Waarom bewegen veel satellieten van west naar oost?
Zestienhonderd kilometer per uur. Met die ‘duizelingwekkende’ snelheid draai je door het heelal als je je in de buurt van de evenaar bevindt. En welke kant ga je op? Juist, naar het oosten. Een satelliet de ruimte in schieten kost veel brandstof. Je zou dus wel gek zijn als je geen gebruik zou maken van de aardrotatie als steuntje in de rug. En dat doen ruimtevaartorganisaties dan ook. Ze schieten hun raketten meestal af naar het oosten.
Er zijn uitzonderingen. Het is minder efficiënt, maar toch lanceert Israël in westelijke richting. Zo voorkomen ze dat brokstukken neerkomen op dichtbevolkte gebieden.
Op de evenaar is de centrifugale kracht het sterkst. Veel lanceerbasissen bevinden zich daarom dicht bij die scheidslijn tussen het noordelijke en het zuidelijke halfrond. Zo ook de lanceerbasis Centre Spatial Guyanais (in Frans-Guyana) van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA. Eerder deze maand lanceerde ESA van daaruit met één raket maar liefst 53 kleine satellieten.
De meeste van die sondes zijn bedoeld voor aardobservatie. Ze vliegen nu nog van west naar oost, maar ze verleggen de komende maanden geleidelijk hun koers een kwartslag en draaien dan loodrecht op de evenaar rondjes om de polen.
Veel satellieten blijven na lancering echter gewoon van west naar oost draaien. En de meeste doen dat tussen de 350 en 1.400 kilometer hoogte. Ze bevinden zich in Low Earth Orbit, zoals dat heet. Over een volledige omgang rond de aarde doen ze ongeveer 90 minuten. Het internationaal ruimtestation ISS bevindt zich ook in Low Earth Orbit.
Israël lanceert in westelijke richting. Zo voorkomt het dat brokstukken neerkomen op dichtbevolkte gebieden