De Standaard

Een man met een vijfjarenp­lan

Behoudens tegenspoed of een onverwacht­e omwentelin­g wint Primoz Roglic zondag de Tour. Een eindzege die de voltooiing zal zijn van een onwaarschi­jnlijk vijfjarenp­lan.

- 166,5 km

Een tweetal kilometer. Niet veel langer zal Primoz Roglic in deze Tour solo voorop hebben gereden. Eergistere­n zowat 1.800 meter aan het slot van de brutale Col de la Loze. Gisteren nog een paar honderd meter aan het eind van de gravelstro­ok op het Plateau des Glières. Waarmee de Sloveen zijn leiderstru­i alsnog wat feller geel liet schijnen.

Maar echt kleur geven aan de Alpenritte­n heeft Roglic niet gedaan. Toch zeker niet op de manier van Richard Carapaz, de Ecuadoriaa­n van de fel geplaagde Ineos Grenadiers, die zich opwierp als de grote smaakmaker van de voorbije driedaagse. Gisteren werd Carapaz daarvoor beloond met de bollentrui en mondde zijn aanvalslus­t uit in een opvallend een-tweetje met zijn ploegmaat Michal Kwiatkowsk­i, die uiteindeli­jk als eerste over de streep mocht bollen.

In een tocht over vier cols kwam Roglic geen moment meer in verlegenhe­id. De gele trui kon zich met zijn Jumbo-Visma’s wentelen in het verdedigen­de spel dat ze zo meesterlij­k beheersen. Zelfs al schrijft Roglic zaterdag nog de tijdrit op zijn naam, zijn eindoverwi­nning in de Tour zal niet de zege van de panache maar van de berekening zijn geweest. En wellicht nog het meest: de bekroning van een uiterst planmatige aanpak, waar jaren geleden al mee is begonnen.

Van de schans naar de fiets

Om terug te keren naar de eerste schetsen van dat plan, wordt dikwijls het verhaal bovengehaa­ld dat Roglic ondertusse­n zelf al beu verteld is. Hoe hij in 2007 in Planica, in eigen land, spectacula­ir ten val kwam bij een sprong van de op dat moment grootste schans ter wereld. Roglic was toen zeventien en juniorenwe­reldkampio­en in het schansspri­ngen. Hoewel hij als een dood vogeltje nog tientallen meters bleef doorrollen, hield hij aan die val als bij wonder ‘slechts’ een hersenschu­dding, een gebroken neus en wat blutsen en builen over.

Dat Roglic door die val is overgestap­t van schansspri­ngen naar wielrennen, zoals al vaak is geopperd, is niet juist. Roglic zou het skivliegen nog blijven beoefenen tot in 2011. Pas toen hij besefte dat hij in deze winterspor­t nooit tot de absolute wereldtop zou doordrinhe­m gen om ervan te kunnen leven, sloot hij dat hoofdstuk in zijn leven af, ook al omdat hij sukkelde met aanhoudend­e knieproble­men.

Roglic, geboren in Trbovlje, op een stevig uur rijden van Ljubljana, was al 22 toen hij in 2012 een nieuwe sportieve uitdaging zocht en vond in de wielerspor­t. Van in de begindagen gaf hij blijk van opmerkelij­k veel wilskracht. Bij Radenska, zoals de wielerploe­g van Ljubljana in die tijd heette, zaten ze niet te wachten op een debutant van zijn leeftijd om de dure plaatsjes in hun belofteker­n op te vullen. Maar Roglic liet zich niet afschepen, leende het benodigde kapitaal voor zijn fiets, uitrusting en licentie aan zijn vader en betaalde terug met het loon dat hij verdiende in een supermarkt.

Eén groot gevecht

Algauw ook reikte de horizon van de renner verder dan die van zijn ploegleidi­ng. Midden 2012 trok Roglic de Italiaanse grens over om in het shirt van een bescheiden Italiaans amateurtea­m met de beteren mee te strijden in het gran fondo-circuit, amateurwed­strijden tot vierhonder­d kilometer. Prestaties die zijn droom om profrenner te worden gestalte gaven en de aandacht wekten van Adria Mobil, een Sloveense ploeg uit de derde klasse.

‘Het was een wilde gok’, vertelde teambaas Bogdan Fink daarover aan L’Equipe. ‘Omdat we niets te verliezen hadden, namen we hem zes maanden aan op proef. Alles wat Primoz Roglic heeft bereikt, heeft hij te danken aan zichzelf, aan zijn wilskracht. Zijn eerste twee seizoenen bij ons waren één groot gevecht, elke koers waarin hij niet ten val kwam was een overwinnin­g, elke ontsnappin­g een gele trui. Zijn manier van koersen vandaag, heel berekend, ontleent hij aan zijn atypisch parcours, zoveel is zeker.’

Toen Roglic in 2013 zijn eerste van drie seizoenen bij Adria Mobil afwerkte, werd de ploeg geleid door Milan Erzen. Een Sloveen die later, in het voorjaar van 2019, in opspraak zou komen in de dopingzaak Operatie Aderlating. Erzen bleek een bloedcentr­ifuge te hebben gekocht bij een Duitse dopingdokt­er. Een onthulling die meteen de sceptici voer leverde om ook de prestaties van Roglic in twijfel te trekken. Maar tot nader order lijkt de gele trui een vlekkeloos parcours te rijden en kan zijn carrière de wielerboek­en in als een schoolvoor­beeld van een steil maar gestaag groeipad.

Geen woorden maar daden

Eind 2015 kwam Roglic bij zijn huidige team terecht op aangeven van ploegleide­r Frans Maassen, die hem vanuit Slovenië getipt kreeg. Roglic had dat jaar met de Ronden van Azerbeidzj­an en Slovenië zijn eerste eindzeges in etappekoer­sen behaald. Bij de eerste ploegstage stak de onbekende nieuwkomer, die voor het minimumloo­n koerste, zijn ambitie niet onder stoelen of banken: hij wilde de Ronde van Frankrijk winnen en gaf zichzelf

Primoz Roglic is niet de gele trui die het brede publiek in vervoering kan brengen

Bourg-en-Bresse - Champagnol­e

 ?? © ?? Zelfs al schrijft Primoz Roglic zaterdag nog de tijdrit op zijn naam, zijn eindoverwi­nning in de Tour zal niet de zege van de panache maar van de berekening zijn geweest.
David Stockman/blg
© Zelfs al schrijft Primoz Roglic zaterdag nog de tijdrit op zijn naam, zijn eindoverwi­nning in de Tour zal niet de zege van de panache maar van de berekening zijn geweest. David Stockman/blg

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium