit altijd tegenover zijn kamergenoot. Er worden geen flessen rondgegeven, iedereen heeft zijn eigen flesje.’
Als twee renners of stafleden binnen de zeven dagen positief testen of ernstige symptomen vertonen, moet heel de ploeg naar huis. Al zou die regel nu vanwege protest alsnog worden versoepeld.
De Decker: ‘We wachten nog op uitsluitsel daarover. Het huidige protocol is heel streng, maar ik sta erachter. Het heeft tenminste het voordeel van de duidelijkheid.’
Jansen: ‘In essentie zijn de regels veel te streng, maar stel dat je versoepelt naar drie positieve gevallen, dan krijg je dezelfde discussie. Ik vind de regels aanvaardbaar.’
De Decker: ‘Als dokter beslis je in eer en geweten. Als een renner positief test, ben ik niet alleen dokter van die renner, maar draag ik ook verantwoordelijkheid naar zijn ploegmaats, de rest van het peloton, de andere stafleden en het geheel van de samenleving. Welke beslissing ik ook neem, ik weet dat het teammanagement mij zal volgen. Ik weet niet hoeveel druk andere ploegen op hun artsen leggen, maar als dokter kun je het niet maken om een positieve test te negeren.’
Jansen: ‘Ik ga niet heel mijn carrière op het spel zetten om iedereen in Parijs te krijgen. Ik heb mijn privépraktijk, werk in een verslavingscentrum, was acht weken vrijwillig covid-arts in het ziekenhuis in Tienen. Dat is een andere insteek dan wie uitsluitend in de koers werkt. Er wordt veel beweerd over Patrick Lefevere, maar hij zal de eerste zijn om mijn beslissingen te steunen. Waarmee ik niet zeg dat andere ploegen wel gaan valsspelen.’
De Decker: ‘Bij de renners van Lotto-Soudal heeft niemand antistoffen. Bij de stafleden hebben er twee positief getest, maar dat was in maart.’
Jansen: ‘Wij hebben mensen gevonden met antistoffen, maar dat was nog in de lockdown. Of daar ook renners bij waren? Dat behoort tot het medisch geheim. Alleszins niemand die mee is naar de Tour. Iedereen was ook symptomenvrij.’
De Decker: ‘Als iedereen zijn job doet en contacten buiten de bubbel vermijdt, is de kans reëel. Hopelijk met 22 ploegen.’
Jansen: ‘Je weet dat je evengoed volgende week alweer thuis kunt staan. Zoals de regels nu zijn, lijkt de kans mij klein dat alle ploegen Parijs halen. Áls iedereen het eerlijk speelt.’
De Decker: ‘Er komt inderdaad extra stress
‘Bij onze renners heeft niemand antistoffen. Bij de stafleden hebben er twee positief getest, maar dat was in maart'
Jens De Decker Ploegarts LottoSoudal
bij kijken. En zeggen dat dit mijn eerste Tour is. Je denkt helemaal niet aan hoe de ploeg de koers moet winnen, je bent al blij als iedereen er veilig doorheen geraakt.’
Jansen: ‘Voor mij is het mijn tweede Tour. Vorig jaar was heel speciaal met Julian Alaphilippe in de gele trui. Nu wordt het dat op een andere manier. Maar corona maakt me niet nerveus. Mijn grootste angst zijn de valpartijen. Dat blijft het grootste risico. Helaas hebben we dat als ploeg de voorbije weken nog eens pijnlijk moeten ervaren.’
‘Ik ga niet heel mijn carrière op het spel zetten om iedereen in Parijs te krijgen'
Philip Jansen Ploegarts Deceuninck QuickStep