Londen ziet voordelen in no deal
Volgende week begint een – jawel – cruciale ronde in de Brexitonderhandelingen. Maar willen de Britten eigenlijk wel een akkoord met de Europese Unie? Misschien komt een no deal hen beter uit.
‘The clock is ticking.’
Het was de favoriete quote van Michel Barnier toen hij ruim drie jaar geleden namens de Europese Unie de Brexit-onderhandelingen op gang trok. Eindeloos heeft hij het zinnetje sindsdien herhaald. Veel indruk op de Britten heeft het nooit gemaakt. De scheidingsdeal werd pas op het laatste nippertje gesloten.
Het is dus wat voorbarig Barniers klok nu al van onder het stof te halen. En toch tikt ze harder dan ooit. Tegen eind oktober moeten de Britten en de EU een akkoord sluiten over de toekomstige relatie, zo niet wordt op 1 januari de harde Brexit een feit. En de kaarten liggen echt niet goed. De voorbije maanden zijn de onderhandelingen voor geen meter opgeschoven en aan de vooravond van de ‘cruciale’ onderhandelingsweek zet Boris Johnson de hakken extra in het zand.
The Times meldde gisteren dat de premier de Britse vissers heeft gevraagd hun vangsten in de Britse wateren te verdubbelen. Dat kan alleen geïnterpreteerd worden als een opgestoken vinger naar de Europese onderhandelaars. De visserijrechten vormen een belangrijk én politiek gevoelig onderdeel van het onderhandelingspakket. Het is een hindernis die de EU zo snel mogelijk van de baan wil.
Lange tijd verdedigde Barnier het standpunt dat er aan die rechten zo weinig mogelijk getornd mocht worden. De Europese vissers hebben immers veel te verliezen als ze vanaf volgend jaar niet meer zouden mogen vissen in Britse wateren. Belgische vissers halen daar tot 45 procent van hun vangst.
Toch groeide aan Europese kant het besef dat Brussel niet op dat ‘maximalistische’ standpunt kon blijven staan. In juli maakte Barnier een voorzichtige opening. Daarom groeide bij Brexit-watchers het gevoel dat er nog hoop was voor een deal. De visserijrechten zouden in elk geval niet het grote struikelblok worden. Maar met deze boodschap lijkt Johnson dat voorzichtige optimisme de kop in de drukken.
EU eist harde garanties
Het voedt zelfs het idee dat Johnson helemaal geen akkoord meer wil. Steeds meer Britse Brexit-watchers dragen argumenten aan voor die stelling. Wolfgang Münchau, de Europa-commentator van The Financial Times, schreef vorige week een opvallend stuk onder de titel ‘Het risico op een no-deal-Brexit neemt toe, en dat is geen slechte zaak’.
Münchau ging er nog van uit dat de vissers inderdaad geen dealbreaker zouden worden, maar dat het allemaal draait om het ‘gelijke speelveld’. De EU eist van de Britten harde garanties dat ze in de toekomst hun economie niet zodanig dereguleren dat hun producten een bedreiging vormen voor de Europese markt. De Britten mogen onder geen beding de bestaande Europese arbeids- en milieuregels afbouwen. Ze mogen hun economie ook niet bevoordelen door op grote schaal staatssteun te geven.
Maar waarom zou Boris Johnson aan die eis willen tegemoetkomen, vraagt Münchau zich af. Meer zelfs: hij mag dat niet doen. Als hij ten volle wil profiteren van de Brexit – en dat moet toch de bedoeling zijn van de scheiding – moet hij bepaalde
EUdiplomaat
economische sectoren – bijvoorbeeld de hightech – gaan stimuleren, argumenteert Münchau. De Britten staan sterk in militaire technologie, in farmaceutisch onderzoek en in artificiële intelligentie. ‘Het zou daarom niet verstandig zijn de strenge Europese regels rond databescherming te blijven volgen.’
Hoewel Münchau geen voorstander van de Brexit is, vindt hij wel dat het VK nu de opportuniteiten van de scheiding moet grijpen. ‘Als de EU vindt dat het VK aan dumpingpraktijken doet, moet het dat aankaarten bij de Wereldhandelsorganisatie of arbitrageprocedures aanspannen.’
Münchau verwoordt een gevoel dat almaar sterker leeft op het eiland. De EU moet eindelijk inzien dat het VK een totaal onafhankelijk land wordt. De Europese eisen rond staatssteun en visserijrechten zijn overdreven, klinkt het.
James Forsyth, de hoofdredacteur van The Spectator, durfde deze week zelfs een slaagpercentage op de onderhandelingen te plakken: in Downing Street 10 wordt de kans op een akkoord op 30 tot 40 procent geschat, schreef hij. The Spectator heeft bevoorrechte relaties met Johnson.
Vazal van VS en China
Net als Münchau wijst Forsyth erop dat de regering-Johnson de economische sectoren van de toekomst verder wil ontwikkelen. ‘Downing Street 10 is ervan overtuigd dat grote en sterke technologiebedrijven alleen kunnen ontstaan met de hulp van de overheid. Als het VK daar niet op inzet, dreigt het helemaal een vazal van de VS of China te worden.’
Toch betekent dit nog altijd niet dat een akkoord onmogelijk is. Europese diplomaten zijn ervan overtuigd dat Johnson – maar ook zijn speciale adviseur Dominic Cummings en zijn belangrijke Brexit-minister Michael Gove – nog altijd een akkoord verkiezen boven een no deal.
De nadelen van een no deal blijven immers groot. De EU zal niet nalaten strenge grenscontroles in te stellen op goederen. Dat leidt geheid tot chaos én tot tekorten in de Britse supermarkten. Bovendien zullen er WTO-tarieven geheven worden. Dat maakt dat de grote handelsstromen nog moeizamer zullen verlopen. De Britse douanediensten en de logistieke sector vroegen deze week dringend overleg met de regering. Ze vrezen een ‘ernstige’ verstoring van de aanvoerlijnen.
Slechte sfeer
Bovendien blijft bij een no deal Noord-Ierland deel uitmaken van de Europese interne markt. Dat betekent dat de Britten hun eigen goederen niet meer vrij kunnen transporteren naar Belfast. Dat zal de spanningen op het Ierse eiland weer doen stijgen. En ook de Schotten zullen weer luider om een referendum roepen.
‘Het grootste gevaar van een no deal is de slechte sfeer die er zal ontstaan tussen Europa en het VK’, zegt een diplomaat. ‘Zelfs met een simpel vrijhandelsakkoord zal de administratieve rompslomp flink toenemen. Maar bij een no deal groeit het gevaar dat er in het Kanaal vissersboten met elkaar in aanvaring komen. En dat bedoel ik letterlijk.’
‘Bij een no deal groeit het gevaar dat er in het Kanaal vissersboten met elkaar in aanvaring komen. Letterlijk’