Acht uur gemaskerd in de klas? Er zijn alternatieven
Beno Schraepen
TERUG NAAR SCHOOL Laat secundaire scholen zelf beslissen hoe ze de lessen coronaveilig maken, stelt Beno Schraepen voor.
De scholen zullen openen in code geel. Na een week kunnen ze overschakelen naar oranje en gedeeltelijk weer dichtgaan (DS 26 augustus). Volwassenen en leerlingen in het secundair onderwijs moeten in de klas te allen tijde een mondmasker dragen, ook bij code geel.
De leraren en leerlingen zelf reageren verdeeld. Sommige scholieren berusten in de situatie en plaatsen gezondheid en open scholen boven alles. Leraar Kevin Bruggeman vindt het beter om mondmaskers niet te verplichten in klassen, omdat ze het lesgeven verstoren en de communicatie bemoeilijken (DS 25 augustus). Lerares Bénédicte Verbeeck wil liever van bij de start inzetten op een gedeeltelijke opening, om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan (DS 26 augustus).
Hoewel de tweede golf minder ernstig is dan het einde van de eerste golf, lijkt de impact op het dagelijkse leven van jongeren groter. In vergelijking met de halve opening begin juni zullen nu heel wat leerlingen en leerkrachten ruim acht uur gemaskerd rondlopen. Het is niet voor eventjes, de spreekbuizen van de GEES vermoeden zelfs dat ze een heel schooljaar maskers zullen moeten dragen.
Nochtans verschillen virologen, immunologen en infectiologen in binnen- en buitenland onderling sterk van mening over het nut ervan. Een wandeling door de berichtgeving van de afgelopen maanden, doet de vraag rijzen of mondmaskers het virus of de angst voor het virus moeten buitenhouden.
Over één zaak is er eensgezindheid: in drukke gesloten ruimtes waar het niet mogelijk is voldoende afstand te houden, is een mondmasker zinvol. De veronderstelling dat dit in secundaire scholen het geval is, is het belangrijkste argument voor de mondmaskerplicht.
Wees wat creatiever
De algemene regel heeft misschien het voordeel van de duidelijkheid, maar is daardoor in hetzelfde bedje ziek als alle voorgaande regels. Elke vorm van differentiatie, autonomie en creativiteit ontbreekt. Kunnen of mogen secundaire scholen niet samen met hun leerlingen beslissen hoe ze zich het volgende schooljaar coronaproof organiseren?
Een volledige opening kan bijvoorbeeld bij scholen die zich zo organiseren dat ze voldoende afstand en verluchting kunnen garanderen en lessen in te kleine lokalen kunnen beperken tot enkele uren per dag. Ze kunnen extra ruimte creëren door bepaalde lessen buiten te geven of onder een afdak (shelters kunnen ze bij de plaatselijke jeugdbeweging bestellen). Daarnaast kunnen ze uitwijken naar extra ruimtes in de buurt (een hangar, een parochiezaal, jeugdhuizen …).
Uitstappen mogen niet, maar voor sommige lessen is het dichtstbijzijnde park of plein wel geschikt. Dat kan alternerend voor verschillende klassen of groepjes van één klas. Klaslokalen komen zo gedurende een tijdslot vrij voor andere leerlingen, wat de spreiding ten goede komt. Via gedifferentieerd groepswerk kunnen vaste bubbels van vier tot vijf leerlingen zelfstandig aan de slag (buiten, in de refter, ergens in de school), het is een kwestie van vertrouwen.
Met een tiental tafels en parasols
op de speelplaats kunnen ze een schoolterras creëren, en daar hoeft het mondmasker niet. Pauzes kunnen in gespreide slagorde (bijvoorbeeld per graad of klas). Ook via online platformen kunnen leerlingen vanop gelijk welke plaats in het schoolgebouw, individueel of in groep, participeren aan de les.
Meer bewegen
Studies stellen dat leerlingen geconcentreerder zijn en minder storend gedrag stellen wanneer ze meer bewegen in de lessen, ruimtes maximaal kunnen gebruiken en op verschillende manieren les krijgen (binnen, buiten, actief, passief, individueel, in groep). Over een win-win gesproken. De derde win is dat de leerlingen zich door het nieuwe vertrouwen, de actieve lesvormen en de herwonnen ademruimte nog extra zullen inzetten. Het is dat of zes uur of meer met maskers op.
Als dat allemaal niet lukt, kan een school altijd nog kiezen voor een gedeeltelijke opening voor bepaalde graden. Sommige leerlingen presteerden beter met dat gedeeltelijke afstandsonderwijs. Onderwijskwaliteit wordt pas echt zichtbaar wanneer de scholen zelf uit hun pijp mogen komen.
Scholen kunnen extra ruimte creëren door bepaalde lessen buiten te geven of kunnen uitwijken naar locaties in de buurt, zoals jeugdhuizen