‘Gezinnen die elk jaar naar Marokko gaan, trokken nu naar Plopsaland’
Nele Degryse maakt zich na de eerste week van dit uitzonderlijke schooljaar meer zorgen om ouders, dan om hun kinderen. ‘Er was één mama van wie ik tot gisteren nog niets gehoord had, die het ook vóór corona al lastig had. Ik vroeg via WhatsApp om af te spreken. Ze antwoordde niet. Ik ben dan aan haar deur geweest, ze deed niet open. Later zei ze dat ze aan het slapen was. Tijdens de twee maanden met de kinderen in huis had ze zich sterk gehouden, nu kreeg ze een klop. Ze was doodmoe. De vakantie was hectisch en lastig geweest.’
‘Op het einde vroeg ze mij: heb je nog even tijd? Toen haalde ze een zak vol onbetaalde facturen boven. Haar leven had zes maanden on hold gestaan. Ze had ook niet gedurfd naar de budgetbegeleiding te gaan, ze kon van niemand hulp krijgen.’
Behalve zulke tragische verhalen hoort Degryse intussen ook ouders die tijdens de lockdown grenzen hebben verlegd. ‘Gezinnen die anders elk jaar naar Marokko reizen, gingen nu naar de Belgische kust, Plopsaland of de Beekse Bergen.’
Taalachterstand
De impact van de lockdown op de kinderen toont zich voorlopig vooral in hun taal. Zowat 90 procent van de leerlingen op Sint-Jozef hoort en spreekt thuis geen Nederlands. ‘Ze zijn maandenlang van de taal weggeweest. Daar is veel werk aan de winkel.’
‘Maar van alle leerlingen die ik gesproken heb, was er maar één die het niet leuk vond dat de school weer begonnen is – omdat hij nu niet meer lang mag uitslapen. Maar zelfs hij is blij dat hij zijn vrienden terugziet, dat hij niet meer hele dagen binnen achter de computer moet zitten. Je voelt dat alle kinderen vooruitwillen. Ze zeggen dat ze, ondanks al die mondmaskers, het gevoel hebben dat alles weer is zoals vroeger.’ Daarom hoopt Degryse nu vooral dat al dat jonge enthousiasme niet gefnuikt wordt en de school kan openblijven.
‘Van alle leerlingen die ik gesproken heb, was er maar één die het niet leuk vond dat de school weer begonnen is'