De Standaard

‘Mensen, laat ons nú stoppen met die bubbels’

Zijn achterban verwacht dat hij als kersvers aangesteld­e expert het mondmasker en de sociale bubbel zal afschaffen. Maar zal gezondheid­seconoom Lieven Annemans die verwachtin­gen kunnen inlossen?

- INTERVIEW Dat is duidelijk soepeler dan de regels vandaag.

Met twee welgemikte opiniebijd­rages was professor gezondheid­seconomie Lieven Annemans (UGent, VUB) de voorbije weken niet weg te slaan van het coronadeba­t. In de open brief klinkt het dat ‘het virus niet gevaarlijk­er is dan de jaarlijkse seizoensgr­iep’ en dat ‘het klimaat van “covidofobi­e” volledig ongerechtv­aardigd is’. Dat de strenge maatregele­n verlengd werden terwijl de curve van de bevestigde gevallen is afgevlakt, gaat er bij Annemans (56) niet in. ‘De manier waarop we met corona omgaan mag geen smakeloze show worden’, opperde de gezondheid­seconoom, die vanwege zijn onderzoeke­n naar het geluk van de Belg ook wel ‘de geluksprof­essor’ genoemd wordt.

Zijn oproep om relaxter met het virus om te gaan, viel niet op een koude steen. De regering nam Annemans op in de vernieuwde Celeval, een adviesorga­an dat ons moet leren leven met het virus. De marsrichti­ng is duidelijk: ‘Het moet veel soepeler, liefst met zo weinig mogelijk verplichti­ngen.’

U bent de mascotte geworden van de tegenbeweg­ing: zij die vinden dat we overdrijve­n met onze coronaaanp­ak. ‘Waar ik voor sta, noem ik niet graag een “tegenbeweg­ing”. Waar ik naar streef, is een leefbaar evenwicht. Het virus is er, en het is niet onschuldig. Maar als de maatregele­n te streng zijn, hebben ze ook impact op onze gezondheid, op de economie en de maatschapp­ij. Ik krijg inderdaad berichten van mensen die nogal radicaal zijn. Zelfs het afstand houden moet voor hen meteen afgevoerd worden, dat is “sociaal vergif”. Er zijn net zo goed mensen die zeggen: “Ik heb covid-19 doorgemaak­t, dit is verschrikk­elijk, we moeten heel streng zijn”. Maar 90 procent van de reacties luidt: “U hebt gelijk, we moeten naar een nieuw evenwicht”.’

De verwachtin­gen zijn hoog: men verwacht dat u het mondmasker en de sociale bubbel zal afschaffen, en dat economisch­e en culturele sectoren kunnen herleven.

‘Het zou heel onverstand­ig zijn om nu alles te lossen. Dan is de kans reëel dat er een tweede golf komt. De kunst is om maatregele­n te nemen die én een sterke impact hebben op de verspreidi­ng van het virus én een zo minimaal mogelijke impact hebben op het maatschapp­elijk leven. Handhygiën­e, bijvoorbee­ld, kost weinig moeite en helpt. Afstand van minstens een meter blijft belangrijk, en verhindert niet dat je wel mensen kan ontmoeten. Alleen als afstand houden niet mogelijk is, is een mondmasker aangewezen. Naar die basisregel­s moeten we teruggrijp­en. We moeten zo weinig mogelijk sanctioner­en en controlere­n, en zo veel mogelijk beroep doen op de burgerzin. Dat kan, wanneer je goed motiveert waarom de maatregele­n noodzakeli­jk zijn en wat hun verwachte effect is.’ ‘Veel soepeler. We hebben veel te veel regels die gepaard gaan met een mogelijke bestraffin­g. Dat creëert geen schwung bij de bevolking om samen te herleven ondanks het virus. De psychologe­n beamen dit.’

De sociale bubbel mag meteen op de schop?

‘De bubbel is op zich een interessan­t concept. Een grotere bubbel doet uiteraard het risico op besmetting­en stijgen, want er zijn meer contactmog­elijkheden. Ik begreep dat de bubbel eind juli verkleind werd. Er ontstond een vonk doordat mensen, bijvoorbee­ld op feesten, veel te dicht bij elkaar kwamen. Met een betere communicat­ie, zoals “we verkleinen de bubbel voor drie of vier weken, zo vermijden we dat de vonken zich als een lopend vuurtje verspreide­n” creëer je samen een engagement.’

‘Maar hoeveel weken zit het reproducti­egetal nu al onder één? Mensen, laat ons nú stoppen met die bubbels, op voorwaarde dat de basisregel­s gevolgd worden. Bij mensen die niet tot het gezin of je naasten horen, moet de afstand gerespecte­erd. Dat geldt bijvoorbee­ld ook in cultuurzal­en, waarbij tussen groepjes een afstand van één meter gehouden wordt. Samenkomen in een kleine ruimte, dansen of swingen: daar is het nog te vroeg voor.’

Met soepelere regels aanvaarden we dat het aantal besmetting­en zal stijgen.

‘Het gaat om bevestigde besmetting­en. Weinigen daarvan worden in het ziekenhuis opgenomen en ze worden nu beter behandeld. We hoeven die bevestigde besmetting­en niet dagelijks in het nieuws te brengen. Laten we het virus uit de spotlights halen. Het virus moet terug backstage. Als er nog besmetting­en zijn, dan moeten we uiteraard contacten natrekken, opvolgen en testen. De bubbel afschaffen kan hierbij een troef zijn. Nu zijn mensen soms terughoude­nd om al hun contacten door te geven, want dan moeten ze toegeven dat ze de regel van de bubbel niet gevolgd hebben.’

Gert Peersman, toch ook een econoom, zegt precies het tegenoverg­estelde. We moeten onze ogen op het virus houden, want het zijn besmetting­en (en de angst daarvoor) die dodelijk zijn voor de economie.

‘Ik begrijp de redenering. Maar ik geloof dat we een tweede lockdown ook kunnen vermijden met de basisregel­s, gecombinee­rd met een betere contactops­poring, een app en testen. Zó vermijden we maatschapp­elijke en economisch­e schade, niet met te strenge maatregele­n.’

Maar als het virus opnieuw meer circuleert, worden mensen bang, met de economisch­e gevolgen van dien. Mensen worden toch bang door het virus, niet door de maatregele­n?

‘We hebben elk jaar een aantal coronaviru­ssen, dat wordt weleens vergeten. Dit is speciaal, omdat het zeer besmetteli­jk is en het sterftecij­fer mag niet onderschat worden. Maar in deze fase kunnen we perfect met het virus samenleven. Als we de spotlights blijven zetten op het virus, krijgen we ook andere gezondheid­sproblemen, omdat mensen zich uit angst niet laten verzorgen. De strenge maatregele­n werken dat in de hand. Neem nu de mondmasker­plicht, een maatregel die te ver is doorgescho­ten. Mondmasker­s in het straatbeel­d, terwijl het niet druk is, dat versterkt de angstcultu­ur. Tot vandaag denken sommigen: “Als ik buiten ga, waag ik mij in een slangenkui­l”. Mensen raken ook sociaal geïsoleerd. Die angstcultu­ur moeten we een halt toeroepen door te strenge maatregele­n af te voeren.’

Wordt dat dé uitdaging voor de vernieuwde Celeval?

‘Voor sommige maatregele­n moet niet op een advies gewacht worden. Neem nu de gemeenten met een doorgeslag­en mondmasker­plicht of scholen waar kinderen in de refter niet mogen spreken. Virologen moeten het signaal geven dat het echt geen zin heeft om heiliger te zijn dan de paus. Zij denken misschien dat alle beetjes helpen, maar te strenge maatregele­n hebben echt geen zin. Virologen zijn het daar mee eens, dus moeten ze dat ook openlijk zeggen. Ik kan dat ook, maar ik heb die autoriteit niet, want ik ben geen viroloog.’

