Gemiddeld 2 procent inflatie, graag
De Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, streeft voortaan een inflatiecijfer na van ‘gemiddeld 2 procent, over langere tijd’. Daarmee stuurt ze haar bestaande inflatiedoelstelling van 2 procent bij. Fed-voorzitter Jerome Powell maakte de beleidsaanpassing gisteren bekend, in een toespraak op een virtuele, coronaversie van de klassieke bankiersbijeenkomst die normaal dezer tijd in Jackson Hole zou plaatsvinden.
Hoezo bijgestuurd, zal u denken. De lat blijft toch op 2 procent inflatie liggen? Dat lijkt misschien zo, maar klopt niet helemaal. De monetaire politiek van de Fed was tot nog toe gericht op het bereiken van die 2 procent. Punt. Maar de Amerikaanse inflatie haalt al ruim vijf jaar lang dat cijfer niet meer. En zelfs als de 2 procent weer zou worden bereikt, is daarmee deze periode, met een lagere inflatie van gemiddeld 1,4 procent de voorbije jaren, niet gecompenseerd.
Nu de Fed op een gemiddelde inflatie van 2 procent mikt over een langere tijd, zullen periodes van lagere inflatie, zoals nu, dus opgevolgd mogen worden door periodes met een inflatiecijfer dat tijdelijk hoger ligt dan 2 procent. Zonder ingrijpen van de Fed op de basisrente. Lees: zonder dat de Fed de basisrente zal optrekken.
De Fed houdt langer dan gedacht vast aan een soepel monetair beleid, nulrente en het opkopen van schuldpapier
Dat vooruitzicht werd meteen positief onthaald op de aandelenmarkten van Wall Street. Het betekent dat Powell en de andere Fed-bestuurders langer dan tot nog toe werd gedacht zullen vasthouden aan een soepel monetair beleid, aan een politiek van nulrente en het massaal opkopen van schuldpapier. Vlak voor de zomer liet de Fed verstaan dat ze dit beleid tot eind 2022 zal aanhouden. Maar dat lijkt dus niet langer de einddatum te zullen zijn voor de Amerikaanse nulrente. Eigenlijk gaat het om een rentevork tussen 0 en 0,25 procent. Het Internationaal Monetair Fonds heeft zelfs al het jaar 2025 als nieuwe horizon naar voren geschoven.
Het was trouwens niet de enige bijsturing die Powell gisteren de wereld instuurde. Tot nog toe werd de Amerikaanse rentepolitiek mede afgestemd op het bereiken van ‘maximale werkgelegenheid’. Die maximale werkgelegenheid streeft de Fed nog altijd na, maar ook als de realiteit een stapje lager ligt, namelijk een ‘zeer hoge werkgelegenheid’, is dat voortaan voldoende om de politiek van ultralage rentes aan te houden.
Die lage rentes moeten zuurstof geven aan het Amerikaanse bedrijfsleven en de bedrijven helpen om aan jobcreatie te doen. Powell benadrukte gisteren dat er nood is aan meer jobs, in het bijzonder voor de almaar groter wordende groep van gezinnen met lage inkomens.
Op dat vlak gaat het maar traag de goede kant uit. Vorige week is het aantal aanvragen voor een eerste werkloosheidsuitkering in de VS met 100.000 gedaald, tot net boven 1 miljoen. Analisten hadden op een iets grotere daling gehoopt. De cijfers van het ministerie van Arbeid tonen aan dat het herstel van de Amerikaanse arbeidsmarkt traag verloopt. Het aantal steunaanvragen ligt nog altijd veel hoger dan voor de coronacrisis.