Niet alle Vikings kwamen uit Scandinavië
In de Vikingtijd was sprake van grote genetische menging. Dat kan vrijwillig gebeurd zijn, maar ook door slavernij.
familieleden teruggevonden, zoals van een man die ergens in de negende of tiende eeuw begraven is op het Deense eiland Funen. Hij blijkt een derdegraads familielid (halfbroer, oom/neef of kleinzoon/ opa) te zijn van een man die in een Vikingmassagraf in Oxford (ca. 1000) is gevonden. En een vrouw uit een graf bij Uppsala (uit de tiende of elfde eeuw) had een broer die in hetzelfde grafveld begraven lag, én een neef die op het eiland Öland begraven was, 360 km zuidelijker.
De homogeniteit in het Vikingmassagraf in Salme (ca. 750) lijkt vooral een patroon uit die vroege Vikingtijd en is later niet meer normaal. Twee individuen die op de Orkney-Eilanden in Vikingstijl zijn begraven, blijken bijvoorbeeld genetisch veel nauwer ver want aan de huidige inwoners van Ierland en Schotland. Met hun DNA is waarschijnlijk het eerste ‘Pictische’ genoom gesequencet, schrijven de genetici in Nature. De Picten (of ‘Cruithne’) is de naam die gebruikt wordt voor vroegmiddeleeuwse inwoners van het noorden en oosten van Schotland. Ook twee individuen uit andere Orkney-graven en vijf individuen uit Scandinavische graven blijken voor de helft op dezelfde manier ‘Pictisch’. En in het Vikingmassagraf
In Zuid-Zweden en Denemarken wordt tussen de achtste en elfde eeuw een sterk toenemende genetische invloed geconstateerd uit andere Europese streken
dat gevonden is bij St John’s College in Oxford (waarschijnlijk een slachtpartij in opdracht van de Angelsaksische koning Aethelred II ‘de onberadene’, in 1002), zijn krijgers gevonden met Deense en Noorse DNA-signatuur, maar ook met wat de onderzoekers een ‘Noord-Atlantische’ signatuur noemen – een samenvoeging van alle Noord-Europese DNA-sporen die niet van Scandinavische herkomst zijn.
Invloed Viking-DNA
De invloed van Viking-DNA op de huidige bevolkingen buiten Scandinavië is klein maar consistent, zo schrijven de genetici in Nature. In Polen beloopt die ongeveer vijf procent. Op de Britse eilanden schatten de onderzoekers de genetische Vikinginvloed op zes procent, al is die invloed moeilijk te berekenen, omdat de Angelsaksische DNA-signatuur vrijwel niet te onderscheiden is van de Deense. De genetische invloed in de andere richting is in ieder geval veel sterker. De huidige Noren hebben voor 12 à 25 procent een Noord-Atlantische (dus niet-Viking-) afkomst. In Zweden is die niet-Vikingafkomst 10 procent, aldus de genetici in Nature.