‘Vroeger moesten we alleen op nieuwjaarsnacht uitkijken, nu het hele jaar door’
De Brusselse brandweer krijgt in de hoofdstad steeds vaker met geweld te maken, zegt hun woordvoerder Walter Derieuw. Vorig jaar werden 43 feiten van agressie geregistreerd.
Dat de politie in Brussel geviseerd wordt, is al langer bekend. Is het een nieuw fenomeen dat ook de brandweer wordt
belaagd?
‘Dat er in de Marollen met molotovcocktails naar brandweerlui gegooid werd, was een trieste primeur. Toch zien we dat het geweld tegen onze mensen toeneemt. Vroeger moesten we alleen op nieuwjaarsnacht uitkijken, nu het hele jaar door. Sinds enkele jaren worden er cijfers bijgehouden: in 2018 werden er 31 gevallen van agressie gemeld, vorig jaar waren dat er 43. Het gaat om verschillende soorten van agressie, gaande van verbale aanvallen tot bedreigingen, beledigingen, seksueel getinte opmerkingen en fysieke agressie.’
‘Op 100.000 interventies lijkt 43 misschien weinig, maar emotioneel is elk incident er een te veel. Je wordt brandweerman om mensen te helpen. Dan is het moeilijk te begrijpen dat je door andere mensen in gevaar wordt gebracht terwijl je je werk probeert te doen.’
Werden uw collega’s zaterdagnacht in een hinderlaag gelokt?
‘Dat zal het politieonderzoek duidelijk maken.’
Hoe probeert de brandweer te anticiperen op mogelijk geweld?
‘Het is in ons protocol niet voorzien om bezig te zijn met omstanders, maar in realiteit is er bij interventies altijd iemand die een oogje op de omgeving houdt. Als we weten dat er een verhoogd risico bestaat op spanningen, nemen we brandslangen mee met een snelkoppeling die we snel kunnen loslaten om onszelf in veiligheid te brengen.’
‘In sommige pompwagens hebben we een speciale film over de ruiten geplaatst die ons beschermt tegen stenen en die moet vermijden dat er glassplinters in de cabine terechtkomen. Maar onze mensen krijgen ook opleidingen over hoe ze kunnen omgaan met agressie.’
Politici waren er als de kippen bij om dit geweld te veroordelen. Hadden er eerder
maatregelen genomen moeten worden?
‘Het is goed dat ze nu een standpunt innemen, maar de lijn is al vaak overschreden. Het is vijf over twaalf in Brussel.’
Hoe kunnen we het tij keren?
‘Onze mannen en vrouwen op het terrein hopen op een sterk signaal en een lik-opstukbeleid. Het is misschien opportuun om deze daden aan te duiden als criminele daden en ze bijvoorbeeld te vervolgen als nachtelijke brandstichting en bendevorming of poging tot doodslag. We begrijpen dat niet alle aanwezigen kunnen worden opgepakt en veroordeeld. Daarom is het ook belangrijk om op langere termijn te zoeken naar een oorzaak.’
Wat is volgens u de drijfveer voor dit soort geweld?
‘Daarvoor zijn diverse redenen, maar vaak heeft het te maken met lak hebben aan gezag. Het zijn niet alleen de politie en de brandweer, maar ook buschauffeurs en medische hulpverleners die steeds vaker met geweld in aanraking komen.’
‘Als het om jongeren gaat – dat is zeker niet altijd zo, de daders zijn zeer divers – is de vraag naar de oorzaak cruciaal om iets te kunnen veranderen. Mijn collega, de Brusselse korpschef Michel Goovaerts, stelde de vraag waar hun ouders zijn. Dat is een terechte opmerking. Maar ook: waarom bevinden die gasten zich op straat? Waarom hebben ze geen ander tijdverdrijf? Waarom vinden ze geweld normaal? Als we het tij willen keren, is het antwoord op die vragen cruciaal.’
‘Op 100.000 interventies lijkt 43 misschien weinig, maar emotioneel is elk incident er een te veel’
Walter Derieuw Woordvoerder Brusselse brandweer