Stuff that dreams are made of
Waar Joachim Coens het idee voor ‘avanti’ vandaan heeft gehaald, daar hebben we het raden naar. Het is Italiaans voor ‘komaan’. Maar heel misschien heeft hij ook inspiratie geput uit het onwaarschijnlijke verhaal van de Studebaker Avanti. Dat verhaal is er één van hoop, daadkracht, moed (misschien wel overmoed), doorzettingsvermogen, kwaliteit en de wil om te overleven. Om er even een cliché tegenaan te gooien: stuff that dreams are made of. Een toepasselijkere inspiratiebron voor de toekomstige regering is moeilijk denkbaar.
Zoals de avanti-coalitie de ambitie zal hebben om het door corona, verdeeldheid en economische malaise getroffen België er weer bovenop te helpen, zo was de Avanti de allerlaatste kans om de naar adem happende autobouwer Studebaker nieuwe levenskansen te bieden. Het ooit succesvolle merk had in de jaren 50 moeite om de drie autoreuzen GM, Chrysler en Ford bij te benen. In een poging het tij te keren werd in 1961 een nieuwe manager aan boord gehesen. Sherwood Egbert had weinig kaas gegeten van auto’s bouwen, maar hij had wel creatieve ideeën op overschot. Eén daarvan werd tot uitvoering gebracht: een hypermoderne, supersnelle, flashy sportwagen, zoals de wereld er nog nooit een gezien had. De Avanti.
Ook de avanti-coalitie beschikt over een Egbert. Als hij even innovatief zal blijken te zijn als de sportwagen van zijn naamgenoot, dan staan België schitterende tijden te wachten. De Studebaker-topman huurde de beste ontwerper van zijn tijd in, Raymond Loewy. Die bedacht een typische, in het oog lopende asymmetrische motorkap. De wagen werd niet in staal, maar in glasvezel uitgevoerd. In testritten werd met 316,6 kilometer per uur het toenmalige snelheidsrecord verpulverd.
We kunnen maar hopen dat België onder de avanti-coalitie even modern, elegant, baanbrekend en krachtig wordt als de Avanti van Studebaker. Of toch niet? De wagen leverde de autobouwer wel een eigenzinnig imago op, maar niet het verhoopte commerciële succes. Misschien was de Avanti een beetje té eigenzinnig, want er werden er gewoon te weinig van verkocht. Na een paar jaar werd de productie stopgezet. Maar in een vlaag van overmoed besloten twee dealers de rechten van de wagen over te nemen en de productie op kleinere schaal voort te zetten. Er werden er slechts een paar honderd per jaar van gebouwd. De wagens werden nog tientallen jaren geproduceerd voor liefhebbers. Loewy kocht er eentje.
Ik durf de parallel bijna niet door te trekken. Maar heeft de avanti-coalitie de kwaliteiten om jarenlang stand te houden, en verkiezing na verkiezing te winnen? Het zou een wonder zijn. Maar dat was de Studebaker Avanti ook.
Als Egbert Lachaert even innovatief blijkt te zijn als de sportwagen van zijn naamgenoot, dan staan België schitterende tijden te wachten