Een kaartersclub op bezoek bij Ageas
Het indicatief en voorwaardelijk bod dat BE Group uitbracht op verzekeraar Ageas, het resterend kroonjuweel uit het vroegere Fortisimperium, laat veel vragen onbeantwoord. De raad van bestuur van Ageas heeft het bod verworpen wegens onrealistisch, wat de vraag oproept waarom ze er vrijdag inkt aan verspild hebben.
Welke prijs per aandeel had die BE Group in gedachten, hoe dachten ze de deal rond te krijgen én te financieren? Ageas is op de beurs circa 7 miljard euro waard, los van de noodzakelijke overnamepremie die bij een bod geboden moet worden. De twee kopstukken van de BE Group zijn een paar handige financiële jongens die zich opgewerkt hebben in de wereld van het snelle geld. Beiden hebben wellicht als financiële tussenpersoon verschillende miljoenen euro’s voor zichzelf verdiend. Maar dat ze in staat zouden zijn om zelf de benodigde miljarden op te hoesten, is uitgesloten. De vraag is dan ook voor wie ze rijden.
Financiers vermoeden dat achter hen andere partijen zitten die zelf niet naar voren treden om de prijs voor Ageas niet nodeloos op te drijven. Want zowel Mark Pensaert als de andere Belg, Alexandre Kartalis, heeft goede connecties in de financiële sector. Als voormalig zakenbankier was het Pensaerts job om bedrijven te overtuigen om andere bedrijven over te nemen en daarbij voor zichzelf een mooie commissie op te strijken als adviseur. Kartalis heeft dan weer contacten in de verzekeringssector.
Achter hun initiatief lijkt vooral financieel opportunisme te zitten. Ageas is een verzekeraar die mooie dividenden genereert. Sinds 2009, toen het opstond uit de as van het uiteengevallen Fortis-imperium van Maurice Lippens, heeft Ageas al meer dan 6 miljard euro uitgekeerd aan zijn aandeelhouders. Dat brengt financiers al snel op ideeën om met geleend geld een bedrijf over te nemen waarbij de overnameprijs grotendeels door het doelwit wordt afgelost. De cashgeneratie van Ageas staat garant voor die aflossing, de rente is historisch laag en geld dus goedkoop, én financiële markten worden overspoeld met liquiditeiten door de centrale bankiers.
De beoogde deal van Pensaert en Kartalis lijkt daarmee op een project ontsproten aan een kaartersclub die zich afvroeg: wat zou een mooie deal kunnen zijn? Ageas is als middelgrote speler niet te groot om er een onneembare burcht van te maken, integendeel. Het heeft ook nog eens een verspreid aandeelhouderschap. De onzekerheid die op het bedrijf woog in verband met een mogelijke vervolging voor het Fortis-debacle, is ook van de baan.
Blijft de vraag hoe de stoutmoedige financiers dachten groen licht te krijgen van de toezichthouder voor dergelijk financieel avontuur. Een andere kwestie is hoe men dacht om te gaan met de verschillende strategische samenwerkingsakkoorden van Ageas. Aan clausules die de samenwerking opheffen bij een controlewissel bij de verzekeraar ontbreekt het niet. Dat de beurskoers nauwelijks reageert op het ‘bod’, suggereert dat ook de markt het als een kaartersclub-gebeuren ziet.
Achter het initiatief lijkt vooral financieel opportunisme te zitten