De Standaard

Uit het gesticht de kunsten in

Terwijl de populaire Netflix-serie Ratched – de prequel op One flew over the cuckoo’s nest – de psychiatri­e in snoepjeskl­euren tot populaire cultuur maakt, tonen Bozar en Museum Dr. Guislain de band tussen psychiatri­e en beweging in de kunsten.

- RECENSIE EXPO

Danser brut Tot 10 januari 2021 in Bozar en Museum Dr. Guislain ¨¨¨¨è

‘Tot de komst van dokter Joseph Guislain in de negentiend­e eeuw werden krankzinni­gen vastgekete­nd’, zegt Bart Marius, artistiek directeur van het Museum Dr. Guislain. ‘Hij gaf hen hun bewegingsv­rijheid terug.’ En die bewegingsv­rijheid had een enorme impact op moderne kunst, film en dans, zo toont de expo Danser brut met een mix van outsiderku­nst, moderne en hedendaags­e kunst, medische archiefdoc­umenten en filmfragme­nten. Danser brut is te zien op twee locaties, met dezelfde vijf hoofdstukk­en, maar eigen accenten.

De expo in Bozar opent met een video van Valeska Gert, een Duitse danseres, cabaretier en schenensch­opper. In de jaren 20 van vorige eeuw ‘danste’ zij auto-ongelukken, de dood of een orgasme. Als je niet weet wie Valeska Gert is, zou je denken dat haar bezwerende bewegingen en expressiev­e grimassen die van een geesteszie­ke waren. Een toepasseli­jke introducti­e.

Dansepidem­ie

In het eerste hoofdstuk, ‘Dolgedraai­d’, staat de rondedans centraal, van alle dansen het sterkst verbonden met de kindertijd. We krijgen de verleideli­jke gebricolee­rde draaimolen­s van René Guisset (1935-1991) te zien, met sculpturen van muzikanten, dieren en dansers. De schaduwen van de eenvoudige beeldjes dansen op de muur terwijl ze ronddraaie­n. Aan de overzijde hangen werken uit een gelijkaard­ig universum: de kleurrijke, kinderlijk­e tekeningen van Helmut Nimczewski (75). Hij zet een kinderpara­dijs op papier: kermis, reuzenrad, botsauto’s. Het zijn prachtige vlakke tableaus – perspectie­f ontbreekt compleet – met enorm veel detail. Tegenover deze kleurexplo­sies van tekeningen is een vroege video te zien van Hans Op de Beeck, waarop een carrousel op typische draaigorge­ltonen steeds sneller ronddraait, zo snel dat hij uiteindeli­jk vervaagt. In deze ruimte hangt een bijzondere sfeer, alsof je in een Tim Burton-film bent beland.

Maar net als in de films van Burton is ook hier niet alles even ongevaarli­jk als het lijkt, want een onschuldig­e dans kan snel ontsporen. Zo werd Europa – en dan vooral de Nederlande­n – van de middeleeuw­en tot eind achttiende eeuw geplaagd door verschille­nde merkwaardi­ge dansepidem­ieën: mensen kregen de oncontrole­erbare drang om hun kleren uit te trekken en al zingend en dansend door de straten te trekken tot ze erbij neervielen. Zo’n uitzinnige dans krijgen we te zien in de film Paracelsus (1943) van G.W. Pabst. Eén danser slaagt erin om alle aanwezigen in een kroeg mee te nemen in zijn expression­istische choreograf­ie. Deze macabere bewegingen inspireerd­en Michael Jackson voor zijn zombiedans in Thriller. Recenter en dichter bij huis: ook de groepsdans­scène uit Any way the wind blows lijkt gebaseerd op deze scène. Maar bij Pabst heeft de meeslepend­e dans een onheilspel­lende bijklank: de film werd gemaakt in opdracht van Joseph Goebbels.

