Voorsprong door techniek klinkt steeds meer Chinees
‘Voorsprong door techniek.’ Het is de leuze van de Duitse autofabrikant Audi. Het kon de voorbije 15 jaar op heel Duitsland slaan. Dit was de kern van de bijzondere relatie tussen Duitsland en China. China werd in de voorbije twee decennia de fabriek van de wereld en kon dat worden omdat Duitsland de machines voor die fabriek leverde. Van boormachines voor metrotunnels tot robots in autoassemblagefabrieken. Telkenmale van Duitse makelij. En de nieuwe rijken in China pronkten op hun beurt met Duitse klassewagens.
Het was de reden waarom de Duitse industrie floreerde toen de groeilanden overal in de wereld een spurt inzetten. Duitse machinebouwers groeiden met meer dan 10% per jaar. Die groeilanden leverden de goedkope spullen en de grondstoffen aan de wereld, de Duitsers de geavanceerde machines waar kwaliteit belangrijk is en waarvoor een premiumprijs betaald kon worden. Hiermee konden de goedgeschoolde Duitse ingenieurs en vakwerkers, die veel hogere lonen ontvangen dan in de groeilanden, betaald worden en boekten Duitse bedrijven hoge winsten. Het aantal jobs in de industrie bleef in Duitsland dan ook stabiel, terwijl overal elders in het Westen het aantal industriearbeiders slonk.
Chinese bedrijven betreden de markten die Duitse bedrijven lang domineerden
Duitsland kan dat succesmodel aanhouden zolang het de voorsprong in techniek aanhoudt en er geen concurrent opduikt die ook goede machines en luxeproducten maakt voor een lagere prijs. Helaas lijkt die concurrent nu op te duiken. Chinese bedrijven betreden steeds meer de markten die Duitse bedrijven lang domineerden. Herrenknecht AG, lange tijd de nummer één wat tunnelboormachines betreft, moet nu vaststellen dat Chinese bedrijven heel actief worden op zijn markt, niet alleen in China. Zo mag een Chinees bedrijf drie metrotunnels boren voor de metro in Stockholm. Of zijn bussen in Noorwegen en nieuwe onderdelen voor het Poolse elektriciteitsnet van Chinese makelij. Tussen 2010 en 2018 zakte volgens cijfers van vakorganisatie VDMA het wereldaandeel van Duitsland in de markt voor mechanische machines van 19,2% naar 16,1%, terwijl China zijn aandeel opdreef van 8,5% naar 13,5%. Cijfers wijzen er ook op dat China steeds meer zelfvoorzienend is in machines en andere kapitaalgoederen.
Het is dan ook al jaren de bewuste strategie van de Chinese overheid om op te klimmen in de industriële waardeketen en in kwaliteit met Duitsland te wedijveren. En door de lagere Chinese lonen en de vaak impliciete subsidiëring van de Chinese overheid zijn die producten doorgaans goedkoper. Kapitaalgoederen zijn ook geen luxeproducten, waardoor er niet meer betaald wordt louter omdat er op een machine of metrostel ‘Made in Germany’ prijkt. Zo mag CRRC Tangshan als eerste Chinees bedrijf 50 metrostellen voor de metro van het Portugese Porto leveren. Die van het Duitse Siemens waren te duur.
In Duitsland groeit de zenuwachtigheid in het bedrijfsleven over het oprukkende China, maar van een roep om met de voeten vooruit, zoals de VS, China aan te vallen, is nog geen sprake. De alarmbellen gaan wel steeds luider af.