Wie is Nikolaos van Dam?
Oud-diplomaat Nikolaos van Dam (75) maakt de balans op van een halve eeuw mislukte politiek in het Midden-Oosten. ‘Wie het recente akkoord tussen Israël en twee Arabische landen toejuicht, moet beseffen dat “vrede” sluiten met de Emiraten iets anders is dan vrede sluiten met de Palestijnen.’
Nikolaos van Dam was al beroemd in het Midden-Oosten voor hij er aankwam als jonge diplomaat, in 1980. Een jaar eerder was zijn doctoraat in het Engels gepubliceerd als The struggle for power in Syria.
Zo zeldzaam waren diepgravende studies naar het gesloten regime in Damascus dat Van Dams boek decennialang een standaardwerk bleef, ook onder Arabieren. ‘Dat hielp af en toe als introductie’, zegt hij aan de telefoon vanuit Den Haag, waar hij woont sinds zijn pensionering in 2010. Na zijn diplomatieke jaren in onder meer Libanon, Libië, Irak, Egypte en Turkije, werd hij in 2014 door de Nederlandse regering teruggeroepen om nog twee jaar te dienen als Speciaal Gezant voor Syrië.
Zijn nieuwe boek Granaten en minaretten is geen autobiografie, zegt hij, wel een mix van memoires, analyses en persoonlijke anekdotes – zoals toen hij de Palestijnse leider Yasser Arafat moest overschreeuwen, niet uit onenigheid, maar omdat Van Dams vertaling van de steeds emotionelere Arafat anders niet hoorbaar was voor de bezoekende Nederlandse minister. bij de publieke opinie. Dictators hoeven daar misschien minder rekening mee te houden, maar Saudi-Arabië kan bijvoorbeeld beter uitkijken. Wat hebben de VAE en Bahrein nu eigenlijk concreet gekregen voor die “normalisering’’? Wat kregen de Palestijnen voor de erkenning van Israël zoveel jaar geleden? Niets.’ men. Maar net die Libanezen die profiteren van het huidige systeem van corruptie en sectarisme, zouden zichzelf moeten ‘‘benadelen’’ met hervormingen. De situatie is ook moeilijk op te lossen, want de basics van Libanon zijn kapot.’ militaire interventies bijna altijd tot rampen, denk aan Afghanistan, Irak, Jemen, Syrië of Libië. Dus begin je er misschien beter niet aan.’
‘Mijn uitgangspunt is dat je sterker en beter bewapend moet zijn om een regime ten val te brengen, anders word je zelf gedood. Ik heb decennia geleden al over Syrië voorspeld – en dat was niet moeilijk – dat elke opstand tegen het regime zou leiden tot een bloedbad. Alleen waren in 2011 net Tunesië, Egypte en Libië op straat gekomen, westerse landen gaven steunverklaringen, en dat gaf de Syriërs hoop.’
U zegt zelf dat het regimeAssad nooit bereid was tot enige toegeving. Damascus werd nog liever een dochteronderneming van Rusland en Iran dan met de eigen bevolking te spreken. Het regime wil ook geen Syrische vluchtelingen terug, ‘liever 10 miljoen gehoorzame burgers dan 30 miljoen vandalen’. Waarover valt dan te praten?
‘Het lijkt een contradictie, maar ik vind dat je moet blijven proberen. En als je niet wilt praten, moet je zo’n regime militair verslaan. Een mislukte dialoog is beter dan een mislukte oorlog.’
Jorn De Cock