Daar is het kijk- en luistergeld weer
Dat sommige VRT-reeksen eerst op Streamz te zien zullen zijn, vindt Kurt Van Eeghem een schande. Programma’s waarvoor de belastingbetaler al heeft betaald, zouden niet achter een betaalmuur mogen komen.
Elke Vlaming betaalt, via de belastingen, 45 euro per jaar aan de VRT. Dat is 20 euro minder dan de 65 euro die de gemiddelde Europeaan voor zijn openbare omroep overheeft. In ruil krijgt de Vlaming een gediversifieerd aanbod: Eén, Canvas, Sporza, Ketnet plus een resem radionetten en websites. De burger is duidelijk tevreden, want hij stemt massaal af op de openbare zenders. De marktaandelen zijn in vergelijking met de rest van Europa spectaculair. Geen enkel land doet beter. Het zou normaal zijn mocht de VRT daarvoor alle lof krijgen. Vooral omdat ze dat goede resultaat met minder middelen behaalt.
Tot zover de hulde. Dat de overheid haar goudhaantje onvoldoende steunt, merk je (nog) niet meteen aan Canvas, een kwaliteitszender die ons wordt benijd. Bij sommige radiozenders kun je wel al horen dat het vet van de soep is. Creatieve duizendpoten doen hun uiterste best om met etensresten gastronomie te produceren. Soms slagen ze daarin, al merkt de kritische luisteraar dat dat ook vaak niet lukt.
Minder geld voor ‘vedetten’
De VRT gaat op zoek naar extra middelen, omdat de overheid het minimum minimorum niet meer klaar houdt – een normale reflex. De voorbije jaren werd gretig politiek personeel gereder kruteerd bij de redacties van de VRT. En kijk, nu ze als nieuwkomers een stoel in het Vlaamse halfrond hebben, bevoordelen ze plots de commerciële zenders. Het regeerakkoord is duidelijk, de VRT wordt aan banden gelegd. Zo mag het huis niet meer bieden op de rechten van populaire sporten en moet het zijn ‘vedetten’ minder betalen (lees: verhuis maar naar de commerciële zenders). Bovendien wordt de VRT verplicht om mee te stappen in een ‘Vlaamse Netflix’ die, zoals we inmiddels weten, Streamz heet.
Een openbare omroep blijft de beste garantie voor kwaliteit. Wie ooit zappend een avond op een Amerikaans hotelbed doorbracht, weet wat ik bedoel
Dat je met overheidsgeld op de kleintjes moet letten, is normaal. Buitensporige sommen besteden aan sportrechten of ‘vedetten’ is uit den boze. Ik heb niet de indruk dat daar zo vaak tegen werd gezondigd. Hoe dan ook, terughoudendheid moet de regel zijn. Maar vragen aan de burger om een tweede keer te betalen voor zijn openbare omroep, is een regelrechte schande. En het bedrag is niet min. Om de betere programma’s van de VRT als eerste te zien, zal je 11,95 euro per maand of jaarlijks bijna 150 euro moeten neertellen. Ja, ook de programma’s van de commerciële zenders en een resem films zitten in het aanbod, maar dat doet hier niet ter zake.
Ik denk dat de maatregel een Europese controle niet zal overleven. In 2008 heeft Europa de VRT voor minop de vingers getikt. Herinner u hoe commissaris voor Concurrentiebeleid Neelie Kroes onze toenmalige minister van Media Geert Bourgeois (N-VA) toen de les spelde. De openbare zender moest onder meer zijn merchandisingen nevenactiviteiten publiek maken.
Race to the bottom
Mensen laten bijbetalen voor programma’s, is een aanval op de fundamentele principes van het begrip ‘openbare omroep’. Die krijgt middelen van de overheid om welbepaalde diensten te verlenen aan de burger: nieuwsgaring, ontspanning, cultuur, sport en maatschappelijk duiding. Een commerciële omroep werkt anders en mag zelf beslissen om, bijvoorbeeld, alleen ontspanning en sport aan te bieden. Het valt op dat de grootste Vlaamse commerciële zender het belangrijk vindt om nieuws aan te bieden. Waarvoor hulde. Dat bewijst het belang van de VRT, want het goede voorbeeld krijgt navolging. De Vlaamse overheid deelt die redenering geenszins. Haar liefde voor de VRT vertaalt zich niet in de dotatie en negeert het belang dat de ons omliggende landen hechten aan de openbare zenders.
Een openbare omroep blijft de beste garantie voor kwaliteit, anders volgt er een race to the bottom. Wie ooit zappend een avond op een Amerikaans hotelbed doorbracht, weet wat ik bedoel. Wil je in Amerika duiding en kunst bekijken of beluisteren, dan kan dat alleen op PBS (Public Broadcasting Service) of NPR (National Public Radio). Voor beide zenders betalen kijkers. Dat is toch de wereld op z’n kop? Is dat de weg die wij opgaan?
Geef de VRT een correct bedrag om haar werk goed te doen en laat de burger niet extra betalen voor de duurdere producties. Want zo voer je stiekem het kijk- en luistergeld terug in. Daar waren we toch vanaf?