Jacht op scalp Ineos geopend

Zo beklemmend de sfeer bij de start van de Tour door de coronadreiging aanvoelt, zo hooggespannen zijn de sportieve verwachtingen.

Het moet lang geleden zijn dat wielerliefhebbers van zo lang van tevoren hebben uitgekeken naar de Ronde van Frankrijk als dit jaar, en dat heus niet alleen door de twee maanden uitstel vanwege de pandemie.

In de straten van Nice, waar het circus zich vanmiddag op gang trekt, hangt behalve het zwaard van corona ook een geur van sportieve revolutie in de lucht. De eerste Tour van de jaren twintig draagt de belofte in zich van een regimewissel. Voor het eerst lijkt het bastion van de Ineos Grenadiers, zoals het vroegere Team Ineos sinds woensdag officieel heet, bij de start niet oninneembaar.

Het Britse Rijk, gemanaged door David

Brailsford, drukte met een zelden geziene dominantie zijn stempel op de voorbije jaren tien van de nieuwe eeuw. In de jongste acht Rondes behaalde de Sky/Ineos-vloot zeven keer de eindzege, met vier verschillende admiraals: Bradley Wiggins (2012), Chris Froome (2013, 2015, 2016 en 2017), Geraint Thomas (2018) en Egan Bernal (2019). Alleen Vincenzo Nibali, in 2014 in het shirt van Astana, kwam ertussen gevaren in een editie waarin Froome op weg naar de kasseien van het Noorden al vroeg was uitgeschakeld.

Een machtsoverdracht zou niet eens uit de lucht komen vallen. Zou het kunnen dat ze al in de Tour van vorig jaar werd ingeluid? Op de hoge toppen van Alpen en Pyreneeën

belandde de trein van Ineos toen herhaaldelijk naast de sporen, op stang gejaagd door de geel-zwarte brigade van Jumbo-Visma, met een glansrol voor de nu zelfs niet eens geselecteerde Laurens De Plus.

Maar aan het eind pronkten ook vorig jaar op de hoogste podiumtrapjes in Parijs twee mannen van Brailsford, met naast Egan Bernal titelverdediger Geraint Thomas. De spits van Jumbo-Visma, Steven Kruijswijk, bezette de derde trede, vooraf als het hoogst haalbare ingeschat.

Twee Neptunussen

Dat er op de Champs-Elysées vorig jaar al reikhalzend werd uitgekeken naar de editie 2020, kwam door het vooruitzicht op twee extra locomotieven voor de trein van Jumbo-Visma. Twee grote motoren van wie wél mag worden verondersteld dat ze het collectieve overwicht in de bergen kunnen omzetten in individuele eindwinst in Parijs: de vorig jaar afwezige Primoz Roglic en Tom Dumoulin.

Tot het Critérium du Dauphiné, de generale repetitie voor La Grande Boucle, kondigde de Tour 2020 zich aan als een gevecht tussen twee Neptunussen: de Ineos Grenadiers vs. Jumbo-Visma, allebei gewapend met een drietand. Met Egan Bernal, Geraint Thomas en Chris Froome in het kamp van de Britten, en Primoz Roglic, Tom Dumoulin en Steven Kruijswijk bij de