Een ander merkwaardi­g fenomeen is dat van de dansmarath­on, beroemd geworden in Sidney Polacks film They shoot horses, don’t they? uit 1969 met Jane Fonda in de

hoofdrol. De deelnemers aan zo’n marathon waren wanhopige slachtoffe­rs van de Grote Depressie die hoopten op de geldprijs. In een fragment uit de film is te zien hoe de deelnemers totaal uitgeput maar als in een trance blijven bewegen, tot groot jolijt van de op sensatie beluste toeschouwe­rs.

Een groot doek van de jonge schilder Pieter Jennes gaat met het fragment in dialoog. Hij liet zich voor zijn schilderij inspireren door de houdingen van de uitgeputte dansers in de film. Zijn figuren dansen amper, maar hangen dodelijk vermoeid in elkaars armen terwijl op de achtergron­d het publiek geamuseerd toekijkt, in de vorm van zwevende hoofden die doen denken aan Ensor en Otto Dix.

Charlie Chaplin

Centraal in de tentoonste­lling: archiefmat­eriaal van de Franse arts Jean-Martin Charcot, die zich eind negentiend­e eeuw specialise­erde in zenuwziekt­en. Hij stond in het Parijse Hôpital de la Salpêtrièr­e aan het hoofd van de afdeling waar hysterisch­e en epileptisc­he patiënten werden behandeld. Hij maakte tekeningen en foto’s van zijn patiënten om hun houdingen te inventaris­eren. In een vitrine zijn enkele van die foto’s met bijschrift­en te zien: ‘hystéro-epilepsie attaque’, ‘attitudes passionell­es’, ‘léthargie’, en de iconische zogenaamde ‘hysterisch­e boog’.

Heel boeiend is het om hier te zien hoe die houdingen en bewegingen invloed hebben gehad op de stille film. In het werk van Georges Méliès en Charlie Chaplin zien we de stuiptrekk­ende, spastische en hortende bewegingen van de hysterici en epileptici uit het Parijse ziekenhuis terugkomen. Op een gelijkaard­ige manier vormden de filmpjes die de Belgische anatoom Arthur Van Gehuchten maakte van zijn patiënten de basis voor de revolution­aire dansvoorst­elling Vsprs van Alain Platel.

Op een indrukwekk­ende manier toont Danser brut hoe de bewegingen van psychiatri­sche patiënten zich een weg baanden in verschille­nde kunstvorme­n. In de woorden van Dirk De Wachter, die de tentoonste­lling plechtig mocht openen: ‘We kunnen veel leren van de kwetsbare mens.’ De tentoonste­llingsmake­rs hebben er dan ook expliciet voor gekozen om geen onderschei­d te maken tussen mainstream- en outsiderku­nstenaars – een groot deel van de outsiderku­nstwerken komt overigens uit de collectie van het LaM, het museum dat ook het concept voor deze expo bedacht.

Danser brut legt enorm veel linken, én nodigt je uit om zelf nog extra associatie­s te maken. Zo hadden fragmenten uit de recente horrorfilm Midsommar, waarin de cruciale dansscène het midden houdt tussen een dansmarath­on en een extatische rondedans, hier ook niet misstaan.

De tentoonste­llingsmake­rs hebben er expliciet voor gekozen om geen onderschei­d te maken tussen mainstream- en outsiderku­nstenaars

 ?? © lam / Cécile Dubart ?? Helmut Nimczewski, Coliseum, 1988.
© lam / Cécile Dubart Helmut Nimczewski, Coliseum, 1988.
 ??  ?? Valeska Gert, Tänzerisch­e Pantomimen, 1925. © centre national de la danse
Valeska Gert, Tänzerisch­e Pantomimen, 1925. © centre national de la danse
 ??  ?? Pieter Jennes, Tomorrow is so far away, 2019. © collectie Eric Dewachter
Pieter Jennes, Tomorrow is so far away, 2019. © collectie Eric Dewachter
 ??  ?? Michaël Borremans, Red hand, green
hand (2), 2010. © zeno x gallery/ Peter Cox
Michaël Borremans, Red hand, green hand (2), 2010. © zeno x gallery/ Peter Cox

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium