H&M breekt met omstreden Chinese fabrikant
DWANGARBEID H&M ontkende altijd dat het samenwerkt met fabrieken waar Oeigoeren verplicht worden om te werken, maar grijpt toch in.
Vorig jaar pakte H&M er nog groot mee uit. Als je online winkelt, kan je door wat door te klikken ontdekken waar die trui of broek die je wil kopen, gemaakt werd. Vaak stoot je op Chinese fabrieken, met het adres erbij. Staan er niet bij: de leveranciers van stof en garen aan die fabrieken waarmee de Zweedse kledinggigant werkt. En daarmee dook eerder dit jaar een probleem op.
De naam van H&M stond in een lijstje met bedrijven die onrechtstreeks en soms zonder het te weten Oeigoeren in dienst hebben. Het was het Australian Strategic Policy Institute (DS 3 maart) dat met dat nieuws uitpakte. In een rapport schreven onderzoekers dat de afgelopen jaren minstens 80.000 Oeigoeren vanuit de Chinese provincie Xinjiang naar fabrieken over heel het land overgebracht werden om er te werken. Soms rechtstreeks vanuit de beruchte heropvoedingskampen. ‘Een praktijk die alles weg heeft van dwangarbeid’, stelden de onderzoekers. Er werden 27 fabrieken in kaart gebracht, waar producten gemaakt worden voor 83 grote internationale bedrijven, van Volkswagen tot Nike. Met een van die bedrijven, Huafu Fashion, werkt H&M ook. Het bedrijf benadrukte wel altijd dat het niet met de fabriek in Xinjiang samenwerkte en dat het geen weet had van dwangarbeid bij zijn leverancier in een andere provincie. In Xinjiang worden Oeigoeren al jaren zwaar onderdrukt.
Nu beslist H&M na aanhoudende druk toch om alle banden met Huafu Fashion te verbreken.
‘Zelfs al hebben we op dit moment geen enkel teken van dwangarbeid bij onze molen, toch willen we onze samenwerking met Huafu Fashion in afwachting van meer informatie over de beschuldigingen in de loop van de komende 12 maanden afbouwen. We voeren ook een onderzoek naar alle fabrieken waarmee we in China werken.’
Invoerbeperkingen
Het Zweedse bedrijf kondigt ook aan dat het niet meer zal werken met katoen dat uit Xinjiang komt. Het is de provincie met de grootste productie van het materiaal. Het katoen kwam eerder deze maand ook in het vizier van de Amerikaanse regering, die zich over een invoerverbod boog. Maandag meldde The New York Times evenwel dat katoen uit Xinjiang voorlopig toch buiten schot blijft.
Volgens de Amerikaanse krant luidden heel wat Amerikaanse bedrijven de alarmklok over een te breed invoerverbod, uit vrees voor tegenreactie vanuit Peking. Er komt wel een zwarte lijst voor enkele andere producten van Chinese bedrijven die ervan verdacht worden dat ze Oeigoeren gedwongen aan het werk zetten. Het gaan onder meer om haarproducten en computeronderdelen.
‘We zullen de rente laag blijven houden tot de economie voldoende hersteld is’ Jerome Powell, de voorzitter van de Federal Reserve, wijzigt zijn koers niet. (reuters)