Olieparadijs moet spaarpot aanspreken
De lage olieprijs wurgt niet alleen arme petrostaten. Zelfs het steenrijke Koeweit vreest na oktober de lonen van het overheidspersoneel niet meer te kunnen betalen.
De meeste olieproducerende Golfstaten willen af van hun afhankelijkheid van het zwarte goud, door hun economieën sneller te diversifiëren én financieel in te grijpen. Want als de olieprijs ineenzakt – zoals vandaag het geval is met nog 40 dollar per vat – dreigt een economische ramp. Daarom investeert Saudi-Arabië, bijvoorbeeld, volop in duurzame energie en verhoogt het tegelijk de belastingen.
Maar Koeweit? Daar zit alles al jaren politiek vast. De Koeweiti blijven onverstoord op grote voet leven, zoals het een steenrijke petrostaat betaamt. Liefst 80 procent van de plaatselijke bevolking werkt er in dienst van de overheid, die gul omspringt met allerlei premies en subsidies. Een gemiddeld gezin in Koeweit krijgt volgens het persagentschap Bloomberg algauw 2.000 euro per maand aan overheidsgeld toegestopt voor voeding, brandstof en behuizing.
De Koeweitse minister van Financiën, Barak Al-Sheetan, waarschuwt nu voor een nijpend tekort in de overheidsfinanciën. Volgens hem zit er vanaf november te weinig geld in de staatskas om de salarissen van het overheidspersoneel te betalen. Door de huidige olieprijs zullen de inkomsten uit de export van olie en gas – goed voor 90 procent van alle inkomsten van de kleine Golfstaat – dit coronajaar wellicht de helft lager uitvallen dan in het recordjaar 2014.
Nieuwe Rolex
Voorstellen om te snoeien in de overheidsfinanciën of om via een staatslening geld op te halen, raakten de voorbije jaren nooit goedgekeurd door de politieke impasse tussen enerzijds het verkozen parlement en anderzijds de premier die aangesteld wordt door de machtige emir van Koeweit. Daardoor is het overheidstekort de voorbije zeven jaar tot 46 miljard dollar opgelopen. Nu dreigt er zelfs een liquiditeitstekort.
Dat is voldoende om in de kleine petrostaat, die amper vier miljoen inwoners telt, de alarmbellen te doen afgaan. ‘We zullen op een dag wakker worden en vaststellen dat al ons spaargeld op is. Niet omdat we onze bankrekening niet hebben bekeken, maar omdat we dachten dat het lage cijfer daarop ongetwijfeld een fout van de bank was. Waarop we gewoon een nieuwe Rolex kochten’, citeert Bloomberg Fawaz Al-Sirri, de topman van investeringsfirma Bensirri.
Het spaargeld waar hij op doelt, is het Future Generations Fund, een gigantisch staatsfonds van 550 miljard dollar. Dat fonds was oorspronkelijk bedoeld als appeltje voor de dorst, als alle olie op zou zijn. Maar onder druk van de financiële markten – zowel S&P als Moody’s verlaagde de kredietratingvooruitzichten van Koeweit – moet het nu al aangesproken worden om het overheidstekort te dichten.
Einde in zicht
De voorbije weken kocht het Future Generations Fund voor 7 miljard dollar aan activa op van de overheid in Koeweit. Door een recente wetswijziging moet daarnaast nog eens 12 miljard dollar per jaar naar de staatskas vloeien – in afwachting van de uitgifte van een staatslening en van grondige hervormingen. Want zonder extra besparingen op de overheidsuitgaven zal het staatsfonds over vijftien tot twintig jaar volledig leeggezogen zijn, waarschuwen critici. Volgens hen moet aan de Koeweiti eerlijk verteld worden dat het einde van het olieparadijs in zicht is.
‘We zullen op een dag wakker worden en vaststellen dat al ons spaargeld op is'
Fawaz AlSirri Topman investeringsfirma Bensirri