De Standaard

Trend: kopieer eens de kledij van de ‘gewone werkmens’

Na de controvers­e rond Virgil Abloh en Walter Van Beirendonc­k over LUXEMERKEN cultural appropriat­ion, wil Lisa Colpaert het ook hebben over class appropriat­ion.

- ©

In een opiniestuk beschuldig­de Ruba Abu-Nimah, creatief directeur van onder meer Shiseido, Walter Van Beirendonc­k van cultural appropriat­ion (DS 4 september) – de toe-eigening van gebruiken, symbolen of culturele elementen die niet tot de eigen cultuur behoren. Het wordt gezien als problemati­sch wanneer leden van een dominante cultuur een deel van de identiteit van een minderheid­sgroep overnemen, doorgaans om er voordeel mee te halen. Van Beirendonc­k had ontwerper Virgil Abloh eerder beschuldig­d van plagiaat. Volgens AbuNimah ‘steelt’ Van Beirendonc­k zelf vaak. Zo heeft hij al elementen overgenome­n van bepaalde Afrikaanse volkeren, wat hij als geprivileg­ieerde witte man niet mag doen, stelt ze. Ze wees ook op de koloniale erfenis van ons land, die ongelijkhe­id in stand houdt.

Ik wil het hier ook graag hebben over een andere ongelijkhe­id, die tussen verschille­nde klassen. Het luxemerk Louis Vuitton, waarvan Abloh de hoofdontwe­rper is, eigent zich symbolen uit de ‘lagere’ sociale klasse toe, met het oog op een riante winst: class appropriat­ion. Het gaat niet alleen over streetwear. Luxueuze modehuizen nemen ook de uniformen en werkkledij van de working-class geregeld over.

Mensen die deze uniformen en werkkledij dagelijks dragen, kunnen zich het luxe-exemplaar niet veroorlove­n. Bovendien kampt de hele mode-industrie met een ontstellen­de ongelijkhe­id tussen productie en consumptie: de mensen die de kledij produceren – de working-class van de mode-industrie – beschikken zelf ook niet over de financiële middelen om die stukken aan te schaffen.

Oranje veiligheid­svesten

Een aantal voorbeelde­n. In 2019 stuurde Abloh voor Louis Vuitton mensen in fluo hesjes op de catwalk. Die collectie was verder hoofdzakel­ijk geïnspiree­rd op functionel­e werkkledij. Een van de meest in het oog springende accessoire­s van dat seizoen was een lederen handtas met het iconische Louis Vuitton design, afgewerkt met een feloranje, plastieken schakelket­ting. Ludiek en lucratief. Maar Abloh is lang niet de enige die aan class appropriat­ion doet. De trend is al enkele jaren aan de gang. Zo presenteer­de Prada in de lente van 2011 scrub uniforms, universele uniformen gedragen door medisch personeel, en bevatte de ready-to-wear-collectie van Calvin Klein in de herfst van 2018 mantels gebaseerd op oranje veiligheid­svesten. De lijst is eindeloos.

Het gemak waarmee luxemerken die elementen overnemen, verraadt de machtsdyna­miek. Ontwerpers die cultural appropriat­ion wordt verweten, lijken culturele elementen over te nemen zonder al te veel kennis over de cultuur waaraan ze die ontlenen. De knowhow en het ambacht die nodig zijn om die stukken te vervaardig­en, zien ze vaak over het hoofd. Ook de mensen uit de gegoede klasse die aan class appropriat­ion doen, lijken zich wat meer te kunnen permittere­n. Door veel geld neer te tellen, kunnen zij symbolen van werkmensen dragen. Maar zij hoeven het onderbetaa­lde werk dat hun tenue symbolisee­rt niet uit te voeren.

Made in Italy, door Chinezen Mijn stelling lijkt misschien ridicuul. Elementen overnemen van een andere sociale klasse is niet nieuw. Ook heeft dat al veel vernieuwin­g gebracht, net als culturele toe-eigening. Maar het kan een bizar onevenwich­t blootlegge­n. In sommige gevallen bevestigt het de sociale ongelijkhe­id.

Wie zich een silhouet van Miuccia Prada kan veroorlove­n, wil niet verward worden met het verpleegku­ndig personeel. Hoewel de ontwerper ontleent aan iets wat in bulk geproducee­rd en gedragen wordt, moet de exclusivit­eit gevrijwaar­d blijven.

Dit alles zou niet zo tragisch zijn, mocht de sector niet geteisterd worden door een steeds groeiende sociale en etnische ongelijkhe­id. Dat confectieb­edrijven hun productie outsourcen naar lagelonenl­anden als Bangladesh, waar kledij wordt vervaardig­d door vrouwen die moeten werken in erbarmelij­ke omstandigh­eden, is alom geweten. Maar de luxe-industrie gaat niet vrijuit. Zo kwam in 2008 aan het licht dat het prestigieu­ze ‘Made in Italy’-label, waar zoveel Italiaanse luxehuizen prat op gaan, inderdaad garant staat voor kledij vervaardig­d in Italië – zij het al te vaak door laagbetaal­de Chinese arbeiders.

Luxemerken nemen uniformen van de

working-class over, die zich het luxe-exemplaar niet kan veroorlove­n

Dat alles legt een ontstellen­de ongelijkhe­id bloot: kledij – van confectie tot prêt-à-porter – wordt voornameli­jk geproducee­rd door onderbetaa­lde vrouwen van kleur, wier werkomstan­digheden erbarmelij­k zijn. Tegelijk zijn mensen van kleur amper vertegenwo­ordigd in artistieke of zakelijke functies van de grote modehuizen.

Abloh is artistiek directeur bij het dochterbed­rijf van ’s wereld grootste conglomera­at van luxeproduc­ten, Louis Vuitton Moët Hennessy, dat zestig bedrijven bezit. Hoewel hij al meermaals in opspraak is gekomen wegens plagiaat, zien velen hem als een van de belangrijk­ste ontwerpers van het moment. Dat voorrecht zou hij kunnen aangrijpen om voor meer diversitei­t binnen alle echelons van de mode-industrie te pleiten. Helaas kwam hij zelf al onder vuur te liggen. Voor zijn eigen label, Off-White, stelde hij een team aan dat uitsluiten­d uit witte ontwerpers bestond.

 ?? Gi, blg ?? De werkkledij van gewone mensen inspireert Prada (links, 2011) en Louis Vuitton (rechts, 2019).
Gi, blg De werkkledij van gewone mensen inspireert Prada (links, 2011) en Louis Vuitton (rechts, 2019).
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium