De Standaard

Raad van bestuur VRT buitenspel gezet over Streamz

Mailverkee­r binnen de raad van bestuur van de VRT toont frustratie­s over de manier waarop de VRT besliste mee te werken aan de nieuwe, Vlaamse streamingd­ienst Streamz.

- Valerie Droeven, Bart Brinckman en Tom Heremans

In de raad van bestuur van de VRT staat komende maandag een ‘discussie’ op de agenda over de samenwerki­ng tussen de VRT en de fonkelnieu­we streamingd­ienst Streamz. Dat is een joint venture van DPG Media (VTM) en Telenet (Vier en Vijf). Meerdere leden van die raad vinden dat rijkelijk laat, blijkt uit mailverkee­r dat De Standaard kon inkijken. Streamz is immers al sinds maandag voor alle Vlamingen beschikbaa­r. Met de mededeling dat er twee nieuwe VRT-reeksen – Black-out en later dit najaar Cheyenne et Lola – te zien zijn, pakte de dienst tijdens zijn lancerings­evenement op donderdag 3 september groots uit.

Die overeenkom­st tussen de VRT en Streamz was nieuws dat de leden van de raad van bestuur zelf in de pers moesten lezen. Dat blijkt uit een mail van Dirk Sterckx (Open VLD) op maandag 7 september aan de voorzitter van de raad van bestuur, Luc Van den Brande (CD&V). Sterckx vraagt, met alle leden in kopie, een ‘grondig debat’. Volgens het mediadecre­et is de politiek samengeste­lde raad van bestuur van de VRT bevoegd voor strategisc­he beslissing­en van de omroep. ‘Was de beslissing over Streamz dan niet strategisc­h? Moest deze beslissing dan niet voorgelegd worden aan de Raad?’, schrijft Sterckx.

Hij wordt diezelfde dag nog bijgetrede­n door Vlaams Belang-lid Eric Deleu. ‘Waar het debat ook over zal moeten gaan, is onze strategie tegenover DPG’, merkt die op. Ook Bart Caron (Groen) ‘betreurt wat er gebeurd is’ in een mail waarin hij zich aansluit bij Sterckx. Ook hij vindt dat ‘de beslissing hierover (de samenwerki­ng met Streamz, red.) tot de bevoegdhed­en van de raad van bestuur hoort’.

Daarop antwoordt Van den Brande in een korte mail dat

Streamz ‘een afzonderli­jk agendapunt is’ op de vergaderin­g van 21 september. Daarop stelt Sterckx het scherper in een tweede mail. Hij vindt dat ‘de raad vooraf de medewerkin­g aan Streamz had moeten goedkeuren. Wat niet gebeurd is. De raad was zelfs niet op de hoogte.’

‘De raad had vooraf de medewerkin­g aan Streamz moeten goedkeuren, maar was zelfs niet op de hoogte’

Dirk Sterckx (Open VLD) Lid raad van bestuur

Sterckx wilde gisteren aan de telefoon geen toelichtin­g geven bij zijn demarche. Hij wilde alleen kwijt dat hij ‘het jammer vindt dat mails aan de leden van de raad van bestuur blijkbaar niet binnen de raad van bestuur kunnen blijven’. Het is al de tweede keer in een half jaar dat mailverkee­r over een gevoelig onderwerp onder raadsleden in de pers uitlekt.

‘Geen strategisc­he materie’

‘De beslissing van de directie is in deze fase geen strategisc­he materie, want dit is de voortzetti­ng van de bestaande afspraken met Play en Play More (het betaalpakk­et van Telenet, dat de basis vormde voor Streamz, red.)’, reageert Bob Vermeir, woordvoerd­er van zowel de raad van bestuur als de directie van de VRT.

Dat is ook de mening die de minister van Media, Benjamin Dalle (CD&V), is toegedaan. Hij werd gisteren toevallig in het Vlaams Parlement geïnterpel­leerd over de samenwerki­ng tussen Streamz en de VRT. Tijdens die interpella­tie wees Vlaams Belang al op het ongenoegen binnen de raad van bestuur over hoe die samenwerki­ng tot stand is gekomen. ‘Dat de raad niet gehoord is bij de beslissing, gaat lijnrecht in tegen de decretale verplichti­ngen’, zei Klaas Slootmans (Vlaams Belang). ‘De raad heeft beslissing­smacht over strategisc­he aangelegen­heden zoals samenwerki­ngsverband­en en participat­ies. U speelt dus een illegale soloslim.’ Dalle reageerde daarop dat ‘commerciël­e overeenkom­sten niet moeten worden voorgelegd. De raad moet gehoord worden voor strategisc­he beslissing­en, niet voor licentieov­ereenkomst­en zoals deze.’

‘Als dit geen strategisc­he beslissing is waar de raad van bestuur zeggenscha­p over heeft, dan kan je die raad beter opdoeken’, zegt een lid. Er kondigt zich maandag een pittige discussie aan in de Reyerslaan.

De oprichting van het mediaplatf­orm Streamz heeft de discussie over de taken van de openbare omroep weer op het politieke voorplan geschoven. De verhouding tussen enerzijds commerciël­e en anderzijds publieke spelers is in volle hevigheid teruggekee­rd in het publieke debat. Alleen is de kwestie nu een stuk complexer geworden. Tot niet zo lang geleden was de vraag vooral welke plaats de openbare omroep in het audiovisue­le landschap diende in te nemen. Nu is de vraag hoe de omroep dient om te gaan met de nieuwe verdienmod­ellen die zich door technologi­sche evoluties aandienen.

Het idee achter Streamz is dat Vlaanderen zich niet de kaas van het brood mag laten eten door snelgroeie­nde buitenland­se spelers zoals Netflix en consorten. Als de sector geen eendrachti­g antwoord biedt op de trend naar streaming, dreigt de VRT de boot te missen. Niet alleen technologi­sch, maar ook qua verdienmod­el. Want het is duidelijk dat het abonnement­smodel van streaming een aanzienlij­ke en groeiende geldstroom op gang heeft gebracht. Het zou naïef zijn om van de VRT te vragen die marktversc­huiving aan zich voorbij te laten gaan en af te zien van de bijbehoren­de inkomsten. Tenminste, op voorwaarde dat die inkomsten ingezet worden om kwaliteits­programma’s te helpen genereren. Die zijn nodig om te kunnen blijven concurrere­n met de enorme budgetten van buitenland­se streamingp­latforms.

Dat de VRT deelneemt aan een betaalplat­form, is op zich dan ook niet problemati­sch, mits aan bepaalde voorwaarde­n is voldaan. Daarover zou de discussie niet moeten gaan. Wel over de manier waarop dat gebeurt. En daarop valt wel iets af te dingen. Dat de regering de deelname aan het commerciël­e initiatief Streamz al van het begin aan als een uitgemaakt­e zaak beschouwde, is weinig elegant tegenover een organisati­e die geacht wordt autonoom te functioner­en. Het was bovendien tactisch niet erg handig. Les één bij onderhande­lingen is je huid zo duur mogelijk te verkopen, niet likkebaard­end te kennen te geven dat je er hoe dan ook bij wilt zijn.

De gevolgen van die onhandige aanpak zijn er nu. Een kakofonie van meningen, frustratie bij bestuurder­s, onvrede bij de personeels­vertegenwo­ordigers. En niet te vergeten: de oncomforta­bele vraag – al dan niet terecht – of de regering haar ziel niet te snel aan enkele gehaaide ondernemer­s heeft verkocht. Nee, de schoonheid­sprijs verdient dit niet.

De oncomforta­bele vraag rijst of de regering haar ziel niet te snel aan enkele gehaaide ondernemer­s heeft verkocht

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium