Waarom Oradour ook ons aangaat
MARTELAARSDORP Ons land kan iets leren van hoe Frankrijk reageert op acties van negationisten, vinden Jan Deboutte en Henri Heimans. Frankrijk zal er alles aan doen om de verantwoordelijken voor de bekladding in martelaarsdorp Oradour-surGlane op te sporen, te berechten en te straffen. In dat dorp zijn op 10 juni 1944 642 burgers op laffe wijze brutaal vermoord door de SS – een ‘vergeldingsactie’. Op het herdenkingscentrum zijn met graffiti negationistische leuzen aangebracht (DS 25 augustus). President Emmanuel Macron, premier Jean Castex, de burgemeester van Oradour-sur-Glane en vele andere Franse beleidsverantwoordelijken veroordeelden die daad scherp.
Met die reactie bewijzen de Franse autoriteiten dat zij het toenemende neofascisme, negationisme en de verheerlijking van het nazisme een halt willen toeroepen en dat ze het niet vergoelijken. Hun houding steekt schril af bij die van de Belgische politici.
Brand in Bilzen
In augustus 2019 bracht een lid van een extreemrechtse vereniging een Hitlergroet bij het nationaal gedenkteken van het Fort van Breendonk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hebben de nazi’s en hun medestanders daar verzetsmensen en Joden gevangengehouden, gefolterd en terechtgesteld, in afwachting van hun transfer naar de concentratie- en vernietigingskampen. De extreemrechtse vereniging deelde die ‘heldendaad’ op sociale media. Veel Vlaamse beleidsverantwoordelijken verkozen onverschilligheid boven stellingname en actie.
In een toekomstig asielcentrum in het Limburgse Bilzen werd in november 2019 brand gesticht. Gelukkig waren er geen slachtoffers. Maar één beleidsverantwoordelijke was bereid zich in het parlement ondubbelzinnig te keren tegen de houding van extreemrechts en de ranzige commentaren op sociale media.
In dezelfde stad, in het naburige Lanaken en in Tongeren hebben vandalen in juni 2020 racistische graffiti aangebracht. De uitroep ‘Hitler kom terug’ mocht daarbij niet ontbreken. Sommige lokale mandatarissen toonden bijzonder veel begrip voor de daders.
Ook de antisemitische stereotypen in het carnaval van Aalst in 2019 en 2020 waren geen reden voor scherpe veroordelingen door Vlaamse beleidsverantwoordelijken. Volgens de burgemeester van Aalst, Christoph D’Haese (N-VA), hadden de mensen die de obscene ‘grappen’ veroordeelden het carnaval niet begrepen. Mogen zij zich niet over dat walgelijke schouwspel uitspreken? Mag de politiek niet reageren, omdat het antisemitische spektakel in het carnaval van Aalst juridisch niet kan worden aangepakt?
Intussen zijn er beelden opgedoken van een faliekant afgelopen inter - ventie van de luchtvaartpolitie in Charleroi, in februari 2018, waarbij een man uit Slovakije, Jozef Chovanec, het leven liet. Een vrouwelijke agente bracht de Hitlergroet in zijn cel. Neonazistisch gedrag heeft dus ook aanhang gevonden bij hen aan wie de handhaving van orde en recht in onze democratie is toevertrouwd. Ook in dit geval beperkt de reactie zich tot ‘geschokt’.
Dat er meer aan de hand is dan alleen maar de spreekwoordelijke ‘rotte appel’ blijkt onder meer uit de verklaringen van de voorzitter van toezichthouder Comité I, Serge Lipsycz, in Knack: ‘Je ziet de tendens om extreemrechts minder als een probleem te zien. Dat geldt ook voor sommigen binnen de inlichtingendiensten.’
De politiek moet gezamenlijk, duidelijk en ondubbelzinnig het om zich heen grijpende neofascisme een halt toeroepen
Op 23 augustus bedreigde een man viroloog Marc Van Ranst in het station van Mechelen. De dader zou hem ‘kapotmaken omdat hij een linkse rat was’. Daarop bracht hij ook een Hitlergroet (DS 24 augustus). Een schepen uit Beveren liet de kans om te zwijgen voorbijgaan en reageerde met ‘Arme Marc Van Ranst, Calimero’.
Te veel begrip
Het is tijd dat onze politici, zoals in Frankrijk, gezamenlijk, duidelijk en ondubbelzinnig het om zich heen grijpende neofascisme een halt toe roepen. Wetgevende initiatieven tegen de ruime verspreiding van racistische, discriminerende en negationistische haatberichten in de sociale media, die geen enkele bevolkingsgroep sparen, zijn dringend nodig.
Na de Tweede Wereldoorlog kregen de rechtsstaat, de democratie en mensenrechten hun huidige vorm, als reactie op de misdaden van de totalitaire nazistische en fascistische regimes. Het kantelpunt voor de teloorgang van dat trio bevindt zich daar waar de overheid zich niet verzet tegen extremistische, in dit geval neofascistische, ideologieën.
Politici mogen zich niet langer in stilzwijgen hullen. Dit is het moment voor een uitdrukkelijke veroordeling en sterk verzet. Al te lang hebben ze te veel terughoudendheid en begrip betoond. Onverschilligheid doodt.