Xi een ‘machtsgeile clown’ noemen, doe je niet ongestraft
De Chinese vastgoedtycoon Ren Zhiqiang gaat achttien jaar de cel in. Zo is president Xi Jinping weer wat zekerder van zijn almacht tot 2035.
Zijn celstraf toont dat zelfs rijkdom en macht binnen de partij geen garantie meer zijn op vrije meningsuiting
Het was onaangenaam ontwaken voor de elite in Peking gisteren. Op de site van een lokaal gerechtshof lazen ze dat een van hen, partijlid en zakenman Ren Zheqiang (69), achttien jaar cel krijgt en een boete van 4,2 miljoen yuan (ongeveer 530.000 euro) moet betalen. Ren, zijn zoon en zijn persoonlijke assistent waren al maanden vermist. Ren, die een overheidsbedrijf in vastgoed leidde, zou miljoenen verduisterd hebben. Volgens het hof ‘bekende hij vrijwillig’ en gaat hij niet in beroep.
Alleen kent heel China Ren als de man die in volle coronacrisis president Xi Jinping te lijf ging met een hard onlinepamflet. Weinigen twijfelen eraan dat dit de echte reden is om ‘Ren het kanon’, zoals zijn bijnaam luidde, te klissen. Hij werd dit voorjaar al uit de communistische partij gegooid wegens ‘verlies van idealen’.
Niet meer onaantastbaar
Ren kreeg zijn bijnaam door zijn uitgesproken meningen. Op het Chinese sociale netwerk Weibo brandde hij sinds 2010 de autoriteiten af voor miljoenen volgers. Eerst omdat ze niet genoeg deden tegen vervuiling en voedselschandalen. ‘Dat is de reden waarom Chinezen emigreren’, foeterde hij. Daarna pleitte hij voor meer ‘transparante’ politieke processen. Na een dodelijk industrieel ongeluk in Tianjin noemde hij lokale bestuurders ‘incompetent’.
Ren kwam daarmee weg, omdat zijn vader ook in de partijtop zat. Net als Xi zelf (DS 4 juli) werd ‘rode prins’ Ren als tiener in de Culturele Revolutie naar het platteland gestuurd voor straf en disciplinering. Toch eindigde Ren zoals veel mannen uit de partijelite: als een rijke notabele, nagenoeg onaantastbaar. Toen hij van Weibo geknikkerd werd, verspreidde hij zijn mening in online lezersbrieven. ‘Ik ben niet bang: de Partij laat een zeker niveau van onenigheid toe’, zei hij in 2010.
In maart verwees Ren, zonder Xi bij naam te noemen, naar hem als ‘machtsgeile clown’ en ‘naakte keizer’. Hij vond dat het regime de coronacrisis verbruid had door een te grote focus op partijbelang en te weinig op transparantie. ‘Er is geen aandacht voor het volksbelang’, schreef Ren in de nu zo goed als weggecensureerde open brief. ‘Partijleden willen geen verantwoordelijkheid opnemen, ze manipuleren liever de publieke opinie door “geruchten” te vervolgen of positieve berichtgeving van journalisten te eisen.’
‘Meest gehate man van China’
Ook Xu Zhangrun van de invloedrijke Tsinghua Universiteit (DS 15 juli) vertolkte met Ren de roep binnen het establishment naar een meer ‘modern’ communisme. Zij willen het publieke belang laten voorgaan op die van de partij. Xi staat voor de ‘leninistische lijn’: alles voor de verdediging van de partij. Xu Zhangrun is ontslagen en nu is Ren monddood. ‘De zaak-Ren schokt de elite meer dan die van Xu’, zegt Chinakenner Bill Bishop. Het toont dat zelfs rijkdom en macht binnen de partij geen garantie meer zijn op vrije meningsuiting. In feite is dat een intellectuele machtsgreep en een nieuwe breuk met de interne overlegcultuur sinds Deng Xiaping (leider van 1978 tot 1992).
Maar andere politieke krachten juichen de val van Ren juist toe. Onder hen de populistische, radicale ‘Communistische Jeugd’. Die aanhangers van een marxistische revolutie vonden dat een parvenu als Ren al te lang ‘boven de wet stond’. The
Straits Times omschreef Ren als de ‘Donald Trump’ van China, vanwege zijn extravagante rijkdom via vastgoedtransacties.
Ren vroeg misschien hervorming, maar verdedigde sociale ongelijkheid. ‘Wie investeerde in vastgoed, is nu rijk, wie dat niet deed, verdient het om arm te zijn’, vond hij. Terwijl hij geld schepte, werd vastgoed in de eigen wijk te duur voor modale Chinezen. Hij werd daardoor zo impopulair dat iemand een schoen naar hem gooide tijdens een speech, terwijl een online poll hem tot ‘meest gehate man van China’ kroonde.
Xi bedient zo de populistische, ultramarxistische fracties. Zijn belofte van economische ontwikkeling voor de massa is populair en intussen plooit hij de partij naar zijn ijzeren wil. Zopas kondigde Xi een nieuw vijfjarenplan aan tot 2025, maar ook ‘krachtlijnen voor doelen tot 2035’. Een shock voor waarnemers, want dat betekent dat Xi tot zolang controle wil afdwingen. ‘Tegenstanders in de partij kunnen niet luidop spreken, maar delen spreekwoordelijke bijensteekjes uit’, zei een partijveteraan tegen de Japanse Nikkei Asian
Review in augustus. Giselle Nath