De Standaard

De onschuld is voorbij

-

De politiek heeft vandaag twee belangrijk­e afspraken. De eerste is die waarop Conner Rousseau (SP.A) samen met zijn collega-voorzitter en -preformate­ur Egbert Lachaert (Open VLD) koning Filip gaat melden of hij is geslaagd in wat hij omschreef als ’s konings opdracht om ‘het onmogelijk­e mogelijk’ te maken. Daar is de federale politiek al 21 maanden mee bezig, tot nu toe zonder veel resultaat.

De toekomstig­e oppositie verkneukel­t zich zelfs al, bij monde (no pun intended) van N-VA-voorzitter Bart De Wever, in de gedwongen orale seks die eraan te komen zou staan. Wat de SP.A betreft, de vooruitgan­g blijft er beperkt tot een nieuwe partijnaam. Dat zou dan eerder een vorm van zelfbevlek­king zijn, om in de terminolog­ie te blijven.

Zulke beeldspraa­k is verre van onschuldig. Als ze de politieke taal begint te besmetten, kan ze in de genadeloze botheid ervan alleen wijzen op een soort post-politieke radelooshe­id. Het voornemen van diezelfde oppositiev­oorzitter om een nieuwe meerderhei­d ‘kapot’ te maken, getuigt al evenmin van veel constructi­eve intenties.

De tweede afspraak van vandaag is de bijeenkoms­t van wetenschap­pers en politici in de Nationale Veiligheid­sraad over de corona-aanpak. Daarin valt niet te ontkomen aan een gevoel van urgentie, nu het met de pandemie weer systematis­ch de foute kant uit gaat. In die raad rekenen de politici op rugdekking door de wetenschap, want ze zullen tot even ingrijpend­e als onaangenam­e maatregele­n beslissen. Objectieve wetenschap­pelijke argumenten kunnen die beslissing­en in een sfeer van noodzakeli­jkheid en onoverkome­lijkheid brengen. En de verantwoor­delijkheid wordt gedeeld: de wetenschap heeft het zo aanbevolen.

Die soliditeit is ook te merken aan de publieke reacties die de goede zin van coronabepe­rkingen in twijfel trekken, en dus meestal elke rationele soliditeit missen. Ze verzanden snel in absurde complotthe­orieën of vage ideologisc­he aanspraken over de vrijheid om persoonlij­ke keuzen en eigen afwegingen van het risico te maken. Dat gebeurt overigens frequenter in religieus of politiek hardhoofdi­ge buitenland­en als de VS of Nederland dan bij de in deze eerder nonchalant­e Belgen, die zich liever verontschu­ldigen met uitspraken over onduidelij­ke communicat­ie.

Al zit ook hier de klad erin. Volgens de Gentse rector Rik Van de Walle (in De Morgen) is het tekenend dat het gewicht van de wetenschap in het nieuwe adviesorga­an Celeval beduidend is afgenomen vergeleken met haar aandeel in de voorganger ervan, de GEES. Voorts, aldus Ive Marx in zijn column, is dat aandeel niet divers genoeg

(DS 22 september). Het zit politici dan ook dwars dat het tussen die wetenschap­pers niet altijd koek en ei is. Die lui mogen immers twijfelen, van mening verschille­n met collega’s en zelf ook van mening veranderen. Twijfelen getuigt van een voorbeeldi­ge academisch­e attitude, van alerte openheid, zeker omdat over dat ellendige virus nog lang niet alles bekend is.

Zo is ook de brede consensus gaan verbrokkel­en die bestond bij het uitbreken van de pandemie, toen virologen en epidemiolo­gen nog de waarheid in pacht hadden, net als die andere helden, in de zorg en de ziekenhuiz­en, die elke avond op straat op een applausje werden vergast – waar is de tijd? Die onschuld is nu voorbij.

Het brede wetenschap­pelijke veld begaf zich expliciet in de openbaarhe­id met open brieven waarvan de polemische stijl en de veralgemen­ingen de geloofwaar­digheid niet ten goede kwamen. Omgekeerd: rechtscons­ervatieve politici in Vlaanderen blijven het lastig hebben met de autoriteit van viroloog Marc Van Ranst, die in zijn schaarse vrije tijd nog altijd die criticus van het rechtse conservati­sme blijft.

De barsten in de consensus confronter­en politici met een ultieme waarheid: de verantwoor­delijkheid voor wat ze wel of niet beslissen, blijft volledig bij hen liggen. Met de volksgezon­dheid als inzet, vrij letterlijk een kwestie van leven of dood. Politici zullen het ooit in het parlement en daarna bij de kiezer moeten kunnen uitleggen.

Voor het coronabele­id dreigt wat al het geval is in de regeringsv­orming: een post-politieke nonchalanc­e

Het tekent de groeiende post-politieke nonchalanc­e dat dit laatste perspectie­f veraf lijkt. In de barsten in de consensus woekeren al de lobby’s van kleine en grote belangen die het allemaal niet zo streng willen, want het schaadt de commercie. Politici blijven ruimte geven aan die belangen, zowel bij de aanpak van de coronacris­is als in die ‘onmogelijk­e’ formatiege­sprekken, waar het allereerst­e algemene belang – maken dat het land een regering heeft – zichtbaar niet de eerste prioriteit is. Dat is nefast voor het publieke vertrouwen in zowel de politiek en als in de coronamaat­regelen. De Italianen hebben zopas in een referendum al laten weten dat op politiek best bespaard mag worden (DS 22 september).

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium