Jambon heeft zijn vel nog niet gered
Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) blijft gevangen in het vagevuur. Telkens als hij spreekt over de zaak-Chovanec, lijkt hij zichzelf verder in nesten te werken.
De kritiek op Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA) in de zaak-Chovanec houdt aan. ‘Het enige wat de minister toegeeft, is dat wat hij niet meer kan ontkennen’, verwoordde SP.A-Kamerfractieleider Meryame Kitir het gisteren. Ook de liberalen, nochtans een partner in de Vlaamse regering, houden zich niet meer (allemaal) in.
Jambon keerde vervroegd terug uit vakantie. Die trip liep al niet helemaal zoals gepland – mocht corona niet bestaan hebben, was hij de voorbije weken op huwelijksreis geweest – maar de zaak-Chovanec dwong hem tot actie. Italiaans gebruind gaf hij zaterdagmiddag in zijn thuisbasis Brasschaat een persconferentie om zijn versie van de feiten te geven, zijn diepe spijt te betuigen, zich breed te maken voor zijn kabinetsmedewerkers en … toch opnieuw in de problemen te komen.
Alles draait om de Slovaak Jozef Chovanec. Die stierf eind februari 2018, enkele dagen nadat hij bijzonder hardhandig was aangepakt in een politiecel op de luchthaven van Charleroi. Jambon was destijds minister van Binnenlandse Zaken en dus bevoegd voor de politie. De verontwaardiging is groot, vooral door de camerabeelden die Het Laatste Nieuws onlangs uitbracht en waarop onder meer te zien is dat een agente de Hitlergroet brengt terwijl Chovanec in bedwang wordt gehouden. ‘Wat daarop te zien is, tart elke verbeelding. Maar in 2018 hadden we daar geen weet van. Dat was voor mij totaal, totaal nieuw’, aldus Jambon zaterdag. Hij noemde die Hitlergroet wansmakelijk en bood ook zijn medeleven aan de nabestaanden aan.
So far so good, tot hij daarna meer tekst en uitleg gaf bij een ontmoeting met de toenmalige Slovaakse ambassadeur Stanislav Vallo. Jambon moest namelijk toegeven dat hij die man wél degelijk gesproken had. Iets wat hij tot dit weekend altijd ontkende, zelfs toen verslagen bekend raakten waarin sprake was van een gesprek tussen Jambon en de Slovaakse ambassadeur. Daar moest hij zaterdag dus op terugkomen. Jambon vindt echter niet dat hij gelogen heeft. ‘Liegen doe je als je de intentie hebt om de waarheid te verdraaien.’
Vallo werd al een eerste keer ontvangen door twee kabinetsmedewerkers op 2 maart 2018, een week na de feiten dus. Jambon was toen in het buitenland. Maar op 30 mei van dat jaar had hij zelf ook een onderhoud met de man. Volgens Jambon ging dat gesprek onder meer over migratie, en is de zaak-Chovanec slechts in één zinnetje ter sprake gekomen. Meer dan dat het onderzoek nog liep, kon Jambon Vallo naar eigen zeggen ook niet vertellen.
‘Schade niet te overzien’
Ook Open VLD-Kamerlid Tim Vandenput, die vorige week al harde woorden sprak in de Kamer, reageert verontwaardigd. ‘De kleur van je das of schoenen vergeten, is één ding. Maar een gesprek met de ambassadeur vergeet je niet zomaar’, zegt hij aan De Standaard. Hij vindt het ook onbegrijpelijk dat Jambon in 2018 geen tuchtonderzoek is gestart naar de betrokken
‘Door die uitspraken te doen heb ik alleen mezelf in nesten gewerkt’
Jan Jambon
Vlaams ministerpresident (NVA)
agenten. ‘Door dat niet te doen heeft hij eigenlijk het hele politiekorps in de steek gelaten. De imagoschade voor de politie door deze zaak is niet te overzien. Bovendien had het meer transparantie kunnen brengen naar de nabestaanden.’ Jambon voert daar aan dat hij zich terughoudend opstelde zodra er een gerechtelijk onderzoek was opgestart en het Comité P zich de zaak aantrok.
Ook MR-voorzitter GeorgesLouis Bouchez is stomverbaasd dat Jambon zich het onderhoud met de ambassadeur niet kan herinneren. ‘Ik herinner me persoonlijk elke communicatie over een overlijden’, aldus Bouchez op RTL.
Dat hij zich niets meer herinnerde, heeft volgens Jambon te maken met de omstandigheden. ‘De dag voordien, op 29 mei, was er een aanslag in Luik. Op 30 mei, de dag van het gesprek met de ambassadeur dus, werd die aanslag opgeeist door IS. Ik ben die dag ook met Charles Michel (MR) nog naar Luik gereden. Drie mensen zijn bij die aanslag gestorven, onder hen twee politieagenten. Mijn aandacht ging dus volledig naar die aanslag, dat verklaart wellicht ten dele waarom ik me niets van dat gesprek herinnerde.’
Vandaag houdt de parlementaire begeleidingscommissie van het Comité P een gedachtewisseling met het Comité P over de zaakChovanec. Die vergadering vindt plaats achter gesloten deuren.
Triomfantelijke tweet
Morgen wordt Jambon dan gehoord in het federale parlement. Hij mag nu al een spervuur van vragen verwachten. Toch is het vooral uitkijken naar de reacties nadien in het Vlaams Parlement. Daar onthouden Willem-Frederik Schiltz (Open VLD) en Peter Van Rompuy (CD&V), fractieleiders van Jambons coalitiepartners, zich voorlopig van commentaar. Schiltz wil eerst de commissie afwachten.
Dat Jambon niet tot dinsdag wilde wachten om zijn verhaal te doen, toont de politieke magnitude en de gevoeligheid van het dossier. ‘Ik betreur ten zeerste dat ik verklaringen heb afgelegd die niet blijken te kloppen. Maar ik heb nooit de intentie gehad om de waarheid te verdraaien. Door die uitspraken te doen heb ik alleen mezelf in nesten gewerkt.’
Gevraagd naar de gevolgen voor zijn politiek functioneren zei Jambon dit weekend dat hij contact had met Open VLD en CD&V: ‘Niemand eist mijn ontslag’. N-VAcommunicatie-adviseur Pol Van Den Driessche tweette zaterdagavond zelf nog triomfantelijk:
‘Triest dagje voor sommige journalisten. Zij hadden zo gehoopt dat er vandaag zou worden gehouden een ‘groot banket’ waar ‘het hoofd van JJ op de tafel werd gezet’. En dat feestje gaat nu toch wel niet door zekers...’
Er zijn een pak goede redenen te bedenken waarom het bericht nadien verwijderd werd en ook Van Den Driessche zich excuseerde.
‘Het enige wat de minister toegeeft, is dat wat hij niet meer kan ontkennen’
Meryame Kitir
SP.AKamerfractieleider