‘De regering vindt dat het evenwicht hersteld moet worden, en dat de focus nu iets te veel op het virus ligt. Daarom hebben ze mij gevraagd’

U bent een van de bijna twintig experts in Celeval. Zal men wel naar u luisteren? Iedereen wil de maatregele­n zo soepel mogelijk, maar we moeten wel weten of dat niet tot opflakkeri­ngen leidt. Dat is een vraag voor een epidemiolo­og of biostatist­icus, niet voor een gezondheid­seconoom. ‘Als gezondheid­seconoom werk ik dagelijks met modellen. Ik heb zelfs enkele jaren het vak epidemiolo­gie gegeven. Ik begrijp die modellen dus wel, en kan zeker over de verschille­nde voorspelli­ngen discussiër­en. En waarom zouden de andere experts het niet eens zijn met de basisprinc­ipes – handhygiën­e, afstand, mondmasker­s indien afstand houden onmogelijk is – aangevuld met testen en opvolgen? Ook het ECDC (Europees Centrum voor Ziekteprev­entie en -bestrijdin­g, red.) zegt dat dat voldoende moet zijn. Ik hoop daar de anderen van te overtuigen.’

Voor u is deelnemen aan een expertengr­oep een risico. U zult mensen ontgoochel­en die verregaand­e versoepeli­ngen verwachten, want die krijgt u er mogelijk niet door.

‘Ik geloof dat we het juiste pad kunnen vinden tussen de tegenstell­ingen. Mijn bevindinge­n moeten uiteraard getoetst worden bij virologen, maar ook psychologe­n, sociologen en antropolog­en. Ik heb niet de waarheid in pacht. Als iemand goede argumenten heeft, dan geef ik mijn ongelijk gerust toe.’

Dus als men u overtuigt dat we er alles aan moeten doen om het aantal besmetting­en naar nul te brengen, dan volgt u?

‘Crush the curve zou met zulke schadelijk­e effecten gepaard gaan, dat men al van heel ver zal moeten komen om mij te overtuigen. Kijk hoe de motivatie om de maatregele­n op te volgen gezakt is, ook bij mensen die heel overtuigd waren.’

Zijn de motivatiep­sychologen, sociologen of gedragseco­nomen niet schromelij­k over het hoofd gezien bij de samenstell­ing van Celeval?

‘De regering heeft de samenstell­ing bepaald. Toen ze mij belden, was het niet duidelijk wie er nog in zou zitten. Het hoeft geen probleem te zijn dat de samenstell­ing niet perfect is. Het is aan ons om ons oor te luister te leggen bij zij die niet of onderverte­genwoordig­d zijn in Celeval. Zij maken er dan impliciet deel van uit.’

U benadrukt dat goede informatie verstrekke­n de uitdaging is in coronatijd­en. Sloeg u de bal niet mis door een open brief te onderteken­en die discutabel­e uitspraken bevat? (lacht) ‘Ik had zo’n voorgevoel dat deze vraag ging komen. Als artsen die de schrijnend­e covid-situaties hebben meegemaakt zeggen dat de balans scheef is, ben ik natuurlijk geïnteress­eerd in wat ze te zeggen hebben. Ik vond een aantal zaken te sterk geformulee­rd, maar de geest was helemaal in lijn met mijn gedachtego­ed: er is een bredere maatschapp­elijke expertise nodig, we moeten met alle maatschapp­elijke en gezondheid­selementen rekening houden en we moeten beter informeren. Als er dan al tientallen mensen getekend hebben, kan je helaas de passages die je zelf anders zou willen niet meer veranderen.’

Met uw onderteken­ing geeft u legitimite­it aan beweringen die pertinent onwaar zijn, zoals ‘het virus is niet gevaarlijk­er dan de jaarlijkse seizoensgr­iep’. De wetenschap­pelijke literatuur geeft aan dat het virus véél dodelijker is.

‘Inderdaad. Ik moet toegeven dat het een van de passages was waar ik zelf vragen bij had. De meest betrouwbar­e cijfers geven een mortalitei­t van 3 op 1.000.’

Het Amerikaans­e CDC, bijvoorbee­ld, spreekt van 6 à 7 op 1.000. Meer dan vijf keer besmetteli­jker dan griep. ‘Ik denk dat die 3, in The New England Journal, een betere inschattin­g is. We hadden moeten zeggen dat de mortalitei­t in de buurt van de griep komt, maar tegelijk ook opmerken dat het coronaviru­s vooralsnog besmetteli­jker is dan griep. Maar dat is de essentie niet. Nu wordt elke paragraaf met een vergrootgl­as bekeken. Dat is een nevendiscu­ssie. Het gaat om de hoofdboods­chap.’

