Unilever belooft fossielarme schoonmaak
Het concern Unilever wil tegen 2030 een punt zetten achter het gebruik van fossiele brandstoffen in zijn schoonmaakproducten. ‘Dat is een zeer ambitieus doel.’
1
Hoe komt het dat schoonmaakproducten bijdragen tot de klimaatverandering? De ecologische voetafdruk van de meeste schoonmaakproducten is groot. De detergenten of wasactieve stoffen en solventen in de meeste middelen zijn afkomstig van aardolie, vertelt Karolien Vanbroekhoven van het Vlaamse onderzoeksinstituut Vito. Het gaat om afgeleiden van benzeen en ethyleen die geproduceerd worden door de petrochemische industrie. Daarbij komt nog dat voor de productie ervan veel warmte nodig is, waarvoor ook fossiele brandstoffen gebruikt worden. Daardoor draagt de productie bij tot de klimaatverandering.
Maar het is ook opletten met schoonmaakproducten op plantaardige basis, waarschuwt Wim Soetaert, directeur van de Bio Base Europe Pilot Plant in de Gentse haven. Want in wasmiddelen wordt veel palmolie verwerkt, en die is omstreden vanwege de impact op de regenwouden.
De belangrijke grondstoffen van biodetergenten die tegelijk de regenwouden ontzien, zijn suikers en plantaardige oliën afkomstig van koolzaad, vertelt Soetaert. Tom Smidts, hoofd Home Care van Unilever in de Benelux, voegt er meteen aan toe dat voor het consumentengoederenconcern het gebruik van gecertifieerde palmolie een prioriteit is. Unilever is wereldwijd overigens een van de grootste afnemers van palmolie.
2
Is het moeilijk om schoonmaakproducten fossielvrij te maken?
Er bestaan al bio-alternatieven voor fossiele detergenten, zegt Soetaert, maar die zaten tot nu toe in een vicieuze cirkel. Omdat de vraag veel kleiner is, gebeurt de productie op kleinere schaal waardoor ze duurder zijn dan fossiele detergenten. Soetaert illustreert dat met een sprekende vergelijking. De productie van detergenten schommelt wereldwijd rond 30 miljoen ton per jaar. Daarmee vergeleken heeft het Duitse chemiebedrijf Evonik
– dat momenteel een voortrekker is voor de productie van biodetergenten – een fabriek die goed is voor enkele tienduizenden ton, schat Soetaert. Evonik werkt overigens al nauw samen met Unilever.
Een bijkomend probleem is dat de samenstelling van schoonmaakproducten niet met een vingerknip te veranderen valt. Soetaert kreeg de voorbije jaren van de producenten steevast te horen dat het technisch en operationeel een hele klus is. ‘Er zijn gigantisch veel schoonmaakmiddelen en die hebben allemaal een eigen samenstelling. Bio-alternatieven introduceren betekent in de praktijk dat de formulering van de producten herbekeken moet worden.’
Het wordt voor Unilever een uitdaging om deze vicieuze cirkel te doorbreken, erkent Tom Smidts van Unilever. Om tegen 2030 al zijn schoonmaakproducten fossielvrij maken, moet Unilever op zoek naar bedrijven die mee op de kar willen springen om veel grotere volumes biodetergenten en fossielvrij verpakkingsmateriaal te maken, zegt hij. ‘Een aanzienlijk deel van het miljard euro dat Unilever de volgende jaren investeert in de overstap naar fossiele vrije schoonmaakmiddelen zal gaan naar partnerschappen en naar onderzoek en ontwikkeling met toeleveranciers’, meldt hij.
3
Hoe groot is de CO2voetafdruk van schoonmaakproducten?
Door zijn schoonmaakproducten fossielvrij te maken tegen 2030 kan Unilever zijn totale CO2-voetafdruk met 20 procent verlagen. Op basis van de huidige uitstoot van het Brits-Nederlandse concern betekent dat een besparing van ruim 3 miljoen ton CO2 op jaarbasis, stelt Smidts. Dat komt ongeveer overeen met de jaarlijkse uitstoot van de grootste olieraffinaderij in de Antwerpse haven.
De grootste besparing – bijna de helft – gebeurt door fossiele bestanddelen van de schoonmaakproducten te vervangen door CO2-loze ingrediënten.
4
Wat is de rol van de consument? Consumenten die bewust kiezen voor volledig groene schoonmaakproducten – in marketingjargon de dark green consumers – zijn vooralsnog een kleine minderheid (in ons land gaat het om 3 procent). Maar hun aantal neemt snel toe, vertelt Smidts. Die markt van de dark green consumer groeit jaarlijks met meer dan tien procent. Tegelijk leren enquêtes dat voor zo’n 70 procent van de consumenten de aandacht voor het milieu meespeelt bij de aankoop van schoonmaakproducten. De huidige covid-19-pandemie heeft daar geen verandering in gebracht.
Unilever kan niet anders dan inspelen op het veranderende consumentengedrag. Dat staat volgens Soetaert als een paal boven water. De grote producenten van schoonmaakproducten moeten het geweer van schouder veranderen onder de druk van het grotere milieubewustzijn en het wijzigende aankoopgedrag bij de consument.
Al voegt Smidts er meteen aan toe dat tegelijk bij heel wat consumenten nog altijd het idee leeft dat bioschoonmaakproducten minder effectief zijn. Unilever zal er ook werk van moeten maken om dat idee de wereld uit te helpen, besluit hij.
Veel consumenten denken nog altijd dat bioschoonmaakproducten minder effectief zijn
geflitst Adyen in EuroStoxx50
Het Nederlandse bedrijf Adyen, dat betaaloplosingen aanbiedt, staat voor een nieuwe mijlpaal. Op 21 september wordt het lid van de selecte club van de EuroStoxx50.
Toen het bedrijf in juni 2018 naar de beurs van Amsterdam trok, was het prompt 7 miljard euro waard. Dat leek toen adembenemend veel voor een bedrijf dat meer weg had van een uit de kluiten gewassen scale-up, dan van een nieuwe Paypal.
Adyen stond echter op een goede weide, doordat het betaaloplossingen biedt voor e-commercetransacties. De coronacrisis die e-commerce nog meer wind in de zeilen gaf, deed de beurswaarde van Adyen exploderen. De 7 miljard euro van in 2018 zijn er nu 43 miljard geworden.