Gejaagd door de wind K
inderen en dieren worden onrustig wanneer het stevig waait. Minder geweten is dat wind gekke dingen doet in het hoofd van de koersfan. Zodra iemand gewag maakt van waaiers, stijgt ons adrenalinepeil en gaan wij naarstig op zoek naar wifi en beeld.
Voor de koersleken: een waaier is de trapvormige formatie die een groep renners aanneemt wanneer de wind schuin van opzij komt, om de windweerstand zo klein mogelijk te maken. Het klinkt bedrieglijk simpel, maar alleen al de gedachte aan waaiers doet sommige renners peentjes zweten. Wat la Planche des Belles Filles is voor een sprinter, dat zijn waaiers voor iele klimmerstypes en ongeoefende dutsen: een verschrikking. Wie aan de staart hangt, wordt er letterlijk uit gewaaid.
Waaiers zijn al wat nodig is om van een slaapverwekkende sprintetappe een slagveld te maken. Waaiers zijn oorlog. Wie niet mee is, wordt afgeslacht. Waaiers zijn onverwachte cadeautjes, toefjes versgeklopte slagroom op een versgebakken taart.
De weersvoorspellingen en het terrein waren alvast veelbelovend. Zou het? Kon het zijn? Mochten we eindelijk hopen op Koers, na twee dagen gelummel en gelanterfant?
De jongens van Bora spuugden even in hun handen en gooiden een bommetje in het peloton. Het hele sprintersgild moest eraan geloven. Peter Sagan wilde z’n groene truitje terug en mende z’n troepen. Terecht. Niemand die hem herkent in een gewoon ploegtruitje. Ik onderdrukte een vlaag van medelijden met al wie niet voorin zat. Koers is niet voor kinders.
Terwijl ik genoot van de wrede chaos, besloot Thomas een De Gendtje te doen en op 94 kilometer van de meet weg te glippen, alsof hij zich plots herinnerde dat hij dringend ergens verwacht werd. ‘Dit zal hij niet redden, hoor’, orakelde José. Ik wuifde zijn opmerking weg als een vervelende vlieg. Soms moet een mens gewoon even vurig in iets geloven.
Bovendien weet je het nooit met De Gendt, die grossiert in mirakels en verbazing. Even later slonk zijn voorsprong als de ijskappen op Antarctica: gestaag en verontrustend.
Gelukkig was er geen tijd om te treuren. Gelukkig kregen we waaiers. Wat overbleef van het peloton werd aan stukken gescheurd als een antilopenjong in de muil van een uitgehongerde leeuw. Er sloop zowaar een opgewonden tremolootje in de stem van Renaat. Michel herhaalde zijn absurde verzoek aan Roglic, de grootste kanshebber op geel in Parijs: Wout aan de zege helpen. Overmatig chauvinisme is een hardnekkige kwaal, eentje waar we geen gepaste remedie, maar een extra grote mantel der liefde voor hebben.
Gelukkig won Wout, omdat het in de sterren en de wind geschreven stond; omdat niemand beter is dan Van Aert, opgetrokken uit kryptoniet en koppigheid.