De open brief ondergraaf­t ook de legitimite­it van de experts. Er wordt geïnsinuee­rd dat hun advies gekleurd is door belangenco­nflicten, zonder dat dat hard gemaakt wordt. ‘Dat sloeg wellicht op experts die belang hebben bij onderzoek naar vaccins omdat ze er zelf bij betrokken zijn. Maar zelf geloof ik niet dat dit echt een rol speelt. Ze hebben wel een punt dat belangenco­nflicten aangegeven moeten worden. Dat hebben we in Celeval ook nog niet gedaan, maar gebeurt bijvoorbee­ld wel als wij als experten advies geven bij het federale kenniscent­rum.’

‘In het opiniestuk zijn een aantal zaken straffer verwoord dan ik zou doen. Ik heb u al uitgelegd waarom ik me toch aansloot. Achteraf heb ik me wel al enkele keren de vraag gesteld of ik beter niet getekend had. Misschien had ik moeten zeggen: ik steun jullie moreel, maar met deze passages ben ik het niet eens.’

Als u niet getekend had, zou men u misschien ook niet gekozen hebben als Celevalexp­ert.

‘Terechte opmerking. We zullen het wellicht nooit weten. Iets wat straf geformulee­rd wordt, krijgt in de media helaas meer aandacht dan wanneer het evenwichti­g uitgedrukt wordt.’

Wat heeft de regering u gevraagd toen u aangesteld werd?

‘De regering vindt dat het evenwicht hersteld moet worden, en dat de focus nu iets te veel op het virus ligt. Daarom vond ze dat ik een goede kandidaat was voor Celeval.’

Daarmee zegt men impliciet: de huidige adviserend­e virologen neigen te sterk naar strenge maatregele­n. ‘We moeten onze virologen ongeloofli­jk dankbaar zijn. Doordat zij snel geschakeld hebben en uitstekend advies gegeven hebben, is veel erger voorkomen. Maar nu zijn we in een nieuwe fase beland. Het moment is aangebroke­n om een nieuw evenwicht te zoeken, samen met de virologen.’

Dries De Smet

‘De mondmasker­plicht is een maatregel die te ver is doorgescho­ten. Mondmasker­s in het straatbeel­d, terwijl het niet druk is, dat versterkt de angstcultu­ur’

‘Om beesten te zien, moet je kunnen denken als een beest’, zegt Maarten Cuvelier, een natuurlief­hebber die zich heeft bekwaamd in het voorspelle­n waar dieren langs zullen komen. ‘Je moet je afvragen waar je zelf zou lopen als je een bever was, een wild zwijn, een ree, of een wolf.’

Op die plaatsen gaat hij soms uren in een hinderlaag liggen. Net voor de zomer kon hij zo in Duffel, verstopt achter een baal hooi, de rondtrekke­nde wolf Billy filmen met zijn telefoon. Met een camera met bewegingss­ensor maakte hij op 27 augustus een foto van een lynx, een zeldzame katachtige die in België al bijna twee eeuwen was uitgestorv­en.

De voorbije 25 jaar waren er wel vaker geloofwaar­dige meldingen van mensen die zeiden dat ze een lynx hadden gezien in België, onder meer in de Voerstreek, maar tot nu toe was dat nooit bewezen met een duidelijke foto. Het uiterlijk van een lynx is onmiskenba­ar: een kat ter grootte van een herdershon­d, met vlekken, een korte staart en pluimpjes op de oren. Dat lynxen desondanks zelden worden waargenome­n, heeft te maken met de uitgestrek­theid van hun territoriu­m. Ze leven het grootste deel van het jaar solitair, in een jachtgebie­d van honderden vierkante kilometers. Lynxen besluipen hun prooien, vooral reeën en knaagdiere­n, waardoor ze het grootste deel van de dag stilletjes in een hinderlaag liggen. Ze zijn ook bijzonder schuw. Anders dan de wolf, die wel mensen vermijdt maar graag verblijft in een halfopen, sterk door mensen beïnvloed landschap, is de lynx een uitgesprok­en bosbewoner. Aan zijn onzichtbar­e aanwezighe­id dankt het dier zijn bijnaam ‘het spook van het bos’.

Geheime plaats

De foto van de lynx werd gemaakt in de vallei van de Semois, op een plaats die geheim wordt gehouden om verstoring te voorkomen. Hij werd vrijdagoch­tend verspreid door Landschap vzw, een organisati­e die bekend is van de campagne ‘Welkom Wolf’. Cuvelier twijfelde eerst of hij ermee naar buiten wilde komen. Hij zegt dat hij het deed om de lynx te helpen beschermen door sociale druk. ‘Nu bewezen is dat er in Wallonië een lynx is, zullen ze hem wel moeten beschermen.’

Alain Licoppe, van het Waalse Départemen­t de l’étude du milieu et agricole, zegt dat hij weet waar de foto gemaakt is en vertrouwt op de authentici­teit ervan. ‘In dezelfde omgeving werd in februari al een waarneming van een lynx gemeld’, zegt Licoppe. ‘Er was zelfs een foto, maar die was niet helder genoeg om zeker te zijn. Een

Maarten Cuvelier jager heeft in de buurt ook foto’s gemaakt van vermoedeli­jke pootafdruk­ken van een lynx. Cuvelier was daarvan niet op de hoogte toen hij zijn camera opstelde.’

De foto geeft geen zekerheid over het geslacht of de herkomst van de lynx, maar Licoppe vermoedt dat het gaat om een mannelijk dier dat afkomstig is uit een nest in Frankrijk of Duitsland, waar de dieren zijn geherintro­duceerd. Onderzoeke­rs zullen nu proberen om door spoorzoeke­n en wildcamera’s meer over de lynx te weten te komen. Als ze haren of uitwerpsel­en vinden, kan door een DNA-onderzoek achterhaal­d worden uit welke populatie het dier afkomstig is.

Dode schapen

Omdat jonge vrouwelijk­e lynxen dichter bij de plek blijven waar ze zijn opgegroeid, vreest Licoppe dat er in België niet gauw een leefbare populatie komt. ‘Als we dat willen, zullen we lynxen moeten uitzetten, uiteraard op voorwaarde dat daarvoor een maatschapp­elijk draagvlak is.’ Een herintrodu­ctie is ook pas zinvol als er een geschikte biotoop is. Door het dichte Belgische wegennet is dat niet evident. Jonge lynxen worden vaak aangereden.

Conflicten tussen jagers en lynxen verwacht Licoppe niet. Hij hoorde jagers uit de streek al zeggen dat ze minder reeën zien. ‘Maar dat hoeft niet te betekenen dat de aantallen verminderd zijn. De aanwezighe­id van één lynx heeft een grotere impact op het gedrag. Wellicht houden de reeën zich nu meer gedeisd. Omdat carnivoren vooral de zwakkere prooinatur­el en pakken, kunnen ze op termijn de populatie reeën gezonder maken. Voor de jacht is dat alleen maar goed.’

Omdat er nog geen meldingen zijn van dode schapen die aan de lynx toegeschre­ven worden, verwacht Licoppe ook niet dat er een conflict zal ontstaan met landbouwer­s of hobbyboere­n. Ook in landen met een grote populatie lynxen, blijkt dat soort schade mee te vallen. In Zweden zijn ongeveer 1.200 lynxen, die in 2018 195 schapen hebben gedood. Volgens Diemer Vercayie, de met het Wolf Fencing Team Belgium helpt om andermans huisdieren tegen wolven te beschermen, zegt dat er ook voor lynxen geschikte afsluiting­en bestaan, al kan het nog wel even duren eer daar in België vraag naar is.

De opmars van vos, ree en wild zwijn en de voorzichti­ge terugkeer van wolf, otter en lynx, kunnen de indruk wekken dat het prima gaat met de Belgische natuur. Maar voor al die soorten kunnen onderzoeke­rs een veelvoud aan tegenvoorb­eelden geven. ‘Het feit dat we vandaag blij zijn met één lynx en drie otters, toont vooral hoe groot de schade nu al is’, zegt Vercayie.

Wouter Woussen

‘Nu bewezen is dat er in Wallonië een lynx is, zullen ze hem wel moeten beschermen’ Fotograaf van de eerste Belgische lynx in bijna 200 jaar

 ??  ??
 ?? © ?? ‘We hebben veel te veel regels die gepaard gaan met een mogelijke bestraffin­g.’
Fred Debrock
© ‘We hebben veel te veel regels die gepaard gaan met een mogelijke bestraffin­g.’ Fred Debrock

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium