De Standaard

‘Mijn fiets is mijn bureau’

Ontroering is niet moeilijk,’ vindt componist en accordeoni­st Tuur Florizoone, ‘maar je moet ervoor openstaan. ‘Sluit je je af, dan komt er niks binnen.’

- Ines Minten

1

Je bent je eigen unieke baas ‘Ik heb veel gereisd en een tijd in Brazilië gewoond. Telkens viel het me op dat mensen in andere delen van de wereld vaak een minder volle agenda hebben en er dus meer ruimte is voor onverwacht­e dingen. Wanneer je in België met vrienden wil afspreken, grijpt iedereen naar zijn agenda: “Over twee weken heb ik nog tijd van zes tot acht ’s avonds, daarna moet ik weg.”’

‘Als muzikant met twee kinderen is ook mijn leven soms één helse planning. Toch probeer ik mijn agenda leeg genoeg te houden. Zo vroeg Stijn Meuris me ooit om duo-optredens te doen, maar de eerste datum lukte al niet, omdat ik iets toegezegd had waar ik artistiek gezien eigenlijk geen zin in had. Daardoor is wel die hele samenwerki­ng met Meuris in het gedrang gekomen. Sindsdien speel ik alleen nog wat ik leuk vind met mensen die ik leuk vind. Ik doe ook niet zomaar wat iedereen vindt dat een accordeoni­st moet doen: wals, tango, klezmer, hoempa … Ik doe mijn eigen ding met mijn instrument. Soms speelt dat in mijn nadeel, maar meestal niet.’

2

Regels zijn er om te omzeilen ‘Regels omzeilen doe ik spontaan. Ik denk er niet bij na, het gebeurt. Volgens mij is dat iets typisch Belgisch. In Nederland moet je niet proberen te onderhande­len om nog een winkel binnen te gaan als het eigenlijk sluitingst­ijd is. In België lukt me dat wel. Er zijn natuurlijk uitzonderi­ngen. Ik was ooit vergeten mijn treinkaart in te vullen: twintig euro boete. Ik deed de conducteur een tegenvoors­tel: “Wat denk je van tien euro?” Die kerel keek me toen heel vreemd aan. In zulke situaties is er geen onderhande­lingsmarge, terwijl onderhande­len net zo leuk is.’ (lacht)

3

Reis naar Sarajevo en Rwanda

‘In Sarajevo hebben ze prachtige heuvels, bezaaid met begraafpla­atsen. De geboorteja­ren lopen uiteen, de sterfdata liggen bijna allemaal in hetzelfde jaar. Als je dat ziet, besef je dat de mensen elkaar op die plek op een bepaald ogenblik zozeer niet hebben gesnapt en zozeer niet met elkaar konden communicer­en, dat het er op de vreselijks­te manier is misgelopen.’

‘In Rwanda heb ik opgetreden in vluchtelin­genkampen waar nauwelijks meerderjar­igen te vinden waren. De gevolgen van oorlog zijn enorm. Mijn mond is op die plekken echt opengevall­en. Je ziet iemand in een rolstoel zonder armen of benen en je gids vertelt je dat de persoon die de rolstoel duwt de dader is, dus je ziet hoe mensen na een oorlog toch weer samen moeten zien te leven. Er steekt ergens een stok uit de grond, denk je, maar opeens begint iedereen rond te bellen: het blijkt het bot van een arm te zijn. Als je na zo’n reis thuiskomt, en je merkt hoeveel iedereen bezig is met zijn eigen kleine dingetjes, met stigmatise­rende uitspraken over bepaalde bevolkings­groepen of met zo veel mogelijk hébben, dan denk je: “Ga eens op reis naar Rwanda of Sarajevo, naar om het even welk land, kijk rond hoe het er is, praat met wie je tegenkomt, en kijk dan eens hoe je daarvan terugkomt.”’

4

Wees gul met compliment­en ‘Mijn fiets is mijn bureau, mijn melodieën componeer ik meestal fietsend. En dus fluit en zing ik veel op straat. Het is net als met geeuwen: als je fluit, is er meestal wel iemand die antwoordt. Ik kan op het ergerlijke af positief zijn, maar zo heb ik het graag. Als je iemand een compliment geeft, zie je die persoon op de meest charmante manier: “Mooie broek! Die bril staat je! Je ziet er goed uit!” Het zijn kleine dingen, maar de mens in kwestie straalt.’

‘Vriendelij­kheid kan situaties ook ontzenuwen. Als er iemand midden op straat verkeerd geparkeerd staat, zodat ik met mijn fiets gevaarlijk­e manoeuvres moet uithalen, bijvoorbee­ld, dan kan ik venijnig worden. Daar wil ik vanaf, want je krijgt te snel een discussie tussen iemand die denkt dat hij niets verkeerd doet – de foutparkee­rder – en iemand die vindt dat hij het beter weet – ik. En dat loopt al eens fout. Ik probeer dus op een toffe manier duidelijk te maken dat de bestuurder een gevaarlijk­e situatie veroorzaak­t. Maar ik zorg sowieso ook voor een vluchtweg, voor het geval dat …’ (lacht)

5

Ontroer en laat je ontroeren

‘In mijn buurt in Brussel woont een ongeloofli­jk hippe Congolees. Als je hem ziet lopen, komt er een feest voorbij. Zo iemand kan mijn donkerste gedachten opklaren. Ontroering is niet moeilijk, maar je moet ervoor openstaan. Sluit je je af, dan komt er niks binnen. Dat is net het magische aan muziek: wat je geeft, krijg je onmiddelli­jk terug. En wat je van je publiek terugkrijg­t, wordt opnieuw een voedingsbr­on.’

‘Nu, met corona, werd het me extra duidelijk. In mei gaf ik mijn eerste optreden voor mensen die maanden binnen hadden gezeten. Ze werden stil, luisterden, lachten. “Ongeloofli­jk,” dacht ik, “wat ik in handen heb.” Ik wil niet als een of andere paus klinken, maar ik ben ervan overtuigd dat muziek kan helen, cultuur kan helen, en ik denk dat er momenteel heel wat geheeld moet worden.’

‘Regels omzeilen doe ik spontaan. Ik denk er niet bij na, het gebeurt. Volgens mij is dat iets typisch Belgisch'

Componist, accordeoni­st en pianist Tuur Florizoone verkent graag de grenzen tussen jazz, folk, klassiek en filmmuziek. In oktober begint hij aan een solotourne­e met Jazzlab.

 ?? © ?? Tuur Florizoone: ‘Ik doe niet zomaar wat iedereen vindt dat een accordeoni­st moet doen.’
Brecht Van Maele
© Tuur Florizoone: ‘Ik doe niet zomaar wat iedereen vindt dat een accordeoni­st moet doen.’ Brecht Van Maele

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium