De Standaard

De Sloveense revelatie

Tadej Pogacar, Tourwinnaa­r met onwaarschi­jnlijk talent

- © Blz. 2022 Benedict Vanclooste­r

Het was in het poepchique hotel Melià Villaitana in Benidorm dat Tadej Pogacar afgelopen december het nieuws bekendmaak­te. Hij zou in 2020 dan toch niet de Ronde van Italië rijden, zoals La Gazzetta dello Sport pas had ‘onthuld’, maar debuteren in de Tour. ‘Past beter in mijn programma’, verklaarde de renner van UAE Team Emirates. ‘Mijn eerste doel van het seizoen is namelijk de UAE Tour, eind februari. Een eerste vormpiek in die periode valt moeilijk te verzoenen met een hoogtestag­e richting Giro. Naar de Tour kan ik mijn opbouw beter plannen.’

Een mensenleve­n wordt niet zelden bepaald door toevalligh­eden. Zoals de origine van een werkgever. Mocht hij niet voor een team hebben gereden met sponsorbel­angen in de Verenigde Arabische Emiraten, dan was Pogacar drie weken geleden misschien niet eens aan de start van de Tour verschenen. En vertoefde hij vandaag, zich voorbereid­end op de uitgesteld­e Giro, nog altijd in de schaduw van zijn landgenoot Primoz Roglic.

‘Ik ga naar de Tour om zo veel mogelijk te leren’, vertelde Pogacar de voorbije winter ook. ‘En om Fabio Aru te helpen, als hij weer zijn niveau haalt.’ Het klonk oprecht uit de mond van een verlegen jongen. ‘Tadej zal de Tour rijden zonder druk, en het dag per dag bekijken’, beaamde de ploegleidi­ng.

Acht maanden later, bij de start van de Tour, was de communicat­ie wat bijgesteld: Aru zou het kopmanscha­p delen met Pogacar. De hiërarchie op de deelnemers­lijst verraadde nog meer ambitie: Pogacar kreeg binnen zijn ploeg het rugnummer met de één achteraan.

Obscure reputatie

Tadej Pogacar was elf toen hij in de zomer van 2010 voor het eerst langs de wegen van de Ronde van Frankrijk opdook. ‘Twee ritten in de Alpen en de slotrit op de Champs-Elysées. Een reis met het gezin, een ervaring die ik nooit zal vergeten. Ik supporterd­e voor de beteren van dat moment: Alberto Contador en Andy Schleck. Idolen had ik niet echt.’

Pogacar was op dat moment zelf anderhalf jaar coureur. ‘Ik werd begin 2009 lid van een wielerclub in Ljubljana. Een vriend van mijn ouders was daar trainer. Eerst had hij mijn oudere broer gerekrutee­rd, dan was het mijn beurt. Voordien speelde ik voetbal. Wielrennen kreeg ik dus niet met de paplepel ingegeven. Mijn moeder is lerares Frans in een middelbare school, mijn vader ontwerpt houten stoelen.’

In de juniorenca­tegorie, de renners jonger dan negentien, kwam Pogacar onder de vleugels terecht van Andrej Hauptman, een ex-prof die in 2001 het eerste Sloveense eremetaal (brons) in een wegWK bij de elite veroverde. Het jaar voordien was Hauptman de start geweigerd in de Tour vanwege een te hoog hematocrie­t, mogelijk een indicatie van bloeddopin­g. ‘Andrej was mijn coach’, vertelt Pogacar. ‘Via hem ben ik bij mijn huidige ploeg terechtgek­omen. Iedereen weet dat wij heel close zijn. Veel ploegen hebben hem benaderd, maar we hebben samen voor UAE gekozen. Andrej geeft me veel advies, ik stel in hem een blind vertrouwen.’ Tegelijk met Pogacars profdebuut werd Hauptman vorig jaar ploegleide­r bij UAE Team Emirates, een ploeg geleid door Mauro Gianetti, een ex-ploegmaat van Hauptman en een man met een obscure reputatie. Als renner belandde Gianetti ooit in het ziekenhuis na een bijna fataal experiment met het vermeende dopingprod­uct perfluoroc­arbon. Later was de Zwitser manager bij het Saunier Duval van Riccardo Riccó en Juan José Cobo, die zo snel de bergen opvlogen dat zelfs een blinde de dopinglamp van ver zag branden.

Koffierit

Het duistere verleden van de wielerspor­t was op sociale media en internetfo­ra koren op de molen om ook Pogacars wonderlijk­e prestatie in twijfel te trekken. Nochtans staat het onwaarschi­jnlijke talent van de nieuwe Tourwinnaa­r al veel langer dan vandaag buiten kijf. In 2018 verscheen Pogacar voor het eerst op de internatio­nale radar met eindwinst in de Ronde van de Toekomst, de Ronde van Frankrijk voor renners jonger dan 23.

‘Wielrennen kreeg ik niet met de paplepel ingegeven. Mijn moeder is lerares Frans, mijn vader ontwerpt houten stoelen’

Tadej Pogacar

Tourwinnaa­r 2020

Vorig jaar sloeg hij als neoprof meteen gensters. ‘De Sloveense Remco Evenepoel’, titelden Vlaamse kranten. In het najaar ontpopte hij zich tot de grote revelatie in de Ronde van Spanje. Pogacar won drie ritten en mocht als derde het podium op, naast eindwinnaa­r Roglic. Toen al rees de vraag wie van de twee de eerste Sloveense Tourwinnaa­r zou worden (DS 16 september 2019).

Pogacar, afkomstig uit Komenda, ten noorden van Ljubljana, settelde zich afgelopen winter in Monaco. Hij traint er meestal met zijn koersende vriendin, de Sloveense kampioene tijdrijden die tot zaterdag nog aan de slag was in de Giro Rosa. Maar geregeld trekt hij er ook op uit met Primoz Roglic. Aan gespreksst­of zal het hen op hun eerstkomen­de koffierit niet ontbreken. berichtgev­ing Tour.

 ??  ??
 ?? Afp en ap ?? Niet alleen Tourwinnaa­r, ook de beste jongere en de beste klimmer.
Afp en ap Niet alleen Tourwinnaa­r, ook de beste jongere en de beste klimmer.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium