Rijp voor groen, maar hoger doel primeert
Met een tweede sprintoverwinning in drie dagen is Wout van Aert goed op weg om haast per abuis in de groene trui te belanden. Toch hoeft Peter Sagan geen schrik van hem te hebben, blijft hij zelf herhalen.
De Ronde van Frankrijk dit jaar roept steeds meer herinneringen op aan de editie van een zomer geleden. Julian Alaphilippe die al snel in de ronde een showtje opvoert, Caleb Ewan die zijn snelle benen laat spreken, en ook gisteren was het ‘déjà vu’-gevoel groot.
Wout van Aert behaalde in Lavaur zijn tweede ritwinst in drie dagen in een etappe die vooraf door Thierry Gouvenou was gelabeld als de valstrikrit bij uitstek. ‘Op voorwaarde dat de wind uit de juiste richting blaast en met voldoende kracht, zoals in de rit naar Albi van vorig jaar’, had de parcoursbouwer eraan toegevoegd. Het was in de hoofdstad van het departement Tarn dat Van Aert zich op 15 juli 2019 als sprintwinnaar in de Tour reveleerde.
De sprinter Van Aert is het meest te duchten wanneer de wedstrijdomstandigheden uitputtend zijn geweest. ‘Door de mannen van Bora zat het spel van bij de start op de wagen’, verklaarde de Kempenaar. ‘Eenmaal de heuvelzone voorbij, bleef het heel hectisch: iedereen was op zijn hoede voor waaiervorming. Ik was er de hele tijd op gefocust om Primoz (Roglic, red.) voorin te houden. Ik had niet verwacht dat we met zo’n kleine groep naar de finish zouden rijden. In deze omstandigheden was het zonde geweest om niet mee te sprinten.’
Tussen rang vier en groen
De steile opgang die Van Aert in korte tijd heeft gemaakt, ook als spurter, blijft opmerkelijk. Bij de start in Brussel vorig jaar verklaarde de Herentalsenaar nog dat hij binnen de sprinttrein van JumboVisma als debutant ‘logischerwijs’ slechts rang vier innam, in het spoor van Amund Grondahl Jansen, Mike Teunissen en Dylan Groenewegen, de vooruitgeschoven afwerker.
Nauwelijks vijf dagen later, nog voor hij zijn ritwinst in Albi behaalde, werd Van Aert al bestempeld als een toekomstige concurrent van Peter Sagan voor de groene trui. Ondertussen toonde hij zich de voorbije maand voor de tweede keer de beste in het puntenklassement van het Critérium du Dauphiné, de ‘Tour in het klein’. Met de 56 punten die hij gisteren aan zijn totaal toevoegde, staat Van Aert in deze Tour nu derde in de puntenstand.
Vandaag, in de eerste Pyreneeenrit, ligt de eerste tussensprint nog voor de eerste beklimming. Een nieuwe kans om nog wat extra punten terug te winnen op Peter Sagan en Sam Bennett? Van Aert is niet van gedacht veranderd. ‘Zoals ik al voor de start van de Ronde van Frankrijk zei, moet je, als je voor het groen wilt gaan, vanaf het begin van de Tour punten pakken. Dat vergt heel veel energie, dan is het gewoon niet mogelijk om mijn werk voor de ploeg te doen. Je kunt niet zomaar tussendoor focussen op die tussensprinten en ook nog eens iedere pelotonsprint rijden. De groene trui is geen doel dit jaar.’
Het ziet er dus naar uit dat Tom Boonen (2007) nog minstens een jaar langer de laatste Belgische winnaar van de groene trui zal blijven. En wie weet ook nog langer, want volgend jaar zal Van Aert, die nog tot eind 2021 bij Jumbo-Visma onder contract ligt, hoogstwaarschijnlijk in eenzelfde rol in de Tour terechtkomen. Want ook dan zal het hogere doel, de gele trui in Parijs, binnen zijn Nederlandse ploeg blijven vooropstaan, aangezien ook de klassementsspitsen Tom Dumoulin (tot eind 2022) en Primoz Roglic (tot eind 2023) een langdurige verbintenis hebben.
De dag dat Van Aert zich zal mengen in de strijd voor groen, zullen we ook een beter zicht krijgen op zijn mogelijkheden in massasprints op vlakke aankomsten tegen de rassprinters. Want de pure spurters waren gisteren, dankzij de valstrik die het Bora-Hansgrohe van Peter Sagan had gespannen, al heel snel uit de wielen gereden. Van Aert zelf beweert steevast dat een vlakke sprint na een klassieke sprintersrit nog een heel ander
De steile opgang die Van Aert in korte tijd heeft gemaakt, ook als spurter, blijft opmerkelijk
paar mouwen is dan de sprints van een uitgedund peloton die hij tot dusver wist te winnen. Anderzijds zou hij zichzelf en de wereld al met straffere exploten hebben verbaasd.
Back-up op achterstand
Was het gisteren Sagan die de strijd voor de groene trui nieuw leven inblies, dan was de vent d’autan nodig om eindelijk ook de klassementsrenners uit hun tent te lokken. Dezelfde wind die ook vorig jaar, op weg naar Albi, voor de eerste belangwekkende tijdsverschillen zorgde, zij het toen al op dag tien. Het is het ironische lot van de parcoursbouwers: niet de cols in het openingsweekend, niet de vroege aankomsten bergop, maar een helling van slechts derde categorie en wat wind jagen uiteindelijk de vlam in de pan.
Thibaut Pinot en Rigoberto Urán hadden hun lesje van vorig jaar geleerd, Mikel Landa en Richie Porte kennelijk niet. Zij kregen in het waaiergevecht gisteren 1’21” aan de broek, dezelfde tol die ook het jonge toptalent Tadej Pogacar betaalde. Hij zat door een val voor hem uit te ver in het peloton, toen dat begon te scheuren.
Ook Richard Carapaz, de Ecuadoriaan die vorig jaar de Giro won, belandde na een lekke band in die tweede groep. Geen onschuldig wapenfeit met oog op het vervolg van de Tour. Bij de Ineos Grenadiers wordt de Zuid-Amerikaan namelijk achter de hand gehouden als back-up in geval van nood bij Egan Bernal. Nadat hij eerder al een half minuutje prijsgaf bij de eerste aankomst bergop in Orcières-Merlette, volgt Carapaz in de algemene rangschikking nu al op meer dan twee minuten. Aan de vooravond van het Pyreneeënweekend bedraagt het verschil tussen Primoz Roglic en Egan Bernal nog steeds maar tien seconden, maar in het psychologische steekspel tussen hun respectieve teams wordt de kloof met de dag groter. Sinds 1 augustus behaalden de zwart-gele killerbijen nu al veertien overwinningen, waarvan acht op WorldTour-niveau. De teller van de Ineos Grenadiers staat in diezelfde periode op zeven, waarvan slechts één in de WorldTour.
Op de wegen van de Tour telt Jumbo-Visma na zeven dagen al drie ritzeges, een evenaring van hun openingsweek vorig jaar, toen na sprintoverwinningen van Mike Teunissen en Dylan Groenewegen en winst in de ploegentijdrit.
De Tour 2020 die het stramien volgt van die van vorig jaar: voor titelverdediger Egan Bernal is het alles bij elkaar niet zo’n verontrustende gedachte. Zolang dat procedé ook maar de komende twee weken blijft aangehouden, met name tot op de Champs-Elysées.
Op de wegen van de Tour telt JumboVisma na zeven dagen al drie ritzeges