Wordt begroting het kind van de rekening?
Of de regering nu paars-geel of Vivaldi kleurt, ze dreigt een flinke duit te kosten. En dat boven op het begrotingstekort waarmee ons land nu al kampt.
Dit jaar stevent het begrotingstekort af op 52,8 miljard euro. Dat is niet verwonderlijk na de gigantische, vaak eenmalige uitgaven, om onze economie zonder al te grote kleerscheuren door de coronacrisis te leiden. Maar volgens het Monitoringcomité zal het tekort op die begroting tot 2024 al zeker boven de 25 miljard euro hangen. Niemand verwacht van een volgende regering dat ze dat tekort in de komende bestuursperiode fors zal verminderen.
Maar met de plannen die gesmeed worden, dreigt het tekort alleen maar groter te worden. In de deal die de PS en de N-VA maakten (DS 2 september), werd afgesproken dat tegenover elke verhoging van uitkeringen een lastenverlaging zou staan. De PS haalde haar minimumpensioen van 1.500 euro binnen, maar daar tegenover staat dan een verdere lastenverlaging voor de eerste aanwervingen die kmo’s of zelfstandigen doen of het plan om het pensioen niet langer af te toppen voor wie goed verdient. Het is waarschijnlijk dat eenzelfde dynamiek bij een Vivaldi-akkoord zal spelen. De socialisten stappen alleen in zo’n regering als ook daar extra geld is voor gezondheidszorg, het pensioen naar 1.500 euro gaat en de laagste sociale uitkeringen worden opgetrokken.
Daartegenover staan liberale partijen die allergisch zijn voor elke vorm van belastingen. In het wenslijstje, dat de liberale familie destijds aan preformateurs Bart De Wever (N-VA) en Paul Magnette (PS) overmaakte, pleitte ze er nog voor om vanaf 2022 de begroting opnieuw te saneren om op een termijn van vijf tot tien jaar tot een evenwicht te komen. Daarvoor willen ze het overheidsbeslag tot onder de 50 procent van het bbp brengen. Dat valt moeilijk te verzoenen met de extra uitgaven die de socialisten wensen. Temeer omdat het om recurrente uitgaven gaat.
‘Sommige zijn misschien maatschappelijk wenselijk, maar dan moet je ook duidelijk maken hoe je ze geloofwaardig financiert’, zegt de Gentse econoom Gert Peersman. ‘Meer dan koopkrachtmaatregelen is vertrouwen belangrijk voor de economische groei. Onzekerheid over nieuwe belastingen of besparingen doet mensen de vinger op de knip houden.’
Maar Peersman vindt dat een nieuwe regering eerst werk moet maken van nieuwe investeringen, in verdere digitalisering bijvoorbeeld. Die bieden productiviteitsgroei op lange termijn en zijn bovendien een stimulans die het herstel op korte termijn bevordert. De paars-gele plannen bevatten duidelijk de ambitie om het investeringsniveau op te trekken tot 4 procent van het bbp met verwijzing naar het investeringspact dat de regering-Michel uittekende. In het blauwe wenslijstje is ook sprake van ‘strategische en productieve investeringen’ met een verwijzing naar dat pact.
‘Meer dan koopkrachtmaatregelen is vertrouwen belangrijk voor de economische groei'
Gert Peersman Econoom UGent